Bekritiseerde rekentoets wordt niet aangepast

Wel

Ik rekende op school wel met negatieve getallen, mijn kinderen (recenter) ook, wel allebei op een Montessorischool, dus met redelijk klassiek rekenonderwijs. Maar of je wel of niet met negatieve getallen hebt gerekend, maakt voor de som niet uit. Dat is nou het leuke van rekenen

18-20+2 geeft exact dezelfde uitkomst met meneer van Dalen en zonder. Bij MvD rekende je optellen en aftrekken (gelijkwaardig) uit van links naar rechts, net als bij de moderne volgorde: 18-20+2=-2+2=0. Alleen als je zou schrijven 18-(20+2)=18-22 kom je op -4 uit.

Snap je waarom meneer van Dalen niet meer handig is tegenwoordig?

Basisschoolstof

Rekenen ís basisschoolstof. De bewerkingen leer je op de basisschool en er komen geen nieuwe bewerkingen bij.
Dan het niveau waarop je moet kunnen rekenen. Dat verschilt. Eind groep 8 zijn er in de klas nogal niveauverschillen. Het moge duidelijk zijn dat iemand met een VWO advies beter rekent dan iemand met een VMBO advies. Wat de verschillende niveau's inhouden heb ik niet kunnen vinden.

Maar wat ook duidelijk is, is dat vroeger de opleidingen niet klaagden over het lage rekenniveau van de studenten. Dat vroeger de universiteit geen bijles rekenen hoefde te geven omdat iedereen dat kon, ondanks dat het op de middelbare school niet onderwezen werd. Het hoefde ook niet op de HTS en op de MTS hadden ze ook wel wat beters te doen dan basisschoolstof onderwijzen.
Zolang het rekenen op de basisschool ondermaats is, is het beter dat de middelbare sschool in dat gat springt dan dat de universiteit dat moet doen.
Want ja, Miriam, op het HAVO en het VWO zitten de betere rekenaars, evenals degenen die beter zijn in taal. Dat het er niet uitkomt ligt aan het onderwijs.
Overigens ben ik het met je eens wat het gewauwel betreft. Het gedrocht dat rekentoets heet zal er echt wel komen, en er zal over een paar jaar blijken dat de (technische) vervolgopleidingen nog steeds zelf moeten zorgen dat het rekenen op peil is.
Omdat deze toets in deze vorm nou eenmaal niet meet of leerlingen kunnen rekenen.

Uitschrijven

Net even met dochter doorgenomen of het haar nu echt wel duidelijk is dat 'hoofdrekenen' betekent dat je geen rekenmachine gebruikt maar je hoofd en dat het echten fouten scheelt als je de som op een kladje uitschrijft en voorbereid. Maar ze heeft het inmiddels begrepen. Op de basisschool was dat mijn frustratie. Als ik de sommen maakte met kind schreef ik ze dan maar zelf uit om het goede voorbeeld te gevenMaar volgens dochter waren de sommen op de basisschool ook zo makkelijk dat het saai werd als ze ze uitschreef. En bij wiskunde heeft ze geleerd om ze uit te schrijven omdat ze moest laten zien hoe ze tot het antwoord was gekomen anders scheelde dat haar punten.
En zo is het uitschrijven gelukkig wel ingesleten.
Morgen heeft ze een rekentoets.
Daarnaast natuurlijk eerst heel goed lezen en de som uit het verhaal opvissen.
Die 4,5 gaat hier wel gehaald worden. Er is nog geen onvoldoende voorbij gekomen gelukkig. En ze heeft het wel als vak zodat er op school geoefend wordt.

Volgens mij niet

#94 "Rekenen ís basisschoolstof. De bewerkingen leer je op de basisschool en er komen geen nieuwe bewerkingen bij."
Zo is het niet ingericht.
Eind bo worden leerlingen geinstrueerde te zijn geweest op streeftniveau (2F), worden ze geacht 1F te beheersen, maar wordt erop gerekend dat een deel van de lln niet verder is gekomen dan het minimumniveau.
Dat impliceert omgekeerd dathet aanbod voor 3F niet behandeld hoeft te worden op het bo en dat het grootste deel van de lln 2F ontgaat.

Krotom: het rekenen volgens de Ref niveaus os niet klaar op het bo.

Het heeft verder niet zoveel zin om wild te gokken over hoe het 'vroeger' was, want toen was alles anders. Toen kon je nog 8 jaar over de mavo doen en 10 over het vo. Je kon ookprobleemloos een studie beginnen die je niet afrondde. De weg erheen werd belangrijker gevonden dan het diploma.

Je kon ook een hbo diploma halen zonder links van rechts te kunnen onderscheiden trouwens.

Ondertussen ben ik niet tegen rekenen op het vo. Mijn idee en bovendien ook mijn ervaring: wij hadden handelsrekenen. Dat was echt rekenles, al hoorde het bij economie.
Ook on het vmbo (toen lbo) werd rekenles gegeven. Rekenen was onderdeel van het middenstandsdiploma.

Miriam

Zolang we niet weten wat de verschillende niveau's inhouden kan iedereen in de ruimte praten, maar we hebben geen idee.

Maar goed, noem maar welke berekeningen je op de basischool niet leert. Je leert optellen, aftrekken, delen en vermenigvuldigen.

Het heeft wel degelijk zin om te kijken naar hoe het vroeger was, aangezien de vervolgopleidingen nu klagen over het niveau en vroeger niet. Kortom vroeger beheersten de leerlingen wat er verwacht werd. Tegenwoordig niet. Hoe kan dat? Wat is er veranderd? Welke veranderingen waren niet ten goede? Dat heeft niets met wild gokken en acht jaar over MAVO doen te maken.

Slim, slimmer, slimst

Dochter wordt expert in de vreemde vragen.
Een som komt uit op 9,999. Gevraagd wordt om die in 2 decimalen na de komma weer te geven. Is dat dan 9,99? Niet volgens dochter, want je moet de laatste negen afronden naar de 2e decimaal. Dus 10,00?
Zelf die 'onzin' bedenken helpt hopelijk een beetje. De tapijtvraag, m2 in plaats van strekkende meter, zou ze niet fout doen volgens haar omdat ze nog nooit tapijt of zeil besteld heeft en daar geen weet van heeft. Dat is iets voor volwassenen.

flanagan

De toets komt pas in maart, waarom heb jij het over geslaagd zijn?

Mijn kind is vorig schooljaar geslaagd

Kan dat niet dan?

Te letterlijk Barvaux

Ook voor een 'oefentoets', staat hier in het rooster ook gewoon als 'rekentoets' kun je slagen of zakken.

De om te oefenen rekentoets

Klopt dat de officiële toets ergens in maart is. De oefentoets vandaag was in lijn met de Cito-oefentoetsen. Wie voor die toets met één dag oefenen een 8 haalt zal in maart dat niet veel slechter doen, lijkt mij. Het klassikale beeld van de toets was; moeilijk en te weinig tijd. Kind kijkt met vertrouwen de officiële toets tegemoet. Nu hebben we met de 3f oefenboekjes ( tip skik) nog wat gelegenheid om wat sommen te bekijken of anders een paar andere Cito-oefentoetsen op de web te maken. Hier in ieder geval geen stress.

Tip voor dyslecten: ze mogen met een oortje luisteren en dat is prettig en zo wordt je niet afgeleid door andere geluiden. Hier gebruikte kind een eigen oortje.

luisteren

Dat luisteren hangt van de school af Flanagan. Bij dochter mag het niet bij elke toets sinds er een paar leerlingen de mp3 gebruikt hebben als 'ondersteuning' voor de toets. En dat is voor haar heel vervelend omdat ze zich moeilijk kan afsluiten van de prikkels in haar drukke klas. Ze moet het nu steeds vragen en van de een mag het wel en de ander houdt zich aan het ingestelde verbod.

Rekentoets voor dyslecten

http://www.taalenrekenen.nl/referentiekader/betekenis/FAQ/voortgezet/dyslectisch/

Gesproken versie; dus geen oortjes om naar 'muziek' te luisteren.

Dat weten we wel

#97 zie http://www.taalenrekenen.nl/ref_niveaus_rekenen/niveauopbouw/ en klik door.
Je vindt er zeer gedetailleerd de beschrijvingen van de referentieniveaus met voorbeelden.

Het komt allemaal niet uit de lucht vallen. Dit wordt al tien jaar ontwikkeld. Het is al uit en te na door getest, beschreven, omschreven.
Juist daarom is dat gepiep nu zo gek.

Je vindt ook honderden mogelijkheden om rekenen (en taal) per niveau te oefenen.

1F - rekenen
Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen
De leerling:

weet eenvoudige getallen, bewerkingen en symbolen correct te noteren en te gebruiken.
kan getallen lezen en uitleggen hoe getallen uit cijfers opgebouwd zijn;
kan hoofdrekenen met en zonder notatie van tussenresultaten;
kan hoofdbewerkingen (+, -, x, met gehele en eenvoudige decimale getallen op papier uitvoeren, evenals bewerkingen met eenvoudige breuken;
kan berekeningen uitvoeren om problemen op te lossen en de rekenmachine op verstandige wijze inzetten;
kan in de context van verhoudingen eenvoudige berekeningen uitvoeren, ook met procenten en verhoudingen;
kan veel voorkomende en eenvoudige meetinstrumenten gebruiken en aflezen, met maateenheden rekenen en in eenvoudige gevallen maateenheden in elkaar omzetten;
heeft een gevoel ontwikkeld voor standaardmaten in veel voorkomende situaties;
kent namen van enkele meetkundige figuren en begrippen en kan deze gebruiken om situaties in de ruimte te beschrijven;
kan eenvoudige tabellen, diagrammen en grafieken gebruiken bij het oplossen van problemen, ook om eenvoudige berekeningen uit te voeren.

2F - rekenen
Vaardigheden referentieniveau 2F rekenen
De leerling:

kan alles wat bij 1F beschreven is;
kan negatieve getallen noteren, begrijpen en er eenvoudige berekeningen mee uitvoeren;
weet de betekenis van miljoen en miljard;
kan complexere berekeningen uitvoeren met procenten en verhoudingen;
kan in beperkte mate redeneren over verhoudingen en breuken;
kent de structuur en de samenhang tussen decimale maateenheden en kan in concrete situaties de juiste maateenheden gebruiken;
kent aanvullende namen van meetkundige figuren en begrippen en kan deze gebruiken om situaties in de ruimte te beschrijven;
kan (werk)tekeningen lezen, interpreteren en zelf maken;
kan complexere meetinstrumenten gebruiken en aflezen;
kan op basis van aanzichten, doorsneden en uitslagen van ruimtelijke figuren zich een beeld vormen van deze figuren;
kan oppervlakten en inhouden uitrekenen;
weet hoe de grootte van hoeken tot uitdrukking gebracht en gemeten kunnen worden;
kent in beperkte mate eigenschappen van meetkundige figuren;
kan tabellen, diagrammen en grafieken bij het oplossen van problemen gebruiken en daarbij conclusies formuleren;
kan bij een verband tussen grootheden een gegevenstabel en grafiek maken
kent van sommige verbanden de vorm van de grafiek en kan dergelijke verbanden uit een gegevenstabel herkennen;
kan in beperkte mate omgaan met formules.

3F - rekenen
Vaardigheden referentieniveau 3F rekenen
De leerling:

kan alles wat bij 1F en 2F beschreven is;
kan de rekenkundige vaardigheden uit 1F en 2F inzetten in complexe situaties, vooral die die aan een beroep gerelateerd zijn;
kan beroepsspecifieke meetinstrumenten aflezen en gebruiken, beroepsspecifieke maateenheden gebruiken, werktekeningen in een beroepssituatie lezen en interpreteren, grafische voorstellingen die in een beroepssituatie gangbaar zijn lezen en produceren;
kan termen en begrippen uit een beroepssituatie in verband brengen met rekenkundige termen en begrippen;
kan numerieke en ruimtelijke informatie uit verschillende bronnen combineren om conclusies te trekken en berekeningen te maken;
kan de resultaten hiervan presenteren met behulp van ict.

annej

Ik begrijp niet wat je bedoelt. Als een dyslect naar een gesproken versie mag luisteren plugt hij/zij dus oortjes of een koptelefoon in in de computer. Wat dat te maken heeft met mp3 spelers is mij een raadsel.

Inzichtelijk

1F http://www.aps.nl/documents/10180/26927/Rekenposter-1F.pdf/786e2f74-f645-4ec8-aa27-9fdde550b33d
2F http://www.aps.nl/documents/10180/26927/Rekenposter-2F.pdf/dcd5be66-4d89-4095-8676-b44a23c6f26f
3F http://www.aps.nl/documents/10180/26927/Rekenposter-3F.pdf/d7fe4cfb-2f39-453e-9275-c3e2f96697dc

2F en 3F

Even uitgaande van mijn zoon in de brugklas basis: hij heeft het afgelopen halve jaar voor het eerst negatieve getallen gehad, een grafiek leren tekenen, weet nu van lijnen (evenwijdig en loodrecht) en hoeken. Meer heeft hij eigenlijk niet gedaan bij wiskunde. Bij rekenen zijn ze nog niet bezig met breuken en rekenen ze geloof ik onder de 1000 (met plus, min, maal en delen).

Hij weet nog niets van machten en worteltrekken en toch is dit allemaal 2F. Ik begrijp dus niet dat veel mensen blijven roepen dat de rekentoets basisschoolstof is. Dat is het niet.

3F gaat vooral de diepte in, complexere situaties, iets wat je ook leert door ouder worden/wijsheid/ervaring. Ik snap dat het lijkt op iets wat je op de basisschool moet doen maar dat is het dus niet.

Barveaux, rekenen 2F in brugklas

Zoon hier is nog niet aan zijn eindexamen toe, zit in VWO-2, maar zal de verplichte rekentoets wel voor zijn eindexamen moeten doen. Op school hebben ze wekelijks een uur rekenen. Ze doen dat met een computerprogramma en het wordt gegeven door, nee, niet een wiskunde of natuurkundeleraar, maar de mediathecaresse. Jullie begrijpen dat er weinig wordt uitgelegd.

Omdat de klas vorig jaar nogal achter liep moesten ze in de kerstvakantie sommen maken. Ik heb dus toen 2 weken lang elke dag 20 à 30 sommen met zoon samen gemaakt en goed kunnen zien hoe ze oefenden. Ik begreep toen ook hoe zoon aan een 5,2 voor rekenen op zijn rapport kwam (terwijl hij een 8 voor wiskunde had). De sommen gingen o.a. over het berekenen van de omtrek van een paardenrenbaan (dat is moeilijk als je niet weet wat pi is en de omtrek van een cirkel niet kunt berekenen), miljard en biljoen en nog een aantal dingen die ze bij wiskunde nog niet hadden gehad. Kortom, hij kon door gebrek aan kennis nooit 100% halen. Zijn uitgangspunt lag op 80%; doe nog iets fout en daar is je 5. Daarbij heb ik het nog niet over het feit dat de sommen meer een tekstverklaring leken dan een som en een aantal keren niet duidelijk was wat nu de vraag was: het percentage waarvan moest je nu eigenlijk berekenen ( van het totaal of van een in de som benoemd gedeelte van het totaal). Inmiddels is zoon een jaar ouder en weet wel wat pi is, en hoeveel een miljard en een biljoen zijn en zie daar een 8 voor rekenen.

Kritiek op de toets is hierboven al ruim aan de orde geweest. Dit is niet de manier om pubers op de rekentoets voor te bereiden. Vragen die je niet kunt weten moeten beantwoorden is erg demotiverend. Geen uitleg krijgen, alleen een onvoldoende motiveert evenmin. Oplossing van het rekenprobleem zal dus op twee vlakken moeten gebeuren: rekenonderwijs passend bij het kennisniveau van de leerling met uitleg/begeleiding en aanpassing van de toets met een mengsel van b.v. redactiesommen, als recht-toe-recht-aan sommen met haakjes, breuken etc, staartdelingen, hoofdrekenen. Dan toets je de verschillende onderdelen die samen rekenvaardigheden vormen.

P.S. 1 - In de jaren 70 en 80 leerde ik op school al dat de oliebollen van de heer van Dalen de rekenvolgorde niet helemaal correct weergaf. Delen en vermenigvuldigen stonden op "gelijk niveau" (delen door iets is vermenigvuldigen met het omgekeerde) en optellen en aftrekken ook. Het is dus niet zo dat ergens in de jaren negentig het rekenen heel anders werd.

P.S. 2 - Ik vraag me af of Den Haag over een paar jaar bedenkt dat er misschien ook een eindtoets voor spelling moet komen. Ook zoiets waar hogescholen, universiteiten en werkgevers over klagen. Zouden ze dat dan gaan invullen door verplichte deelname aan het nationaal dictee? (haha) Dat test ook niet of je echt kan spellen.

Is er ook

PS2
Ja. Referentieniveaus voor taal zijn er ook. Niet alleen spellen, maar ook vervoegen, interpunctie, etc.

Maartje

Je zet mijn naam erboven en meestal houdt dat in dat je het niet met mij eens bent

Wil je iets verduidelijken wat je wil zeggen? Overigens heb ik nog geen pi-vragen in de oefentoetsen gezien. Oudste is er niet (had deze week een proeftoets) dus dat kan ik hem niet vragen.

Het computerprogramma van jongste begint dus echt bij nul (nou ja 1 + 1) en dat werkt prima met een mediathecaresse erbij maar in dit geval zit de wiskundedocent ernaast. Het wordt allemaal zo helder uitgelegd dat er alleen iemand in de buurt moet zijn om te zorgen dat ze aan hun werk blijven.

Ik weet niet of jouw zoon ook rekenblokken heeft maar dat gaat dus om een heel ander niveau. Wordt er eerst uitleg gegeven, geoefend en dan per stukje een toets gegeven of toetsen ze alleen maar?

Die P.S. 1 kan al helemaal niet op mij slaan want je hebt helemaal gelijk. Het idee dat optellen belangrijker is dan aftrekken en zo ook vermenigvuldigen eerder zou moeten dan delen is te belachelijk voor woorden.

Barvaux,

Ik denk dat dat op mij slaat. Ik heb de MvD-regel vroeger te letterlijk aangeleerd. Maar dat viel tussen de andere rekensommen toentertijd blijkbaar niet op. Toen ik mijn man hierover vertelde, gaf hij toe net zo te rekenen. Het rekenboek van onze jongste deed hem beseffen welke fout hij maakte. Maar in zijn dagelijkse werk hoeft er geen rekenregels toegepast te worden; daar rekent de computer het voor je uit.

Barveaux

veel van wat jou zoon nu op het vo krijgt krijgt mijn dochter nu in groep 5.
Grafieken staan in het oefenboek voor de slechte rekenaars. Ze rekenen met duizendtallen.
Breuken zijn ze dit school jaar mee begonnen.
Negatieve getallen worden voorzichtig geintroduceerd, in dat oefenboek voor slechte rekenaars. jongetje is 9 en ze moeten uitrekenen hoe oud hij 18 jaar geleden was. Er staat een getallen lijn bij waarop ze dat kunnen uitrekenen.

Ik denk daarom dat een groot deel wel degelijk basisschool stof is. Maar niet alles. Ik weet niet wat de stof in groep 7 en groep 8 is natuurlijk.

http://www.slo.nl/downloads/2009/Fundamentele__doelen__rekenwiskunde__herzien.pdf/

Dit is een uitwerking van wat ze zouden moeten kunnen aan het eind van de basisschool om 1F niveau te hebben.

Amk,

Maar dat betekent niet meteen dat een kind het ook beheerst.

Trouwens eigenaardige vraagstelling voor een kind: een oud was een 9- jarig kind 18 jaar geleden. Logisch denkend kind zegt 0 en vraagt aan de leerkracht of het een type-fout betreft. Daar kan je toch niets bij voorstellen.
Maar zo vond ik de nieuwe stijl rekenboeken ala pluspunt zowieso een hoog kleurboekgehalte hebben. Dat zou een kind prikkelen om plezier te beleven aan rekenen. Verkocht goed.

amk

Ik zie dat het door een toegevoegde zin onduidelijk werd: "Bij rekenen zijn ze nog niet bezig met breuken en rekenen ze geloof ik onder de 1000 (met plus, min, maal en delen). "

Ik bedoel hiermee dat hij dat doet bij de REKENLESSEN, de rest krijgt hij bij wiskunde.

Volgens mij heeft hij op de basisschool geen grafieken getekend en geleerd wat een X en Y as was. Aflezen is wat anders.

Waarom moet je uitrekenen hoe oud een jongen van negen 18 jaar geleden was?

oja amk

Je geeft een link over 1F, maar de linken over 2F en 3F zijn ook gegeven dus ik begrijp niet waarom je die nu geeft? Over 1F is iedereen het eens, dat is basisschoolstof. De rekentoets is 2F of 3F en ik wilde aantonen dat daar stof in zit wat een gemiddeld kind niet krijgt op de basisschool omdat men maar blijft roepen dat de rekentoets basisschoolstof is.

Barveaux

ik leidde uit jouw tekst af dat jouw kind dat nog niet gehad heeft op de basisschool. Maar het is dus nu nog niet opnieuw behandeld bij de rekenlessen, vandaar mijn link naar de 1F eisen.

Flanagan

Dat van dat jongetje is een onderdeel van een som, je moet ook uitrekenen hoe oud vader en opa 18 jaar geleden waren.
En deze som staat in het opgaven boek voor de zwakkere rekenaars. Er staat een getallen lijn bij van -20 tot +100 waarop ze het kunnen uitwerken.

Het antwoord in het docentenschrift is: hij wordt over 9 jaar geboren.

En ik ben het met je eens over de 'leukigheid' in die boeken. De ene keer moet je rekenen met de informatie uit zo'n plaatje, de volgende som is het alleen maar leuk.

En dan staan er ook nog sommen in die mij (technisch universitair opgeleid) en mijn schoonzus (gepromoveer wiskundige) een kwartier kosten om uberhaubt te snappen wat er gevraagd wordt. En dat in hetzelfde oefenboek voor zwakke rekenaars. Het ging over treintijden, dus de logica van mijn dochter: ach het is de ns, dus als ik nu uitreken hoe lang ik moet wachten dan klopt dat toch niet. En dat heeft ze er onder geschreven. Ze heeft ze toch moeten uitrekenen van mij.

Amk, en Hanna

Dat is toch triest. Maar het verklaart wel een hoop. Aantal jaar geleden kreeg kind in groep 5 klokkijken bij een Cito. De methode boeken hadden dit nog niet behandeld en klassikaal kwam er een lagere score uit de toets. Het werd afgedaan met; 'over een half jaar weer een toets en dan kan je het wel'. Score bleef staan. Moeten ze nu in groep 6 doen, waarbij dergelijke scores worden meegenomen in LVS-advies.

Misschien moet Hanna maar eens een rekenboek gaan schrijven.! Bij het bedenken van sommen moet je ook in de denkwereld van kinderen kunnen staan. Het antwoord is niet fout maar de vraagstelling maakt niet duidelijk wat de bedenker wilt.

Van Dale allang verouderd

Ik ben geboren in 1965 en de Meneer Van Dale-regel ken ik toch echt als iets dat mijn ouders destijds op school leerden.

Ik leerde dat optellen en aftrekken gelijkwaardig zijn, en vermenigvuldigen en delen (wat mijn ouders leerden weet ik niet, misschien leerden ze dat ook, als "uitzondering" op de Van Dale-regel?)
Dat is ook logisch:
10 - 20 = 10 + - 20 = -20 + 10
delen door een getal is vermenigvuldigen met het omgekeerde van dat getal

Dit leerden we zeker op de middelbare school zo (dit is wel degelijk relevant bij wiskunde, bij het oplossen van vergelijkingen). Of we dit op de basisschool leerden, kan ik me niet meer herinneren. Waarschijnlijk wel.