Leen13
07-12-2016 om 19:44
Jeugdzorg 2
Norbert Klein.
Van hem is de aangenomen motie om rechtsmiddelen tegen ouders als OTS en UHP blijvend via de kinderrechter te laten verlopen.
Ook in het partijgprogramma staan zaken die de discussie de goede kant uit kunnen helpen. In mijn optiek dan.
"Centraal in het onderwijs moet de leraar staan. Een gemotiveerde, goed opgeleide, goed betaalde, enthousiaste leraar inspireert en stimuleert leerlingen om het beste uit zichzelf te halen. Leraren vervangen we niet door robots of I-pads. Veilige nieuwe technologie wordt ingezet om leraren kansen te geven leerlingen te laten excelleren, ieder op zijn of haar niveau. Ook kinderen met beperkingen schrijven we niet af door ze “bezigheidstherapie” te geven. We geven deze juist kansen door nieuwe methodes en technieken die speciaal voor hen ontwikkeld zijn, toe te passen."
Er zijn meer verstandige verkiezingspunten over zorg en onderwijs. Praten met en niet over de doelgroep. Meer controle op OTS en UHP en de rechtmatigheid en doelmatigheid daarvan.
Het basisinkomen.
Verder zijn ze voor de legalisering van het verbouwen van wied.
En met 'Fix the basics' willen ze meer respect voor de grondwet en de rechtstaat voor iedereen, ook voor minderheidsgroepen.
En een keuze voor Europa. Ceremonieel Koningschap.
Vrijzinnig en verstandig.
https://www.facebook.com/SOS.Jeugdzorg/posts/938948622878247
En werkt samen met SOS Jeugdzorg.
Wat je ook mag vinden van ABA, er is interesse in nieuwe behandelvormen en niet het pappen en nathouden, maatregelen zonder zorg, van de huidige jeugdzorgellende.
Leen13
10-12-2016 om 22:18
Meldcode verdienmodelspel
http://www.ad.nl/nieuws/bordspel-voor-seksuele-weerbaarheid-gevaarlijk-en-onbewezen~a72cc997/
"Stichting Kinderpostzegels gaf de maakster Petra Duijzer 10.000 euro voor de ontwikkeling van het spel en training van hulpverleners in de vrouwenopvang. Maar inmiddels heeft Kinderpostzegels grote twijfels nu Duijzer het Safe Kids-spel de toevoeging 'meldcode' heeft gegeven. Dat verwijst naar de landelijke methode om misbruik te signaleren, ook buiten de vrouwenopvang. ,,Zo is de aanvraag niet gedaan. Dit spel is niet gemaakt om misbruik op te sporen en bovendien niet iets dat je tussen taal en rekenen door speelt op school", aldus een woordvoerder.
Inmiddels zijn 40 Safe Kids spellen in omloop in de vrouwenopvang. Begin volgend jaar begint Duijzer met de uitrol op scholen en bij kindercoaches. Kosten van een spel en training: 1499 euro. "
mirreke
11-12-2016 om 16:45
Nou ja
er is ook ruim 100 miljoen voor PassendOnderwijs op de plank blijven liggen...
Leen13
20-12-2016 om 01:41
Vrijstelling bij wet beperkt
http://zembla.vara.nl/nieuws/leerplichtwet-aangepast-voor-kinderen-zonder-passend-onderwijs
Zat er aan te komen. Scholen hebben tot 2020 vrijstelling om Passend Onderwijs op orde te krijgen. Ouders en kinderen kunnen niet meer beschermd worden dmv vrijstelling.
Scholen moeten maar bij de buren vragen of die een oplossing weten. En wat moeten ouders doen die de oplossing van het SWV niet kunnen accepteren voor hun kind? En bedreigd worden door het strafrecht en jeugdbescherming?
"Scholen gaan nu bij wet verplicht worden om met andere scholen te overleggen over het vinden van passend onderwijs.
Aantal thuiszitters gestegen
Dekker had al eerder aan gemeenten gevraagd nog een keer goed te kijken naar de vrijstelling van de onderwijsplicht omdat het aantal kinderen met een vrijstelling van de leerplicht was gestegen van 3100 in 2010 naar vijfduizend in 2015."
"Als je kijkt naar kinderen die worden vrijgesteld van onderwijs, en soms ontkom je daar niet aan, die zijn zo zwaar gehandicapt, die gaan naar een medisch kinderdagverblijf. Daar is het voor bedoeld. Het is niet bedoeld voor scholen die zeggen, het is een ingewikkeld kind, we regelen iets met de gemeente zodat ze niet naar school toe hoeven. Als een kind wat kan leren dan hoort ie op school thuis, ook als het ingewikkeld is"
Fransien
20-12-2016 om 08:59
Jeugdzorg
Nog even terug op jeugdzorg en OTS.
OTS met UHP mag maximaal 2 jaar volgens mijn vriendin de gezinsvoogd, als je richting 1,5 jaar gaat moet er gewerkt worden aan afbouw/terugkeer of ontzetting uit de ouderlijke macht.
In de afgelopen 20 jaar dat ze dit werk doet heeft mijn vriendin nauwelijks ontzettingen aangevraagd (in tegenstelling tot veel van haar collega's) en ze moet dit nu weer doen. Gelukkig woont het kind wel bij haar familie en niet in een pleeggezin.
Overigens is de problematiek bij de moeder niet dat ze een ingewikkeld kind heeft of ruzie met school. Mijn vriendin heeft zelf kinderen waarvan er eentje dyslectisch is en weet wat voor punthoofd je bij tijden van school kunt krijgen.
Li
20-12-2016 om 09:17
maar AnneJ
scholen moesten toch al een plek vinden voor elk kind, daar is toch niets in veranderd?
Leen13
20-12-2016 om 10:50
Inderdaad Li
Wat er veranderd is dat je, na de wetswijziging, minder makkelijk -en het is al geen sinecure- een ontheffing kunt krijgen van de leerplicht.
En dan zijn jij en je kind kwetsbaar voor maatregelen als boetes, OTS en UHP, waarna je kind nog minder scholing heeft of verder de weg kwijt is.
Zie het verhaal Sylvano
Zie de rechtzaken die goed maar ook slecht kunnen aflopen.
http://www.wagenaaradvocaten.nl/column/verscherping-leerplichtwet/
"In deze recente zaak verweet justitie de moeder dat zij verwijtbaar te kort was geschoten in haar zorgplicht jegens haar 15-jarige dochter, die sedert september 2013 thuis zat. De kwestie was feitelijk gecompliceerd omdat uit deskundigenonderzoek uit 2008 bij het meisje vermoedens van een stoornis in het autisme spectrum bleken, die alsnog leken bevestigd te worden. Tevens was sprake van een ernstige vorm van pesten. De minderjarige was in ieder geval met geen mogelijkheid naar school te krijgen.
De officier eiste een voorwaardelijke werkstraf van 60 uur met reclasseringstoezicht"
Leen13
20-12-2016 om 11:37
Punthoofd
Mijn moeder kreeg vroeger al een punthoofd van de scholing van mijn broers.
Op de basisschool vroeg ze de leerkracht broer voorin te zetten omdat hij zo afgeleid raakte van wat er voor hem bewoog.
Dat duurde tot Pasen voor de leerkracht enthousiast kwam melden dat broer nu voorin de klas zat. Maar het jaar was bijna om.
Mijn broer is zonder diploma van school gegaan, maar dat heeft hij in kunnen halen met bedrijfsopleidingen waarna hij hoge functies kreeg.
Maar ik heb de indruk dat dit ook steeds minder gebeurt.
In elk geval gebeurt dat niet meer in het bedrijf van broer. Die huren tegenwoordig liever externe consultants in. En ontslaan vast personeel.
Gelukkig had je vroeger niet de verplichte bemoeienis van jeugdbescherming. Dan was het heel anders afgelopen.
Schoolgang, opleiding en scholing, werk wordt gecompliceerder. Hulp is ontoereikend en dan gaan we maar vervolgen en straffen alsof het een opvoedingsdingetje is en ouders daarin hun kinderen 'mishandelen'.
Leen13
20-12-2016 om 12:00
Nog stelliger is Katinka Slump
"Katinka Slump @KatinkaSlump 16 dec.
Katinka Slump heeft geretweet ZEMBLA
De strafvervolging Leerplichtwet is zelf de oorzaak van explosieve stijging van vrijstelling leerbare leerlingen."
En wat doet Sander Dekker? De kans op vervolging weer groter maken.
Want met Passend Onderwijs heeft het niets te maken.
Li
20-12-2016 om 14:48
Juist
Ik snap het. Dat wordt dus nog meer op eieren lopen. Zal blij zijn als hij 18 is. Eigenlijk erg, want ik geniet zo van hem, van het knuffelige mannetje dat hij af en toe nog is.
De onkunde van scholen is het probleem niet, ik leg het ze graag uit. Maar ze willen hun onkunde niet toegeven en dat maakt het zo tricky. En dan nog Jeugdzorg als een soort spook op de achtergrond. Niet fijn.
Nou ja, de verwijzing naar speciaal onderwijs heb ik vorig jaar kunnen tegenhouden. Al was het alleen maar vanwege zijn fantastische vriendengroepje, wat een heerlijke kinderen. Hopen dat het zo blijft. Volgend jaar de middenbouw, die hebben tenminste een goede, reële teamleider.
Leen13
20-12-2016 om 19:50
Schade door melding is voor jou
http://www.ad.nl/nieuws/onschuldig-en-toch-voor-het-leven-gestraft~aabc76b0/
"Zijn nachtmerrie begint in 2012, als er aangifte tegen hem wordt gedaan. Hij zou zijn kleinzoon hebben misbruikt. Het enige 'bewijs' daarvoor is een tegenstrijdig en warrig verhaal dat het (toen vijfjarige) jongetje aan een kinderpsycholoog heeft verteld"
Op het politiebureau wordt hij officieel in hechtenis genomen. Hij moet zijn persoonlijke bezittingen afstaan, wordt gefouilleerd en moet een 'boevenpak' aan. ,,Toen ik in de cel zat, raakte ik bijna in paniek. Je eigenwaarde gaat eraan. Ik ben een eerzaam burger, altijd geweest. Heb zelfs een koninklijke onderscheiding. En dan gooien ze je in de cel alsof je een zware crimineel bent."
Begrijp mij niet verkeerd, stelt hij: als er mogelijk sprake is van misbruik van een kind moet dat tot op de bodem worden uitgezocht. ,,Maar in mijn geval was er helemaal geen bewijs en tóch werd ik in de cel gezet."
"De officier van justitie seponeert de zaak. Niet vanwege gebrek aan bewijs, maar - zo valt in de brief te lezen - omdat hij ten onrechte als verdachte is beschouwd. ,,Eerst was ik opgelucht, maar al snel overheerste het verdriet en de boosheid. De impact van zo'n verdenking is enorm, mijn leven is gedeeltelijk verwoest. En het enige dat je krijgt is een lullig briefje. Daarmee is het klaar."
En dan krijg je voor onterechte hechtenis nog een vergoeding maar niets voor een vernietigd leven. Niemand die je overeind helpt.
Leen13
20-12-2016 om 20:19
Het sprookje dat Passend Onderwijs heet
http://www.ad.nl/dossier-nieuws/het-sprookje-dat-passend-onderwijs-heet~a6311be5/
"Oké. Passend onderwijs? De basisschool probeert het wel, maar kan niet bieden wat Liam nodig heeft: een klein klasje, een prikkelarme omgeving, motiveren tot leren en pro-actief handelen bij conflicten. Simpelweg omdat het aan extra mensen ontbreekt waar geen budget voor is. Alles draait om geld, budgetten en arrangementen. Het draait niet meer om Liam die depressief, overspannen en ongemotiveerd is.
Als we Liam naar zijn gewone school brengen voelen we spanning en zien we tranen. We brengen hem op een plek die niet geschikt is voor hem en we wachten op het telefoontje dat het uit de hand loopt op school, waardoor hij niet meer kan komen omdat dan de veiligheid van de school in het gedrang komt.
Toen de minister deze nieuwe regels invoerde en een prachtig beeld schetste van passend onderwijs, is in dit sprookje toen ook meegenomen dat sprookjes niet bestaan en al helemaal niet altijd een happy end kennen?"
We weten wel wat er nodig is, kleine klasjes, meer persoonlijke begeleiding, prikkelarme omgeving. Maar we doen het niet.
Leen13
21-12-2016 om 01:18
Militairen gedwongen 'weg te kijken' bij kindermisbruik
http://www.npo.nl/brandpunt/20-12-2016/KN_1686919
"De schaduwzijde van de missie in Uruzgan. Hij kostte twee miljard. Volgens Den Haag ging het om wederopbouw, maar er werd vooral gevochten. 25 doden aan Nederlandse kant en een veelvoud aan gewonden. Om de strijd te winnen werkte ISAF samen met lokale machthebbers. Ook met mannen die zich schuldig maakten aan het seksueel misbruiken van minderjarige jongetjes. De daders werden ongemoeid gelaten. 'In Nederland zou ik die man arresteren en hier moet ik daarmee samenwerken', zegt een lid van de Koninklijke Marechaussee in de uitzending. Brandpunt onderzocht de schaduwzijde van de ISAF-missie en stuitte op morele dilemma's, machteloze militairen en een Nederlandse gezagsdrager die het seksueel misbruik afdeed als: 'Het is cultuur'. Het tolereren van het misbruik roept morele vragen op maar leidt, zo blijkt, ook tot veiligheidsrisico's"
Leen13
22-12-2016 om 00:35
Taskforce Kindermishandeling slaat op hol; berg je maar
https://www.vanmontfoort.nl/vmblog/entry/taskforce-kindermishandeling-slaat-alarm
Al tientallen jaren leven we met het 'gegeven' van 119.000 'mishandelde' kinderen. Ondanks alle inspanningen wil dat cijfer maar niet dalen.
Desondanks meent de Taskforce met een verplichte opvoedcursus en nog meer melden dat het nu eens eindelijk de cijfers omlaag gaat krijgen
Gaat natuurlijk niet lukken. Het betekent alleen nog meer staatsterreur voor gezinnen waar dat niet voor bedoeld is om dat die zich toch al melden bij de hulpverlening. Dus wees gewaarschuwd. Wie hulp nodig heeft met een kind is een 'kindermishandelaar'.
"Meer kinderen op de radar
De taskforce stelt, dat ‘we veel te weinig kinderen op onze radar krijgen’. De oplossing van de taskforce is een registratieplicht bij Veilig Thuis en een uitbreiding van de beroepsgroepen die verplicht de meldcode moeten gebruiken. Dat wil zeggen: meer kinderen melden bij Veilig Thuis. Hierachter zit de aanname, dat de staat almachtig en alziend is. Dat de staat vanuit één instantie alles kan overzien, beheersen en voorkómen. Niet alleen is er geen bewijs, dat kindermishandeling daardoor minder vóórkomt, er zijn aanwijzingen dat het niet werkt. Sinds 1972 is het aantal meldingen bij de voorgangers van Veilig Thuis jaarlijks toegenomen. In de afgelopen tien jaar is het aantal meldingen fors gestegen en volgens de onderzoeken waar de taskforce zich op baseert was dat zonder effect op het aantal mishandelde kinderen. Veilig Thuis heeft een belangrijke functie, maar kan deze verwachting nooit waarmaken. Nu reeds kraakt de instelling onder de tienduizenden meldingen en de onrealistische verwachtingen van het effect van een melding. Meer van hetzelfde zal niet leiden tot het hoge doel van het halveren van het aantal mishandelde kinderen."
Jammer dat dit soort schrijvers als Adri van Montfoort, maar ook Jo Hermanns, pas na het verlaten van het kinderbeschermingswerk zich pas kritisch gaan uitlaten over hun broodheer en niet tijdens hun werk zaken hebben kunnen veranderen.
Leen13
22-12-2016 om 14:15
Afschaffen is beter: sociale wijkteams en jeugdbescherming
http://www.sociaalweb.nl/blogs/de-stekker-uit-de-sociale-wijkteams
"We hebben zwaar ingezet op een middel dat a priori al een hoop vragen opriep. Ik vind het moeilijk om mijn studenten uit te leggen dat je meer ‘maatwerk’ krijgt als je alle professionals op een hoop veegt. Ik weet niet precies waarom concentratie van professionals leidt tot meer zelfredzaamheid en burgerkracht. Ik snap niet hoe je preventie wilt bedrijven door jongerenwerk en opbouwwerk af te schaffen en burgers te vertellen dat ze je pas mogen benaderen als ze een probleem hebben."
https://www.youtube.com/watch?v=HGTzNQeo_1QKinderen horen thuis.Het UHP in Nederland blijft echter maar stijgen, in Europa het hoogste aantal kinderen.
In de video commentaar van Jo Hermanns die de cijfers UHP in Zeeland met 50 procent liet verminderen. Theo Doreleiers over de slechte resultaten van instellingen voor meisjes als Huize Alexandra.
Met 90 procent van de meisjes gaat het na afloop niet goed. Met oud rechter Nanneke Quick Schuit die zich verbaasd over het hoge misbruik in instellingen en pleegzorg. Rene Hoksbergen over gebrek aan zorg. Doet ook een appel om kinderen te laten opgroeien in het gezin waar het uit voort komt. De werkelijkheid is 'gesol' met kinderen in instellingen en pleeggezinnen.
Allerlei bekenden trekken voorbij, Richard Korver, Remzi Cavdar, de oude Kinderombudsman Marc Dullaert,
mirreke
22-12-2016 om 14:41
Maar waarom, waarom gaat niemand nu eens echt aan de slag
met die totaal overtrokken aantallen mishandelde kinderen. Wanneer wordt nu eens serieus hiernaar gekeken.
Ergens in het vorige draadje staat een link naar een onderzoek. Het is een betaalartikel dat ik ooit heb gekocht, dus ik post het hele artikel hier nu.
In dit artikel wordt heeeeeel voorzichtig gehint dat het geschat aantal mishandelde kinderen wel eens veel te hoog kan zijn, omdat het in de verste verte niet blijkt na onderzoek na verplichte melding via de SEH. Ze hebben het dan wel alleen over lichamelijke tekenen van mishandeling.
" Onze bevindingen suggereren dat de meeste onderzoeken de prevalentie van lichamelijke kindermishandeling hebben overschat, al valt het niet uit te sluiten dat er werkelijk een breed spectrum van prevalenties bestaat."
Ik zou graag hebben dat een serieus onderzoeksteam eens met de cijfers aan de slag gaat. Want die hele hype is gebaseerd op dit cijfer...
https://www.ntvg.nl/artikelen/screening-op-kindermishandeling-op-de-seh
Samenvatting
Doel
Het doel van dit onderzoek was de diagnostische waarde vast te stellen van de verplichte screening op kindermishandeling op afdelingen Spoedeisende Hulp (SEH). Ook onderzochten we de toegevoegde waarde van de inzet van kinderartsen met forensisch-medische expertise bij kinderen (FMEK) naast de screening.
Opzet
Multicentrisch dwarsdoorsnede-onderzoek.
Methode
Voor alle kinderen in de leeftijd 0-7 jaar die met letsel op een SEH kwamen, vulde SEH-personeel de verplichte SPUTOVAMO-R-vragenlijst in. De uitkomst van deze indextest werd vergeleken met een referentietest en met het oordeel van de kinderarts met FMEK. De referentietest bestond uit geblindeerde, onafhankelijke beoordeling van zowel positieve als negatieve indextests door een panel van experts op basis van uitgebreide dossierinformatie.
Resultaten
Bij 3 van de 4290 geïncludeerde kinderen werd in de referentietest lichamelijke kindermishandeling geconstateerd, een prevalentie van 0,07%. De positief voorspellende waarde van SPUTOVAMO-R voor lichamelijke kindermishandeling was 0,03 (95%-BI: 0,006-0,085), de negatief voorspellende waarde 1,0 (95%-BI: 0,994-1,0). De overeenstemming tussen panelleden en kinderartsen met FMEK over de diagnose ‘lichamelijke mishandeling’ bij kinderen met een positieve uitslag op de indextest was 100%.
Conclusie
SPUTOVAMO-R spoort alle gevallen van lichamelijke kindermishandeling op, maar wel met zeer veel fout-positieve uitslagen. De inzet van kinderartsen met FMEK bij kinderen met een positieve uitslag op de SPUTOVAMO-R kan het aantal fout-positieven sterk reduceren.
Inleiding
Kindermishandeling heeft aanzienlijke korte- en langetermijneffecten voor de gezondheid en het welbevinden van het kind.1,2 Vroege opsporing van kindermishandeling is belangrijk en kan ernstige gevolgen voorkomen. Een deel van de mishandelde kinderen zal vroeg of laat op een afdeling Spoedeisende Hulp (SEH) komen met een lichamelijke verwonding.3 Internationaal worden diverse methoden gebruikt om kindermishandeling op de SEH op te sporen, maar er is nauwelijks bewijs dat deze methoden effectief zijn.4-11
In Nederland heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg de SEH’s in 2009 verplicht tot het gebruik van een instrument om te screenen op kindermishandeling.12 Een veelgebruikt instrument is het zogeheten SPUTOVAMO-formulier, maar de diagnostische waarde daarvan is nooit onderzocht.7
In het onderzoek ‘Child abuse inventory at emergency rooms’ (CHAIN-ER) hebben we de diagnostische waarde onderzocht van de SPUTOVAMO-vragenlijst bij kinderen die met lichamelijk letsel op de SEH komen. Daarnaast onderzochten we de toegevoegde waarde van de inzet van kinderartsen met forensisch-medische expertise bij kinderen (FMEK) in relatie tot de validiteit van het screeningsinstrument.
Methode
Voor de uitgebreide beschrijving van de methoden verwijzen we naar de oorspronkelijke publicatie.13,14
Inclusie en indextest
In de periode juni 2009-december 2010 includeerden we alle kinderen in de leeftijd van 0-7 jaar die met letsel op 1 van de 4 deelnemende SEH’s in het centrum van Nederland kwamen. Voor al deze kinderen vulde een arts of verpleegkundige het SPUTOVAMO-R-formulier in, dat onderdeel is van een verplicht veld in het elektronisch patiëntendossier. SPUTOVAMO-R, een gereviseerde versie van het oorspronkelijke SPUTOVAMO-formulier, bevat 6 vragen. Als 1 of meer van de 6 vragen met ‘nee’ beantwoord wordt, is de test positief, dat wil zeggen: er is een vermoeden van kindermishandeling (figuur 1). We gebruikten de ingevulde formulieren als indextest.
Referentietest en aanvullende informatie
In het kader van dit onderzoek verzamelden onderzoeksmedewerkers uitgebreide aanvullende informatie over alle kinderen met een positieve indextest en over een willekeurige steekproef van 15% van de kinderen met een negatieve indextest. Deze aanvullende informatie bestond uit een aanvullende telefonische anamnese door een kinderarts met FMEK, vragenlijstinformatie over risicofactoren ingevuld door huisarts en jeugdarts, controle of het kind bekend was bij Veilig Thuis of een Bureau Jeugdzorg, en informatie uit de eventuele follow-up.13
Per deelnemend kind verwerkten we alle gegevens tot een geanonimiseerd dossier dat we voorlegden aan een panel van 3 Nederlandse kinderartsen die gespecialiseerd waren in het herkennen van kindermishandeling. Deze referenten waren geblindeerd voor de uitkomst van de indextest en voor de uitspraak van de kinderarts met FMEK over de eventuele kindermishandeling.
In aanvulling op de referentietest vroegen we de kinderarts met FMEK die de aanvullende anamnese verrichtte naar diens inschatting of er sprake was van lichamelijke kindermishandeling. Ook checkten we tot 4 jaar na inclusie of de geïncludeerde kinderen gemeld waren bij Veilig Thuis, om te kunnen inschatten hoeveel meer kans er is om bij Veilig Thuis gemeld te worden als de SPUTOVAMO-R positief is.
Uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat van de referentietest was de diagnose ‘lichamelijke kindermishandeling’, de secundaire uitkomstmaten waren ‘letsel als gevolg van nalatigheid’ en ‘noodzaak tot hulpverlening door Bureau Jeugdzorg of Veilig Thuis’. De 3 panelleden deden onafhankelijk van elkaar een uitspraak over deze uitkomstmaten. We beschouwden de uitslag van een referentietest als positief bij een positief oordeel van minimaal 2 panelleden.
Statistische analyse
We berekenden de diagnostische waarde van SPUTOVAMO-R in termen van positief voorspellende waarde (PVW), negatief voorspellende waarde (NVW), sensitiviteit en specificiteit. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid tussen de panelleden berekenden we met de intraklassecorrelatiecoëfficiënt (ICC); voor de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid tussen de kinderarts FMEK en het expertpanel inzake de diagnose ‘lichamelijke kindermishandeling’ bepaalden we de κ-waarde. De relatie tussen de indextest en de meldingen bij Veilig Thuis werd uitgedrukt als relatief risico.
Resultaten
Doorstroming
In totaal 4290 kinderen voldeden aan de inclusiecriteria (figuur 2). Van deze kinderen hadden er 112 (2,6%) een positieve indextest. Uit de 4178 kinderen met een negatieve indextest selecteerden we een willekeurige steekproef van 645 (15%). Aan de ouders van deze 757 kinderen vroegen we toestemming om de referentietest te mogen uitvoeren. Deze toestemming werd geweigerd voor 12 kinderen met een positieve indextest (10,7%) en 25 kinderen met een negatieve indextest (3,9%); het verschil was niet significant.
Bij 192 kinderen kon de kinderarts met FMEK geen aanvullende telefonische anamnese verrichten omdat de ouders weigerden (n = 32) of bij herhaling niet bereikbaar waren (n = 160). Ouders van 35 van de 720 kinderen wilden niet dat informatie bij andere hulpverleners werd opgevraagd.
Uitkomstmaten
Het expertpanel constateerde bij 3 kinderen dat er sprake was van letsel als gevolg van lichamelijke kindermishandeling, wat de prevalentie van lichamelijke kindermishandeling in deze onderzoekspopulatie brengt op 0,07% (95%-BI: 0,01-0,2). Bij 6 kinderen was het letsel het gevolg van nalatigheid (prevalentie: 0,27%; 95%-BI: 0,15-0,49). Het expertpanel achtte bij 102 kinderen de noodzaak tot hulpverlening aanwezig (prevalentie: 11,6%; 95%-BI: 10,6-12,6).
De tabel geeft een overzicht van de diagnostische waarde van SPUTOVAMO-R voor de 3 uitkomstmaten. Van elke 100 kinderen met een positieve SPUTOVAMO-R waren er 3 terecht positief (PVW 0,03) en 97 onterecht positief (fout-positieve uitslagen: 0,97; 95%-BI: 0,915-0,994). Geen enkel kind werd gemist (fout-negatieve uitslagen: 0,0; 95%-BI: 0,0-0,006). Voor de uitkomst ‘nalatigheid’ vonden we vergelijkbare resultaten. Voor ‘noodzaak tot hulpverlening’ vonden we een hogere PVW maar een lagere NVW.
Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid en follow-up
De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de panelleden was hoog voor de uitkomstmaat ‘lichamelijke kindermishandeling’ (ICC: 0,82; 95%-BI: 0,80-0,84), maar laag voor ‘nalatigheid’ en ‘noodzaak tot hulpverlening’, met een ICC van respectievelijk 0,07 (95%-BI: 0,02-0,11) en 0,40 (95%-BI: 0,35-0,44). De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid tussen de kinderarts met FMEK en het expertpanel was 100%.
Van de 4253 kinderen waren er 4 jaar na inclusie 70 gemeld bij Veilig Thuis in verband met lichamelijke mishandeling. Van deze 70 hadden er 7 een positieve en 63 een negatieve uitslag op de indextest (relatief risico: 4,61; 95%-BI: 2,14-9,95).
Beschouwing
De SPUTOVAMO-Rsignaleert in alle gevallen of er sprake is van lichamelijke kindermishandeling, maar levert ook veel fout-positieve uitslagen op. Van elke 100 kinderen met een positieve indextest werden er slechts 3 daadwerkelijk lichamelijk mishandeld en was bij 33 verdere hulpverlening nodig door Veilig Thuis dan wel Bureau Jeugdzorg.
Het precieze aantal vragen in de SPUTOVAMO-R dat met ‘nee’ beantwoord wordt, is niet geassocieerd met de uitkomst. In de 3 indextests die terecht positief bleken, waren 1 of 2 vragen met ‘nee’ beantwoord, maar ook een aantal fout-positieve indextests had 2 afwijkende antwoorden. De ‘mate van afwijkendheid’ van de uitslag is dus niet voorspellend.
Sterke en zwakke punten
Ons onderzoek voldoet aan alle 14 QUADAS-criteria voor diagnostische onderzoeken.15 Eerdere vergelijkbare onderzoeken voldeden slechts aan een minderheid van deze criteria, met name omdat nooit dezelfde referentietest werd toegepast bij zowel positief als negatief gescreenden.3,9 Ons onderzoek is het eerste waarin de negatief voorspellende waarde van een screening voor kindermishandeling bepaald is.
De prevalentie van lichamelijke kindermishandeling die wij vonden, was met 0,07% veel lager dan de 1% die eerder gerapporteerd is op basis van 66 verschillende onderzoeken.3 Dat misclassificatie hiervan de oorzaak is, lijkt ons onwaarschijnlijk aangezien onze referentietest werd uitgevoerd door een panel van experts die elk geblindeerd tot een oordeel kwamen, zonder elkaars mening te kennen en op basis van uitgebreide informatie. Toch is het niet uitgesloten dat enige ‘implicit bias’ heeft meegespeeld, want de panelleden waren afhankelijk van informatie die voor een deel subjectief was, zoals de beoordeling van aanwezige risicofactoren.
Participatiebias is een onwaarschijnlijke verklaring voor de lage prevalentie die we vonden. Voor 37 van de 757 kinderen (4,9%) gaven de ouders geen toestemming voor een referentietest. Het expertpanel kon de uiteindelijke diagnose voor deze kinderen niet stellen, maar wel konden we de klinische uitkomst bekijken. Bij 1 van deze kinderen vonden we aanwijzingen voor lichamelijke kindermishandeling, maar dat beïnvloedt de gevonden prevalentie niet wezenlijk.
Het verschil in de door ons gevonden prevalentie van 0,07% en de eerder gerapporteerde 1% wordt waarschijnlijk op de eerste plaats veroorzaakt door de smalle definitie die we gebruikten, namelijk uitsluitend lichamelijke kindermishandeling, en door de gekozen referentietest. Onze bevindingen suggereren dat de meeste onderzoeken de prevalentie van lichamelijke kindermishandeling hebben overschat, al valt het niet uit te sluiten dat er werkelijk een breed spectrum van prevalenties bestaat.
De geringe overeenstemming binnen ons panel over de uitkomsten ‘letsel als gevolg van nalatigheid’ en ‘noodzaak tot hulpverlening’ maakt dat de validiteit van SPUTOVAMO-R voor deze uitkomsten niet goed is vast te stellen. Uiteraard is het belangrijk dat artsen aandacht hebben voor deze twee vormen van kindermishandeling, maar een valide screeningsinstrument is vooralsnog niet voorhanden.
Conclusie
De SPUTOVAMO-R identificeert alle kinderen tussen 0-7 jaar met letsel op de SEH bij wie sprake is van lichamelijke kindermishandeling, maar geeft veel fout-positieve uitslagen. Er is vooralsnog geen valide instrument om andere dan lichamelijke vormen van kindermishandeling vast te stellen.
De inzet van een kinderarts met FMEK bij een positieve SPUTOVAMO-R is zeer zinvol, omdat daarmee het aantal fout-positieven sterk teruggebracht kan worden. Nader onderzoek naar de kosteneffectiviteit van deze combinatie is noodzakelijk.
Literatuur
Norman RE, Byambaa M, De R, Butchart A, Scott J, Vos T. The long-term health consequences of child physical abuse, emotional abuse, and neglect: a systematic review and meta-analysis. PLoS Med. 2012;9:e1001349. doi:10.1371/journal.pmed.1001349Medline
Gilbert R, Widom CS, Browne K, Fergusson D, Webb E, Janson S. Burden and consequences of child maltreatment in high-income countries. Lancet. 2009;373:68-81. doi:10.1016/S0140-6736(08)61706-7Medline
Woodman J, Pitt M, Wentz R, Taylor B, Hodes D, Gilbert RE. Performance of screening tests for child physical abuse in accident and emergency departments. Health Technol Assess. 2008;12:iii, xi-xiii. Medline
Benger JR, Pearce V. Simple intervention to improve detection of child abuse in emergency departments. BMJ. 2002;324:780. Medline
Chang DC, Knight VM, Ziegfeld S, Haider A, Paidas C. The multi-institutional validation of the new screening index for physical child abuse. J Pediatr Surg. 2005;40:114-9. Medline
Clark KD, Tepper D, Jenny C. Effect of a screening profile on the diagnosis of nonaccidental burns in children 16. Pediatr Emerg Care. 1997;13:259-61. Medline
Compernolle T. Eerste hulp bij kindermishandeling en het Struisarts-syndroom. Tijdschr Kindergeneeskd. 1996;64:168-79.
Hornor G. Child maltreatment: screening and anticipatory guidance. J Pediatr Health Care. 2013;27:242-50. doi:10.1016/j.pedhc.2013.02.001Medline
Louwers EC, Korfage IJ, Affourtit MJ, et al. Accuracy of a screening instrument to identify potential child abuse in emergency departments. Child Abuse Negl. 2014;38:1275-81. doi:10.1016/j.chiabu.2013.11.005Medline
Pless IB, Sibald AD, Smith MA, Russell MD. A reappraisal of the frequency of child abuse seen in pediatric emergency rooms 18. Child Abuse Negl. 1987;11:193-200. Medline
Sidebotham PD, Pearce AV. Audit of child protection procedures in accident and emergency department to identify children at risk of abuse. BMJ. 1997;315:855-6. Medline
Louwers EC, Korfage IJ, Affourtit MJ, et al. Effects of systematic screening and detection of child abuse in emergency departments. Pediatrics. 2012;130:457-64. doi:10.1542/peds.2011-3527Medline
Sittig JS, Uiterwaal CS, Moons KG, et al. Value of systematic detection of physical child abuse at emergency rooms: a cross-sectional diagnostic accuracy study. BMJ Open. 2016;6:e010788. doi:10.1136/bmjopen-2015-010788Medline
Sittig JS, Uiterwaal CS, Moons KG, Nieuwenhuis EE, van de Putte EM. Child abuse inventory at emergency rooms: CHAIN-ER rationale and design. BMC Pediatr. 2011;11:91. doi:10.1186/1471-2431-11-91Medline
Whiting P, Rutjes AW, Reitsma JB, Bossuyt PM, Kleijnen J. The development of QUADAS: a tool for the quality assessment of studies of diagnostic accuracy included in systematic reviews. BMC Med Res Methodol. 2003;3:25. Medline
Leen13
22-12-2016 om 15:42
Tja helaas
Behalve betrokkenen zijn er te weinig mensen die zich realiseren dat 'jeugdbescherming' de kortste route naar gezinsmishandeling is.
En dat 'melding' een bureaucratische, juridische, nachtmerrie, en geen hulp is, of dwang en onzinhulp door veel te machtige 'hulpverleners'.
De totale erosie van het concept 'hulp'.
Geen kruid tegen gewassen.
mirreke
28-12-2016 om 01:23
Hilarisch, of eigenlijk niet
Door Menno Oosterhoff
Voorbeeld 1:
Zoals de ‘jeugdzorg’ in decentralisatie werkt:
Diverse artikelen van Menno Oosterhoff, psychiater =
De BUREAUCRATIE :
SPÓÉDZORG:
“Er volgt nu een keuzemenu”:
Door: Kinder- en jeugd-psychiater Menno Oosterhoff
Vrijdagavond, tien uur. --- Ik, psychiater, heb dienst en word gebeld door de psychiater van het Martiniziekenhuis Groningen. Er is op de spoedpoli een 17-jarig meisje, die op een houseparty onwel geworden is. Ze is verward, en of ik haar kan beoordelen. Aan de telefoon:
‘Nee, hij heeft haar zelf niet gezien.'
‘Ja, dat deed hij altijd wel, maar sinds de overheveling naar de gemeente van de jeugd-ggz mag dat niet meer van zijn directie. De beroepsaansprakelijkheidsverzekering van het ziekenhuis geldt niet voor 'jeugdhulp'. ‘Waar ze vandaan komt? Even kijken. Uit Drenthe, Klazinaveen.’
'Oké, even nadenken. Heeft de gemeente Klazinaveen wel zorg ingekocht bij mijn instelling? Ik bel het Steunpunt Transitiejeugd Groningen.'
'Er volgt nu een keuzemenu. Belt u over een jeugdige uit de gemeente Groningen toets 1, belt u voor een jeugdige uit een andere gemeente toets 2, voor alle overige vragen toets 3.
Al onze medewerkers zijn in gesprek , u wordt zo spoedig mogelijk geholpen. U kunt uw vraag ook stellen via onze website'…
‘Goedenavond, ik ben kinderpsychiater en ik word bij een 17-jarig meisje geroepen in het Martiniziekenhuis. Maar dit meisje komt uit Drenthe.
‘Waarom ze niet naar een Drents ziekenhuis is gebracht?' 'Omdat ze in Groningen was.' ‘O, dus dan moet ik Steunpunt Jeugd Drenthe bellen.’
'Welkom bij transitie steunpunt Drenthe. Op dit moment is er niemand aanwezig. U kunt ons bellen op werkdagen van… ... ...'
- Ik besluit naar het ziekenhuis te gaan. Ik zie later wel of er zorg ingekocht is en anders maar niet.
Het meisje, Marije, is verward en duidelijk angstig. Ze heeft ecstasy (XTC) gehad en mogelijk ook iets anders. Haar meegekomen vriendinnetje is overstuur, maar weet me wel te vertellen, dat Marije sinds kort medicijnen gebruikt. Nee, welke medicijnen weet ze niet. Ecstasy kan gevaarlijk zijn in combinatie met sommige medicijnen. Ik bel de doktersdienst Drenthe:
‘Goedenavond, met Menno Oosterhoff, dienstdoende jeugdpsychiater, ik bel over Marije die en die, geboren dan en dan, wonende daar en daar. Ze is in verwarde toestand binnengebracht op de spoedpoli. Kunt u zien welke medicatie gebruikt?' ' uh, huhnnnè. ...'
‘O, wat kunt u dan wel zien?'
‘Dat ze drie dagen geleden met spoed verwezen is naar Centrum Jeugd & Gezin Emmen.' 'OK. En wat waren de bevindingen?'
‘O, daar krijgt de huisarts dan geen bericht meer van? De jeugdwet, hè?! Wie dan wel? De gemeente? Weet u ook welke instantie?'
‘Dank u, dan bel ik de gemeente.’
'U bent verbonden met de Gemeente Emmen. Op dit moment is er niemand aanwezig. Wij zijn bereikbaar op werkdagen… ...'
- De internist laat me weten dat Marije wat hem betreft weg kan. Inmiddels is ze minder verward. Ja, ze gebruikt sinds drie dagen medicijnen. Witte tabletjes. Nee, ze weet niet hoe ze heten. Nee, ze weet ook niet wie het haar voorgeschreven heeft. Ze is voortdurend in tranen en uit zich erg somber. Haar ouders zijn gescheiden. Haar vader woont sinds kort ergens anders. Of dat een andere gemeente is? 'Dat weet ik niet. Nee, ik weet ook niet bij wie ik ingeschreven ben. Wat heeft dat er mee te maken?' ‘Niks’, zeg ik. ‘Laat maar.’
Crisiscentrum
Ik bel haar ouders. Die nemen allebei niet op. Ik spreek met haar af dat ik haar ter observatie op een crisiscentrum wil laten opnemen. Dat wil ze zelf ook wel graag. Ik bel met de crisisafdeling Jeugd van Groningen.
‘Ja, ik ben hier bij een 17-jarig meisje wat onwel geworden is op een houseparty en ik wil haar graag opnemen. Ah, fijn, jullie hebben plaats.' 'grmwoonzeûnGruning?' 'Nee, ze komt uit Drenthe.' 'Nêhk'nnie'
‘O, ook niet voor een nacht?
‘O, nou, dan zal ik de crisisafdeling van Drenthe bellen.’ - Nummer buiten de regio opzoeken...
‘Ja, ik bel over een 17-jarig meisje dat ik met spoed wil laten opnemen.
‘Nee, dat klopt, ik ben van crisisdienst Jeugd Groningen, maar dit meisje komt uit Drenthe.'
‘Welke gemeente? Emmen. Of ik dat zeker weet? Ja,' lieg ik. Dat ze misschien bij haar vader is ingeschreven in een andere gemeente noem ik nu maar even niet.
‘O, dus er had iemand van jullie crisisdienst naar Groningen moeten komen? Dat wist ik niet. Kan ik haar dan toch insturen? Bij hoge uitzondering. Fijn.'
‘O, maar jullie hebben geen plaats. Oké. Wat dan?'
‘Leeuwarden bellen? Maar daar heeft de gemeente Emmen toch geen zorg ingekocht? Oké, jullie hebben een onderlinge afspraak dit te verrekenen.’
- Ik bel Leeuwarden. Nummer opzoeken...
'U spreekt met de Crisisafdeling Jeugd Leeuwarden. Buiten kantooruren zijn wij uitsluitend bereikbaar via onze eigen crisisdienst jeugd Friese gemeentes.'
- De verpleging komt bij me langs. Duurt het nog lang? Marije is steeds in tranen en ze kunnen ook niet aldoor bij haar blijven. 'Ik doe mijn best,' zeg ik, 'Ik heb waarschijnlijk iets'. 'Oké,' zeggen ze, maar ze kunnen hun misprijzen nauwelijks verbergen.
- Ik bel de crisisdienst Friesland.
'U spreekt met de crisisdienst jeugd Friesland. Er volgt nu een keuzemenu. Voor kinderen uit de gemeente Leeuwarden toets 1, voor… ... ...'
‘Ja, goedenavond. Ik bel over een 17-jarig meisje dat binnengebracht is in een ziekenhuis in Groningen, dat uit Drenthe komt, maar de Drentse crisisafdeling heeft geen plaats en zij stuurden me naar u.'
‘Ze komt uit gemeente Emmen.'
‘Ja, dat weet ik, maar er is tussen de Drentse en Friese crisisafdeling een onderlinge afspraak.'
'Nêt.'
‘Dat is u niet bekend? Nou, het is echt zo.'
‘U wilt haar dan wel opnemen? Dat stel ik erg op prijs. Hoe laat kan ze komen en waar… Oké. Dan zal ik vervoer regelen.’
‘Ja, u spreekt met Menno Oosterhoff, dienstdoende jeugdpsychiater crisisdienst Groningen. Ik bel over een Drents meisje, wat in een Gronings ziekenhuis ligt, maar nu naar een Friese crisisafdeling jeugd moet worden vervoerd.'
‘Wat zegt u? ... Ja ze komt van een ziekenhuis en ze gaat naar een crisisafdeling jeugd. ... Ja, dat is een jeugdhulpinstelling. Vervoer in verband met jeugdhulp moet de gemeente regelen? Dat valt niet meer onder de verzekering?'
- Ik, als arts, bel Steunpunt Jeugd Groningen van de gemeente, gezien de Jeugdwet...:
‘Ja, ik belde u net ook al. Ik heb nog een vraag. Het gaat over dat Drentse meisje, dat in een Gronings ziekenhuis ligt. Zij moet vervoerd worden naar een Friese jeugdhulpafdeling, maar de Groningse ambulancedienst wil dat niet doen. Weet u hoe ik het kan regelen?'
‘Het Drents steunpunt jeugd? Nee, die nemen niet op. Gemeente Emmen? Nee, ook niet.'
‘U denkt dat er afspraken zijn met de Drentse ambulancedienst? Bel ik die.’
‘Met Menno Oosterhoff, dienstdoende jeugdpsychiater. Ik wil graag vervoer voor een 17-jarig meisje uit Drenthe, wat vanuit een Gronings ziekenhuis naar een Friese jeugdhulpcrisisafdeling moet worden vervoerd.'
‘Wat zegt u? U komt eraan?!?!?’
Deze bureaucratie is dus door de Jeugdwet, dus eigenlijk door de politiek, gaan behoren tot de werkzaamheden van een academisch doorgestudeerd arts, psychiater, die wel wat anders te doen heeft dan bureautje spelen voor de gemeenten en regio's; èn hier is nog afgezien van de diverse formulieren die per gemeente en regio verschillen, maar nodig bleken te zijn om de financiën rond te krijgen, èn die dan ook weer opgevraagd moeten worden op telkens een andere afdeling van een andere gemeente of regio of samenwerkingsverband of niet...
> Deze Jeugdwet is opgezet om te òntschotten! U ziet het gebeuren!
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Voorbeeld 2:
“Zeg me dat het niet zo is”
Einde van de bureaucratie?:
Huisarts Van Beek belt. Hij wil Ellen verwijzen, een 17-jarig meisje, dat overmatig vaak haar handen wast. Moeder had van de 'Angst-, Dwang en Fobiestichting' begrepen, dat ons centrum daarin gespecialiseerd is.
‘Dat klopt, maarre …. waar woont het meisje?’ - In Veendam.
‘Het spijt me. De gemeente Veendam heeft geen zorg ingekocht bij ons. Ze kan zich melden bij het jeugdaanmeldpunt Veendam.’
- Veendam is voor moeder geen optie. Haar ex-man werkt bij de gemeente en ze wil niet dat hij hiervan weet. De vader van het meisje woont in Ten Boer. Gemeente Ten Boer heeft wel een contract met mijn instelling. Dus als het meisje bij vader ingeschreven kan worden? Vader belt een dag later. Hij is verontwaardigd, maar stemt uiteindelijk toe.
- Ik bel moeder voor een afspraak. Wel moet er nog een formele aanmelding plaats vinden in de gemeente Ten Boer. Moeder geeft aan, dat haar dochter zich erg schaamt voor haar probleem. Ik zeg dat ze zich kan beroepen op de verwijzing door de huisarts.
- De volgende dag word ik gebeld door de financiële administratie. De gemeente Ten Boer heeft zich beklaagd over mijn advies het meisje in Ten Boer in te schrijven. Nu zit de gemeente met de kosten. Als dit regel wordt, dan overwegen ze het contract met onze instelling volgend jaar niet te verlengen.
- Weer een dag later. Een telefoontje van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Of ik het meisje geadviseerd heb niks te zeggen. Ik leg uit dat ze zich erg schaamt voor haar klachten en dat ik gezegd heb, dat ze kan zeggen, dat de verwijzing al rond is, omdat de huisarts heeft verwezen. De meneer aan de andere kant van de lijn wordt boos. Hij verwijt mij kokerdenken. Hij gaat een hele tijd tegen mij tekeer. ... Ik bijt mijn tong af en luister het aan. ... Na een tijdje kalmeert hij en zegt het door te sturen naar het bureau Verleningsbeschikkingen.
- Ondertussen zie ik Ellen. Haar probleem is een klassiek verhaal van smetvrees en wasdwang. Ik begin met gedragstherapie. Er is een orthopedagoge, die hier goed in is, maar ik weet niet of zij hoofdbehandelaar mag zijn {de jeugdwet, hè! IVRK 24 lid 1 wordt door gemeenten genegeerd: de vrije toegang... Eigenlijk gaat internationaal recht boven gemeentelijk of landelijk recht, maar de ambtenaren kennen dat niet.}. Er zijn regels van de minister over wie in de basis-GGZ en wie in de specialistische GGZ hoofdbehandelaar mag zijn, maar gelden die regels ook in de jeugdhulp? - Twee weken later krijg ik de verleningsbeschikking van de gemeente, eerst voor acht zittingen. Daarna moet ik gemotiveerd verlenging aanvragen. Met speciale formulieren, naar speciale adressen.
- Het gaat ondertussen niet echt goed met Ellen. Ze is somber en in een weekend vertelt ze zelfmoordgedachten te hebben.
- Moeder belt de huisartsenpost. Die verwijst naar de crisisdienst van de jeugdhulp. Goed, maar welke? Veendam of Ten Boer?
- Helaas heeft de gemeente Ten Boer geen contract gesloten voor crisisdienst met onze instelling, dus komt ze elders terecht. Daar geven ze haar medicatie voor de nacht en het advies zich maandag bij mij te melden.
- Maandag word ik gebeld door de betreffende instelling. Ze zijn boos, dat ik geen verslag van mijn onderzoek gestuurd had aan het Centrum Jeugd en Gezin van de gemeente Ten Boer.
- Ik leg uit dat ik de huisarts een brief gestuurd heb. Of ik in het vervolg het Centrum voor Jeugd en Gezin op de hoogte wil brengen. Ik geef aan, dat ik niet weet of dat gezien de geheimhouding wel mag, maar daar heeft hij weinig begrip voor. {Die 'hij' geeft ook niet aan dat ze een arts hebben waaraan het verstrakt kan worden onder de medische privacywetgeving - zo zou het moeten}.
- Na de crisis in het weekend spreek ik Ellen zelf op maandag. Ik vind haar zo depressief, dat ik haar wil opnemen om in te stellen op medicatie. Ik bel de gemeente Ten Boer.
- 'Opname? Nee, dat is bovenregionaal ingekocht.' Ik moet het regiokantoor bellen, maar er moet nog wel een verleningsbeschikking komen van hen. Voor een opname moet ik dat schriftelijk aanvragen.
- Formeel beslist de gemeenteraad over opnames, maar in de praktijk wordt het afgehandeld door de afdeling verleningsbeschikkingen. Nee, ze kan niet uitsluiten dat het in de gemeenteraad wordt besproken, maar meestal is dat niet het geval.
- Ellen wordt opgenomen. Drie week later belt ze me huilend op. Ze is met ontslag, maar ze moet nu eerst naar een programma voor ex-opgenomen patiënten ‘Verder op eigen kracht’.
- Pas als dat niet helpt kan ze weer naar de gedragstherapie. Ik bel de bureaudienst. De mevrouw van de bureaudienst is alleraardigst. Als ik denk dat gedragstherapie echt nodig is, dan kan ik de eerdere verleningsbeschikking reactiveren. Wel geeft ze aan dat er vanaf nu een regisseur bij betrokken is. Er is nu immers sprake van medicatiecontrole bij mij, gedragstherapie en ‘Verder op eigen kracht’. Vandaar de regisseur. De regisseur belt al de volgende dag. Hij nodigt mij uit voor een ‘Eén gezin-één plan’-bespreking. Ik vraag hem even te wachten, bonk met mijn hoofd tegen de muur en sta hem daarna weer te woord.
- Direct nadat ik opgelegd heb word ik weer gebeld. Ditmaal is het de ziektekostenverzekering. ‘Ja, het meisje staat bij haar moeder op de verzekering, maar ze woont bij haar vader. Wij moeten nu de medicatie betalen, maar ze woont toch bij vader?’
- Gelukkig gaat het met inmiddels Ellen beter, maar zij blijft dwangmatig piekeren over een mogelijke besmetting. Eenmalige geruststelling door een kinderarts wil nog wel eens helpen, dus ik bel. De kinderarts is terughoudend. Er is de laatste tijd een grote toeloop van psychische problematiek en de verzekering heeft vragen gesteld.
- Hoewel Ellen intussen verder opknapt heeft ze bijwerkingen op de medicatie. Ik overweeg een ander middel, maar wil graag dat een collega van een ander gespecialiseerd centrum haar een keer ziet. Ik bel met de gemeente. Zij verwijzen me naar het informatiecentrum landelijke inkoop. Ja, zij kopen landelijk zeer gespecialiseerde hulp in. Nee, dit centrum zit daar niet bij, maar de gemeente kan een persoonsgebonden budget afgeven.
- Met lood in de schoenen bel ik weer de gemeente. Ja, dat kan, maar het PGB-budget voor dit jaar is op, maar gelukkig is het al december. Ik bel alvast mijn collega voor een afspraak. Ze zijn helaas failliet. Ze hadden patiënten uit het hele land, maar ze konden niet met alle gemeentes contracten afsluiten. Nee, hij werkt zelf nu in de zorg voor volwassenen.
- Om mee te delen dat de PGB-aanvraag gestopt kan worden bel ik vader. Oké, nou hij me toch aan de lijn heeft… Hij moet verhuizen voor zijn werk. Ellen wordt ingeschreven bij haar moeder. Misschien dat ik de behandeling dan over kan dragen aan een behandelaar van de gemeente Veendam.
- Moeder komt de volgende keer met Ellen mee. Ze geeft aan, dat ze naar een privépraktijk zullen gaan. Dat kost wel het nodige, maar dat heeft ze er wel voor over. Dezelfde middag laat mijn gedragstherapeute weten dat ze helaas ander werk heeft. Ja, ze gaat in een privé-instelling werken. Ja, het is jammer dat alleen kinderen van welgestelde mensen daarvan gebruik kunnen maken. Maar zij kan er niet meer tegen, zoals het in deze publieke zorg, de jeugdzorg, gaat. Ik bel mijn pensioenadviseur. {Al die bureaucratie vreet!}
Naschrift
Er is in de Tweede Kamer ... een jeugdwet aangenomen die 'gezondheidszorg' (vòòr de Jeugdwet een juridisch zelfstandig begrip) voor kinderen onderbrengt bij de gemeente. Omwille van de leesbaarheid heb ik veel dingen die kunnen gebeuren in één voorbeeld bij elkaar laten komen. Alhoewel fictief, zijn de beschreven voorvallen stuk voor stuk reëel in de praktijk van de nieuwe Jeugdwet. Ik kan er nog veel meer bedenken. Ik laat me graag corrigeren. Zeg me dat het niet zo ... gaat.
O, het kan nog erger...
Als de hulpverleners der gemeenten denken dat zij worden tegengewerkt, dan krijgen de ouders het stempel 'hulpmijders' en wordt er een AMK-, nu Veilig Thuis-, melding gedaan -- met het oog op mogelijke kindermishandeling, want hulpmijden raakt verwaarlozen en mishandelen -- en is dan de kans groot dat er dwangzorg komt, waar niet het meest medisch optimale hulptraject doch een door ambtenaren gewezen dwangtraject onder OTS op wordt ingezet, en regelmatig het kind gewoon uithuis wordt geplaatst, weggezet in een vreemde pleegomgeving. De ouders moeten daartoe clichématig juridisch, via de rechter, beschùldigd worden te vallen onder het gestelde, de 'bedreigers', in de wet BW1:255 lid 1: "lid 1: De kinderrechter kan een minderjarige onder toezicht stellen van een gecertificeerde instelling (gezinsvoogdij) indien een minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling èrnstig wordt bedréígd, èn:
a. de zorg die in verband met het wègnemen van de bedreiging noodzakelijk is voor de minderjarige of voor zijn ouders die het gezag uitoefenen, door dezen niet of ònvoldoende wordt geàccepteerd, en
b. de verwachting gerechtvaardigd is dat de ouders die het gezag uitoefenen binnen een gelet op de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn, de veràntwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding, bedoeld in artikel 247*, tweede lid, (niet?!) in staat zijn te dragen."
{ Ouders moeten daarom, als tip, nimmer vermeende 'zorgen' tegenspreken doch direct voor bewijs een diagnose laten verrichten als bewijs dat er weinig aan de hand is dan wat leuke tips ontvangen van de echte deskundige. Laat zien dat u hulpaanvaardend èn zelfzoekend bent op hoogste niveau: IVRK 24 lid 1, naar uw wettelijke plicht in BW1:247. }
De bureaucratie helpt de 'jeugdzorg' bij de doolhof tussen 'jeugdzorg' en gezondheidszorg een handje:
Kinderrechtenverdrag IVRK artikel 24:
Voor jeugdigen:
"Als je ziek bent of je hebt iets meegemaakt waardoor je in de war bent, dan heb je recht op echte hulp. Je ouders of verzorgers moeten ervoor zorgen dat je die hulp krijgt, ook al bemoeit 'jeugdzorg' zich ermee. En de overheid moet ervoor zorgen dat er genoeg goede dokters en andere personen bij om je daarbij te helpen. Ook moeten er genoeg goede plekken zijn waar je geholpen kan worden, zoals ziekenhuizen, of therapeut aan huis. Maar er moet ook genoeg worden gedaan om te voorkomen dat je - ook psychisch - ziek wordt. Voorkomen is namelijk beter dan genezen. Daarom moet er genoeg informatie zijn over gezond leven en opgroeien en moet je ergens terecht kunnen als je daar wat hulp bij nodig hebt."
Voor volwassenen:
Lid 1. De Staten die partij zijn, ook Nederland, erkennen het recht van het kind op het genot van de gróótst mogelijke mate van - ook psychische - gezondheid en op voorzieningen voor de behandeling van ziekte en het herstel van de gezondheid. De Staten die partij zijn, streven ernaar te waarborgen dat geen enkel kind zijn of haar recht op tóégang tot deze - diagnostisch/therapeutische - voorzieningen voor gezondheidszorg wordt onthouden (waar de 'jeugdzorg' dit vaak negeert).
Impressum | Sitemap
openbaar Inloggen
Leen13
28-12-2016 om 02:02
Ja gezien Mirreke
Twee zielen een gedachte.
Wat ik bij dit bericht lastig vind is dat ik niet weet van wie dit komt. Het gaat om een paar blogs van Menno Oosterhoff, die op zich zeer lezenswaard zijn. Daaronder, en dat is niet direct duidelijk, commentaar van iemand over de gang van zaken bij jeugdbescherming en de rechten van het kind die hier steeds aan de orde zijn.
Daarom twijfelde ik hierover.
Maar terecht. Het zou toch een stuk eenvoudiger zijn als de jeugd ggz gewoon weer terug ging naar de zorgverzekeraars.
Leen13
29-12-2016 om 02:15
Autisme: 1 in 6 gevallen wordt kind weggeadopteerd in de UK
Komt hier ook nog wel. Een kind met iets op speciaal onderwijs is nu al reden genoeg voor supervisie, nee dat is geen hulp, door justitie, nee een gezinsmanager is geen hulpverlener al helemaal niet op het gebied van autisme.
En dan kom je alleen nog maar juist voor hulp en begrip. De hulpvraag op zich is al verdacht en reden voor maatregelen.
"A “hidden pool” of women who have grown up with undiagnosed autism is coming to light as mothers researching their children’s spectrum disorders recognise themselves in their findings."
"But experts are warning that these mothers risk having their children forcibly adopted in the fight to get them diagnosed and supported, as social workers misinterpret the parent’s autistic traits as indicating potential harm to the child."
"New research written by Baron-Cohen, Alexa Pohl of the Autism Research Centre and Monique Blakemore of Autism Women Matter has found that one in five mothers of an autistic child, regardless of whether the mother had a diagnosis herself, has been assessed by social services. One in six of those mothers reported that their children had been forcibly placed for adoption through a court order."
Leen13
29-12-2016 om 02:53
Autisme als aanleiding voor een zorgmelding
http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.nl/2013/09/autisme-als-aanleiding-voor-een.html
"Een waarschuwing aan ouders is op zijn plaats tegen de huidige kinderpsychiatrie.
Autisme is niet meer biologisch, nog erfelijk. Het is een vorm van emotionele verwaarlozing. Teveel prikkels of te weinig, het ligt aan de ouders. Die 'schuld' eruit filteren, daar gaat het om. Voor 'schuld' is namelijk nog financiering, niet meer voor 'hulp'."
mirreke
29-12-2016 om 15:14
ja, maar dan als tegenhanger, dit bericht van
Jan Derksen:
http://www.volkskrant.nl/opinie/narcisme-en-onzekerheid-te-wijten-aan-opvoeding~a4440381/
Narcisme en onzekerheid te wijten aan opvoeding
Gebrek aan hechting en aan uitdaging in de opvoeding ondermijnen vorming van een stevige identiteit.
Door: Jan Derksen 28 december 2016, 02:00
Blijf op de hoogte
Iedere dag rond lunchtijd het belangrijkste nieuws van de ochtend, de mooiste fotografie en het gesprek van de dag? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Onze identiteit, en met name de zoektocht ernaar, staat de laatste jaren in allerlei opzichten centraal. In juridisch opzicht rondom het paspoort, in politiek en ideologisch opzicht in de discussies over autochtoon en allochtoon, huidskleur. Integratie en segregatie zijn thema's op allerlei niveaus in onze samenleving en cultuur. Hoe zit het met de psychologische kern van onze identiteit?
Psychologisch gezien kan iemands identiteit worden vergeleken met de kurk waarop de persoon drijft. Deze kurk kende kort na de oorlog in ons land nog een stevig verankering aangezien mensen opgroeiden in een zuil.
Jan Derksen, hoogleraar psychologie.
Jan Derksen, hoogleraar psychologie. ©
Deze katholieke, protestante, liberale of vakbondszuil bood hulp bij de identiteitsvragen als: wie ben ik, waar sta ik, waar kom ik vandaan, waar hoor ik bij en waar ga ik naar toe? We hebben ons van de zuilen (en dat niet alleen) ontdaan, de kurk is op drift geraakt.
In de opvoeding hebben we de door de zuil geïnspireerde ingetogen en strenge houding ten opzichte van onze kroost vervangen door een trotse, open, vaak antiautoritaire en permissieve stijl. Onze baby's moeten ook al op 3 maanden aan gemiddeld zes verschillende verzorgers wennen en hechten zich niet meer diepgaand aan een of twee personen. Hierdoor worden ze uiterlijk opener, extraverter en passen goed in de geglobaliseerde wereld, maar ook innerlijk onzekerder.
Achterbankgeneratie stelt zichzelf centraal en heeft weinig ervaring met tegenslag
Met het verdunnen van de gehechtheid stimuleren we het narcisme in de identiteit. Inmiddels kennen we een achterbankgeneratie die vooral zichzelf centraal stelt en in haar eigen leven weinig ervaring heeft met tegenslag en frustratie.
Als jongvolwassene komen ze opvallend snel met burn-out, oververmoeid of anderszins ontregeld thuis te zitten. In hun gedrag is de invloed van de ander minder groot dan die van hen zelf. De sociale media versterken deze zelfgecentreerdheid op allerlei eigentijds en aantrekkelijke manieren.
Het gebrek aan verankering van de identiteit als gevolg van het wegvallen van de zuil en de opkomst van de vele opvoeders wordt bij een behoorlijk deel van onze jonge generaties nu door de geestelijke gezondheidszorg ingevuld met op zichzelf weinig zeggende etiketten als dyslexie, adhd, hoogbegaafdheid, ptss, autisme, nld, borderline.
Ouders moeten samen ten minste een jaar bevallingsverlof hebben
Het verlangen naar een diagnostisch etiket, dat ik constateer bij veel van mijn patiënten, laat zien dat ze de zoektocht naar hun identiteit moe worden. Het gulle gebaar van de psychologen en psychiaters waarmee ze de identiteit aanvullen met een brokje psychopathologie is echter ongelijk aan de taak van deze gezondheidswerkers: namelijk het bevorderen van gezondheid.
Voor een echte versteviging van onze kwetsbare identiteit moeten we aan het begin beginnen. Minder hulpkrachten in de vroege kindertijd, maar ouders die samen ten minste een jaar bevallingsverlof hebben. De hechting krijgt dan weer meer kans.
Vervolgens niet alleen maar trots zijn en opvoeden op het buikgevoel, maar autoriteit ontlenen aan een nieuwe gezinspedagogiek, een gezinszuiltje waarin de gezinsleden beschrijven hoe er wordt opgevoed, met welke normen en waarden en met welke regels.
Niet voortdurend een beschermende buffer om het opgroeiende kind leggen en bijvoorbeeld het laatste blokje op het torentje zelf leggen om ze het instorten te besparen. Ter harte nemen wat grote filosofen als Rousseau en Kant ons al leerden: het is gezond als ze builen en schrammen oplopen, als ze worden uitgedaagd en gefrustreerd.
Jan Derksen is hoogleraar psychologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen en in Brussel
Leen13
29-12-2016 om 16:05
Nou
"Het gebrek aan verankering van de identiteit als gevolg van het wegvallen van de zuil en de opkomst van de vele opvoeders wordt bij een behoorlijk deel van onze jonge generaties nu door de geestelijke gezondheidszorg ingevuld met op zichzelf weinig zeggende etiketten als dyslexie, adhd, hoogbegaafdheid, ptss, autisme, nld, borderline."
Voor een deel kan ik het verhaal wel volgen. Extraverter, door de grotere hoeveelheid verzorgers, handig in een globaliserende wereld, maar ten koste van een stevige identiteit.
Toch denk ik niet dat mijn kinderen autisme hebben door de kinderopvang.
Misschien juist wel voordelig geweest door de voorspelbaarheid, de routine, het ' zelf' laten doen en aanleren.
Bovendien zijn ze zeer aan mij gehecht.
En ze mochten ook buitenspelen en zich builen vallen. En dat is ook gebeurt.
Ik denk dat in een complexere wereld mensen sneller opgebrand raken, welk karakter je ook hebt en kinderen met deze variaties lopen sneller tegen hun grenzen aan.
Leen13
03-01-2017 om 02:00
Ook in 2017
BVIKZ
@BVIKZ2
Het verhaal van een 20 jarig meisje bereikte ons met de ziekte van Lyme ernstig getraumatiseerd na een onterechte melding op haar 17e.
21:33 - 1 jan. 2017
http://nos.nl/nieuwsuur/video/2141207-je-wordt-bij-je-enkels-afgebroken-door-zo-n-melding.html
In de Deense ontvoeringszaak van kinderen uit een christelijk gezin sprak een voormalig medewerker van de Deense kinderbescherming dat het in 20 procent van de gevallen om valse meldingen en verkeerde beoordelingen gaat.
Echte cijfers ontbreken, maar ook in 2017 zullen er weer veel zorgvragende gezinnen de ziekmakende beschermingsindustrie aan den lijve ondervinden.
Leen13
05-01-2017 om 07:24
Karaktermoord
http://humaniseringvandejeugdzorg.nl/wp-content/uploads/2014/11/Karaktermoord.pdf
Een analyse door professor Heertje van de algemeen gangbare werkwijze bij jeugdzorg aan de hand van de zaak van Nora Yorukseven en haar zoon Khan.
Alles wat je een zorgzame en competente moeder maakt word je verweten.
Je wordt het recht ontzegt om als verantwoordelijke ouder voor je kind op te komen.
Daarmee wordt de jeugdbescherming een instrument voor de overheid van kindermishandeling en oudermishandeling.
Li
05-01-2017 om 14:12
onderduikadres
Ik durf het in Juno's draadje niet te schrijven omdat je nooit weet wie er meeleest. Maar misschien moet ze met haar zoon een onderduikadres afspreken voor het geval het uit de klauwen loopt. Zie het verhaal van Sylvano. Die had zonder onderduikadres zijn moeder misschien wel nooit teruggezien en nu heeft hij gewonnen.
Leen13
09-01-2017 om 10:28
privemail
Om het draadje van Juno niet verder te gebruiken voor zo'n discussie.
Misschien is het wel handig om als je hulpverleningscontacten aangaat duidelijk te maken waar je werkt.
Bijvoorbeeld door het voor geval van nood doorgeven van je werktelefoongegevens.
Dat geeft toch een ander beeld dan dat hulpverleners in hun tunnelvisie van jou kunnen maken. Gescheiden vrouwtje in een achterstandsbuurt is toch anders dan bijvoorbeeld werknemer bij een (medische) academische instelling of bij de rechtbank.
Die laatste werkgever zou helemaal mooi zijn. Dan kunnen ze zich nog weleens achter de oren krabben met een zorgmelding.
Hulpverleners zitten namelijk niet te wachten op een tuchtrechtzaak en daar kun je dan toch even indirect naar hinten.
Fransien
09-01-2017 om 16:59
school probeert soms via een zorgmelding kinderen te lozen
Van mijn vriendin (gezinsvoogd) laatst ook een schrijnend verhaal gehoord.
Er is een kind aangemeld door school dmv een zorgmelding, kind maakt onvoldoende vorderingen en ouders hebben in een mail aangegeven dat ze er niet van plan waren iets aan te doen.
Kind blijkt in het ziekenhuis te liggen en een zeer zware chemo-kuur te krijgen. De artsen worden gebeld en geven aan dat kind erg ziek is en dat school z'n mond moet houden over schoolwerk en leren, kind en artsen hebben wel iets anders aan hun hoofd. Ze waren nogal fel daarin.
Tijdens de bespreking in het team is nagenoeg iedereen voor een OTS, want dat de ouders school niet belangrijk vinden...
Mijn vriendin is de enige met kritische vragen, ze vraagt haar collega of ze de ouders al gesproken heeft. Dit blijkt niet het geval te zijn. Of ze de betreffende mail van de ouders gezien heeft, ook niet het geval.
Vriendin is tegen OTS en vraagt of zij de case over zal nemen, heeft haar collega geen bezwaar tegen.
Ouders blijken op de mail van de mentor dat kind nu wel heel erg achter begint te lopen als kind nu niet vlot wat toetsen gaat inhalen gereageerd te hebben uit emotie, ze hebben geschreven dat kind voor zijn leven ligt te vechten en dat ze blij zijn als eten redelijk gaat en als kind de puf heeft om een kwartier te praten. Schoolwerk was nu echt bijzaak en ze waren niet van plan om kind daar nu mee te vermoeien.
Ze schrokken dat er daardoor een zorgmelding was gedaan met nog net geen OTS tot gevolg.
Mijn vriendin maakt een babbeltje met de mentor waarin ze vertelt dat er een OTS aangevraagd zal worden met mogelijk uithuisplaatsing zodat kind zo snel mogelijk weer flink aan het huiswerk kan. Mentor is geschrokken, hij werd onder druk gezet om het aantal zittenblijvers en afstromers binnen de perken te houden en wil graag dat het kind naar een andere school gaat zodat deze school niet in een slecht daglicht komt te staan bij de inspectie, dat had hij ook bij andere kinderen gedaan en die waren ook van school verdwenen. Hij dacht dat OTS en UHP alleen ingezet werden na zorgvuldig onderzoek.
Mijn vriendin is direct even doorgelopen naar de rector om de namen van de andere kinderen op te vragen en de verklaring van deze mentor op schrift te zetten. Ze gaat ook de onderwijsinspectie inlichten.
Mijn vriendin had last van stoom uit haar oren en deze mentor en deze school krijgen nog een probleem met haar.
De collega's van mijn vriendin hadden geen argwaan en vonden de reactie van de kinderoncoloog onprofessioneel.
mirreke
09-01-2017 om 20:40
Kan een voogd een klacht indienen?
Kan jouw vriendin dat doen, Flanagan? Dit is iets wat breed in de krant moet komen te staan! Dat een school de mogelijkheid van een melding aangrijpt om zijn leerlingenbestand 'op te schonen'. En dat VT daar klakkeloos in mee gaat...
Tsss....
Fransien
09-01-2017 om 21:18
Ja en nee
De collega's waren in het overleg een week later geschrokken dat het kind echt niet in staat was tot leren (want absoluut doodziek) maar geloofden amper dat een school op deze manier leerlingen loosden.
Vriendin is op persoonlijke titel de gezinsvoogden van de andere leerling aan het achterhalen om dit als informatie bij het dossier te voegen (daar waren haar collega's op tegen, want de collega's deden heus hun werk goed en zorgvuldig).
Vriendin mag geen klacht indienen want ze moeten een goede werkrelatie met de scholen behouden, aldus de collega's en de leidinggevende.