6 juli 2015 door David Jacobson

Dossier Pedofilie - Onderzoek

Dit is deel 2 van ons Dossier Pedofilie. Waar kunnen jongeren terecht als ze ontdekken dat ze pedofiele gevoelens hebben? David Jacobson deed er onderzoek naar, in opdracht van Ouders Online. Hij studeerde erop af (bij pedagogiek aan de HvA) en won er een prijs mee voor de beste scriptie.

Hulp voor pedofiele jongeren

Drie jaar geleden klopte ik aan bij Ouders Online met de vraag of ze een interessant scriptie-onderwerp voor mij hadden, ter afronding van mijn studie pedagogiek. Bij voorkeur iets uitdagends en verrassends, wat nog niet eerder onderzocht was. "Ga jij maar eens onderzoeken hoe het gesteld is met de hulpverlening aan pedofiele jongeren," luidde de opdracht. Pedofiele jongeren? Ja, pedofiele jongeren!

Afschuw, haat en walging

Er zijn dus pedofiele jongeren... Ik had me dat nooit gerealiseerd, maar als je erover nadenkt, is het heel logisch. Je wordt als volwassene niet zomaar opeens pedofiel. (Dat kan overigens wel, maar dan gaat het om mensen die als gevolg van niet-aangeboren hersenletsel pedofiele gevoelens ontwikkelen. Dit wordt 'pseudo-pedofilie' genoemd.) Een pedofiel is ook eerst kind geweest, heeft gepuberd, en is zich in zijn ontwikkeling, net als iedereen, bewust geworden van zijn seksuele gevoelens. Maar hoe gaat dat als je pedofiel bent?

We kennen allemaal wel verhalen van pubers die hebben geworsteld met homoseksualiteit. Hoe moeilijk het voor velen van hen is om uit de kast te komen. Dat is inmiddels wel iets beter geworden, maar nog steeds is het voor veel homo's en lesbo's een enorme stap om hun geaardheid kenbaar te maken. Gelukkig zijn er al jaren steeds meer positieve rolmodellen, voorbeelden van bekenden en onbekenden, die open zijn over hun geaardheid, en daarmee jongeren kunnen helpen hun identiteit te ontwikkelen zonder hun seksuele voorkeur te hoeven verloochenen.

Maar wat als je erachter komt dat je op kinderen valt? Wat zie je dan in de samenleving om je heen? Afschuw! Haat! Walging! Verachting! Pedofielen moeten dood, of minstens behoorlijk verminkt worden. Het zijn monsters, allemaal. En daar sta je dan.

Als heteroseksuele puber in onze westerse 'vrijdenkende' maatschappij is 'gewone' seksualiteit al een hele toestand. Herinnert u zich uw eigen puberteit nog? Allemaal rozengeur en maneschijn? Enig idee hoe een pedofiele puber zich moet voelen?

Cijfers

Volgens het CBS waren er in 2014 zo'n anderhalf miljoen tieners in Nederland tussen de 12 en 18 jaar oud. Ruwweg de helft mannelijk, de andere helft vrouwelijk. Hoe vaak pedofilie voorkomt, is heel moeilijk te zeggen. Het lijkt in ieder geval vaker bij mannen voor te komen. Cijfers lopen uiteen van 1% (gebaseerd op percentages veroordeelde pedoseksuelen) tot meer dan 4% van de mannelijke populatie in de laatste anonieme onderzoeken.

Dat betekent dat in 2015 zo'n 7.500 tot 30.000 jongens van 12 tot 18 jaar weten – of aan het ontdekken zijn – dat de maatschappij waarvan zij deel uitmaken, hen hartgrondig uitkotst, ze zelfs dood wenst. Dat zijn nogal veel tieners...

Over vrouwelijke pedofielen zijn er al helemaal geen betrouwbare cijfers. Ongeveer 1% van alle pedoseksuelen die in aanraking komen met justitie, is vrouwelijk. Onderzoekers benadrukken dat pedoseksueel gedrag van vrouwen vaak niet wordt herkend, omdat het onderdeel lijkt uit te maken van geaccepteerd verzorgend gedrag, zoals het wassen en aankleden van kinderen. In mijn onderzoek was 10% van de ondervraagde pedofielen vrouwelijk. [Hoe zoiets eruit kan zien op school, leest u in deze recente forumdiscussie – red.]

Pedofielen en pedoseksuelen

Uit onderzoekt blijkt dat het merendeel van de pedofielen nooit een strafbaar feit heeft gepleegd. Lees het nog maar een keer: wie pedofiele gevoelens heeft, handelt daar niet per se naar. Laat staan dat hij of zij zich schuldig maakt aan kindermisbruik.

De meeste pedofielen kunnen hun verlangens onderdrukken. Ze zien zelf ook wel in dat je geen seksuele relatie kunt hebben met kinderen. Daarom wordt vaak een onderscheid gemaakt tussen pedofielen en pedoseksuelen. Alleen die laatste groep heeft daadwerkelijk seksueel contact (of ooit contact gehad) met kinderen. Eén van de pedofielen die ik heb geïnterviewd, zei: "Een pedofiel voelt zich aangetrokken tot kinderen, en houdt ook van ze. Een pedoseksueel is geen pedofiel. Dat is een misdadiger".

Bewustwording en informatie zoeken

De meeste respondenten uit mijn onderzoek ontdekten vóór hun 17e dat ze zich aangetrokken voelden tot kinderen. En rond hun 19e realiseren ze zich dat ze andere gevoelens hadden dan hun leeftijdsgenoten. Gemiddeld op hun 27e beginnen ze hierover te praten met anderen. De cijfers liggen behoorlijk uiteen, bij sommigen begint alles vroeger, en praten ze hier ook eerder over; anderen zijn wat trager in hun ontwikkeling en beginnen er ook later over te praten met anderen.

De meeste jongeren met pedofiele gevoelens beginnen al op jonge leeftijd te zoeken naar informatie over pedofilie. Sommigen schrikken zo van wat ze tegenkomen, dat ze niet verder zoeken. Ze kunnen zich niet met de beschreven misbruikers identificeren. Een van de respondenten zei: "Ik ben geen monster zonder geweten, dus waarom zou ik daar dan meer info over willen zoeken?"

Het is niet verwonderlijk dat de meeste informatie via internet gezocht wordt; Google is dichtbij. Tegelijkertijd is dit ook een groot probleem. Uit allerlei onderzoek blijkt namelijk dat jongeren helemaal niet zo goed zijn in het zoeken, vinden en beoordelen van informatie op internet als vaak gedacht wordt. Het gebruiken van de juiste zoekstrategieën en het beoordelen van de betrouwbaarheid van de gevonden informatie, zijn zwakke punten.

Maar zelfs als je wél goed kunt zoeken (en beoordelen, etc.) dan is er nog steeds een probleem. De respondenten in mijn onderzoek zeiden dat er nauwelijks écht goede informatie te vinden is. Mijn eigen onderzoek naar beschikbare hulpbronnen bevestigt dat. Er zijn ook geen projecten die hierin willen voorzien; niemand durft zo'n project aan te vragen.

En áls er al goede informatie beschikbaar is (de laatste twee jaar lijkt dat een beetje te komen), dan nog is die nauwelijks te vinden. Ten tijde van mijn onderzoek werden alle zoekresultaten die verwezen naar www.pedofilie.nl, een serieuze website over pedofilie, stelselmatig door Google onderdrukt.

Vergelijk dat eens met de informatie over homoseksualiteit. Daar zijn allerlei sites over, speciaal gericht op jongeren, met een scala aan informatie, en mogelijkheden tot hulp. Ook zijn er praatgroepen, clubs en verenigingen. Maar voor jongeren met pedofiele gevoelens is er helemaal niets. Terwijl de behoefte juist daar zo groot is.

Huiverig voor 'de instanties'

Alle geïnterviewden zeiden hetzelfde: ze misten serieuze informatie, gericht op henzelf. Als je een beetje moeite doet, kun je wel wetenschappelijk materiaal vinden, maar dat is niet wat tieners nodig hebben. Wat ontbreekt, is informatie over de menselijke kant.

Tieners met pedofiele gevoelens blijken bijvoorbeeld behoefte te hebben aan (ethische) richtlijnen die hen helpen om te gaan met hun gevoelens. Wat is nog wel goed en wat niet meer? Maar ook: hoe ga je van dag tot dag om met je gevoelens? Wat zeg je tegen familie en vrienden? Daar is hoegenaamd niets over te vinden.

Het lijkt een mogelijkheid om via hulpverleningsinstanties informatie en bijstand te zoeken. Maar het is nogal een stap, zeker voor een tiener; die gaat niet gemakkelijk even naar de huisarts om te vertellen wat het probleem is, om een doorverwijzing te krijgen. Sommige respondenten zeiden ook huiverig te zijn voor 'de instanties'.

Een instantie als StopItNow! (actief in Nederland sinds 2012) heeft bijvoorbeeld een meldplicht, in tegenstelling tot hun zusterorganisaties in het buitenland. Als iemand zegt dat hij of zij iets strafbaars heeft gedaan, zijn ze verplicht hiervan aangifte te doen.

Een andere grote instelling, De Waag, levert forensische zorg. Dat is zorg voor mensen die met justitie te maken hebben (of gehad hebben). Daar meld je je als tiener ook niet gemakkelijk vrijwillig aan, uit angst officieel geregistreerd te worden als pedofiel, of zelfs gecriminaliseerd te worden.

Respondenten die hulp hadden gezocht bij een psycholoog, een psychiater, een seksuoloog, of een geestelijk verzorger, zeiden dat er meestal wel naar ze geluisterd werd, maar dat ze door de gebrekkige ervaring van de hulpverleners met hun problematiek uiteindelijk geen antwoord kregen op de vraag hoe ze met hun gevoelens om moesten gaan in hun dagelijkse leven.

Rol van de ouders

Niet alleen de jongeren zelf, maar ook hun ouders (en andere familieleden) kunnen nauwelijks informatie of hulp vinden om hun kind bij te staan, en beter te leren begrijpen. Zo sta je als jongere én als ouder dus totaal alleen, in een meedogenloos veroordelende wereld.

Steun van de ouders blijkt heel belangrijk te zijn voor een jongere, bij het accepteren van zijn geaardheid, en het leren ermee om te gaan. En omgekeerd: afwijzing of onbegrip van de ouders kan bijdragen aan een (sociaal) isolement van de jongere, wat tot depressies of andere psychische problemen kan leiden.

Praten met gevoelsgenoten

De respondenten zeiden bijna allemaal dat praten met gevoelsgenoten het beste helpt. Een anoniem forum zoals dat op www.pedofilie.nl, waar mannen en vrouwen, jong en oud, elkaars vragen beantwoorden, blijkt in een grote behoefte te voorzien.

Op dat forum kunnen jongeren hun zorgen en angsten uiten, zonder bang te hoeven zijn vernederd te worden. Daar vragen ze advies over hoe je erover met ouders of familie kunt praten. En ze worden er gemotiveerd om hulp te zoeken bij hulpverleners waarvan in de forumgemeenschap bekend is dat zij kundig zijn.

Vooral dat laatste – hulp bij het vinden van een kundige hulpverlener – is heel nuttig. Ten eerste omdat de meeste hulpverleners zo weinig ervaring hebben met pedofilie. En ten tweede omdat de hulpverleners die wél ervaring hebben, daar meestal niet mee te koop lopen, uit bezorgdheid over onbegrip in de samenleving.

Wantrouwen

Ik heb dat ook zelf ondervonden. Bij het schrijven van mijn scriptie werd mij bijvoorbeeld regelmatig gevraagd wat mijn relatie is met het onderwerp. De suggestie dat ik zelf wel pedofiel zou zijn, lag er duimendik bovenop. Terwijl ik alleen maar aan Ouders Online had gevraagd om een goed onderwerp.

Het is een taboe, en velen zijn bang om ermee geassocieerd te worden. Toen ik mijn scriptie-onderwerp bekendmaakte, vroegen mijn docenten zich openlijk af of dat wel kon, en of het wel verstandig was. Andere personen waarmee ik sprak, deskundigen op dit gebied, hebben me gewaarschuwd dat dit onderwerp negatieve effecten op mijn carrière zou kunnen hebben. En een artikel over mijn onderzoek in het Parool is na een paar gesprekken om onduidelijke redenen afgeblazen.

Toch heb ik doorgezet. Omdat ik niet wilde zwichten voor de vooroordelen. Overigens ben ik als pedagoog inmiddels goed terecht gekomen. (Als begeleider van autistische jongeren.)

Aanbevelingen

Veel jongeren (en hun dierbaren) hebben behoefte aan betrouwbare en makkelijk te vinden informatie. Die informatie moet niet zozeer wetenschappelijk van aard zijn, maar vooral ook de menselijke kant belichten, en gericht zijn op hulp bij het vinden van antwoorden op praktische en ethische vragen.

Ook moet er aandacht komen voor de ouders. Ook die hebben behoefte aan laagdrempelige informatie.

Daarnaast zou het goed zijn om ook op scholen aandacht te geven aan pedofilie, in het kader van 'seksuele diversiteit'. Pedofilie is nu eenmaal een geaardheid, zoals ook homofilie een geaardheid is, die niet met een pilletje of een therapie te genezen is.

Herkenning op jonge leeftijd, samen met meer kennis en ondersteuning, kan een pedofiel en diens omgeving enorm helpen met deze gevoelens om te leren gaan, zich geen outcast te voelen, en mogelijk misbruik te voorkomen.

Mijn laatste advies is om de pedofiele gemeenschap zélf te betrekken in het verbeteren van de beschikbare informatie en het aanbieden ervan. Er is daar een schat aan ervaring en informatie beschikbaar, zowel van pedofielen zelf als van hun ouders en hun familie.

Bronnen

Dossier pedofilie

  • Inleiding met achtergrondinformatie
  • Onderzoek naar de hulp voor pedofiele jongeren
  • Reactie op het onderzoek
  • Interview met een pedofiele jongere. (Nog te publiceren.)