Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
5 november 2010 door Lizet van Ewijk
Mijn dochter van 3½ jaar was vroeg met praten. Voor haar 2e jaar kon ze al duidelijk en in zinnen praten.
Maar nu ineens draait ze klanken om: soepstengel wordt "stoepengel" en nachtkastje wordt "nastkachje".
Ook is de laatste tijd haar zinsbouw opvallend vaak verkeerd. Bijvoorbeeld: in plaats van "Ik zag je niet eens" zegt ze "Ik zag je eens niet". En "de letter van de frietjes" (ze bedoelt: de M van Mcdonalds) wordt "de frietjes van de letter". Hoe kan dit?
Uw dochter was er inderdaad al vroeg bij, als ze al vóór haar 2e verjaardag zinnetjes produceerde. Gemiddeld worden pas rond het 2e levensjaar de eerste korte zinnen van 2 of 3 woorden gevormd.
En nog meer goed nieuws: zo te zien heeft ze geen moeite met articuleren (zoals het weglaten van delen van woorden), of met het begrijpen van taal. Ook kan ze al behoorlijk ingewikkelde constructies maken. Ik ga er dan ook vanuit dat ze weinig problemen heeft in de communicatie en dat er met haar taalontwikkeling niets mis is.
Maar nu dat omdraaien van klanken en woorden. De voorbeelden die u daarvan gaf, geven een prachtig kijkje in de werking van ons taalproductie-systeem (dus ook dat van uw dochter). Ik zal dat uitleggen.
Bij het spreken wordt een boodschap of een gedachte (datgene wat je wilt gaan zeggen) omgezet naar een taaluiting. Hoe dat precies gebeurt, en welke stappen daarin te onderscheiden zijn, is nog steeds onderwerp van discussie. En die discussie wordt mede gevoerd aan de hand van het soort versprekingen dat uw dochter maakt.
Dit soort versprekingen wordt gebruikt als 'bewijs' dat er verschillende fases te onderscheiden zijn, waarin een boodschap wordt omgezet naar een taaluiting:
In die laatste stap van de productie kunnen er versprekingen ontstaan. Bijvoorbeeld:
Dat waren voorbeelden van versprekingen met losse klanken, net als bij uw "stoepengel" (in plaats van soepstengel).
Het kan echter ook gebeuren met complete woorden:
Ze maakt dus versprekingen die heel normaal zijn en die we allemaal wel eens maken. Het is eigenlijk wonderbaarlijk dat het juist zo vaak en zo snel wél goed gaat!
Wat ik me nog wel afvroeg, is hoe vaak en wanneer uw dochter deze versprekingen maakt. Ik vroeg mij dat af omdat u vertelde dat het de laatste tijd vaker voorkomt. Hoe zou dat komen?
De eerste mogelijkheid is dat het te maken heeft met de cognitieve groei die uw dochter doormaakt (dus: haar ontwikkeling in denken en leren). Naarmate ze ouder wordt, probeert ze steeds complexere ideeën te beschrijven, omdat ze zich steeds bewuster wordt van de wereld om haar heen. Dat wil ze met u en anderen delen. Daarbij maakt ze waarschijnlijk steeds langere en misschien zelfs al samengestelde zinnen (met meerdere persoonsvormen). Als ze dan snel iets wil zeggen, of als ze moe is, kan het zijn dat ze wat vaker versprekingen maakt dat normaal. Ik verwacht dat dit op den duur vanzelf minder zal worden.
Een andere mogelijkheid is dat het helemaal geen versprekingen zijn, maar dat uw dochter met opzet klanken en woorden omdraait. Gewoon omdat het leuk is, als spel. Maakt ze bijvoorbeeld ook wel eens zelf rijmpjes? Dat is ook een vorm van spelen met taal. Mocht dit zo zijn, dan betekent dat dat ze een meta-linguïstisch bewustzijn aan het ontwikkelen is. Dus dat ze bezig is om na te denken óver de taal, en wat je daar allemaal mee kunt doen. Dat is heel leuk en nuttig!
Maar hoe het ook zij, en welke verklaring je ook kiest: het hoort allemaal bij het wonder van de taalverwerving.
is als spraak-taal-patholoog en logopedist verbonden aan het Sint Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. Daarnaast werkt ze als promovendus bij de Universiteit van Utrecht waar ze taalstoornissen bij kinderen en volwassenen onderzoekt.