Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
30 juni 2006 door Ellen Gerrits
Mij dochter Eva is 3 jaar. Ze zegt een hoop, maar veel in haar 'eigen taal'. Losse woordjes zegt ze wel al meer, bijvoorbeeld: bloem, kleuren, plakken, stoel, tafel en sjaal. Ze maakt tweewoordzinnetjes.
Ook maakt ze enthousiast contact met andere kinderen. Een gesprekje voeren gaat echter nog moeizaam; volgens mij heeft ze nog weinig woordbegrip. Als ik vraag wat ze wil drinken, geeft ze niet gericht antwoord.
De huisarts vindt logopedie niet nodig, omdat ze nog zo jong is. Mijzelf lijkt het ook niet zinvol op dit moment. Haar gehoor is goed. Ze heeft met 11 maanden buisjes gekregen en er is een neusamandel verwijderd (na vele keren middenoorontsteking). Sinds 3 maanden zit ze op de peuterspeelzaal.
Moeten wij actie ondernemen?
Ik denk inderdaad dat u actie moet ondernemen en ik zal u uitleggen waarom. Ook zal ik aangeven waar die actie uit zou kunnen bestaan.
Volgens de zogenaamde 'minimum spreeknormen' (Goorhuis-Brouwer, 2000) gebruikt een kind van 3 jaar minimaal zinnen van drie tot vijf woorden. Dit is minimaal omdat volgens deze norm 90% van de 3-jarigen langere zinnen maakt.
Ik denk dus dat uw beschrijving van haar taal op een taalachterstand duidt. Het gebruiken van brabbels met enkele losse woordjes en tweewoorduitingen past namelijk beter bij een kind dat net 2 jaar oud is geworden dan bij een kind van 3.
Uw opmerking over haar 'eigen taaltje' suggereert dat ze niet altijd verstaanbaar spreekt, en dat haar klankproductie niet past bij de leeftijd. Ik denk dus dat u zich terecht zorgen maakt over haar taalbegrip.
U geeft als voorbeeld dat Eva een vraag over wat ze wil drinken, niet gericht beantwoordt. Dat is opvallend, omdat de eigenschappen van deze vraag voorspellen dat het een eenvoudige vraag is:
Positief is natuurlijk dat uw dochter wel communicatief is, en dat ze enthousiast contact maakt met andere kinderen. Veel kinderen met taalproblemen zijn inderdaad heel goed in staat om via non-verbale communicatie contact te leggen en hun omgeving onder controle te houden.
Het enige vervelende is dat die non-verbale communicatie vaak niet meer toereikend is als het kind wat ouder wordt en meer wil zeggen. Taal is immers noodzakelijk als je wilt praten over dingen die niet binnen je bereik liggen of niet aan te wijzen zijn. U gaf zelf al aan dat het moeilijk is om een gesprekje met haar te voeren.
Uw beschrijving van het taalgebruik van uw dochter doet vermoeden dat er sprake is van een taalachterstand. Ik adviseer u daarom een taalonderzoek te laten uitvoeren door het taalteam van een Audiologisch Centrum bij u in de buurt (voor adressen, zie:
www.fenac.nl) of door een zelfstandig logopedist.
Het taalteam heeft echter mijn voorkeur, omdat dan ook het gehoor nog even gecontroleerd wordt, en er meer aandacht is voor de algemene en cognitieve ontwikkeling, in combinatie met de taalvaardigheid.
Als er een taalprobleem wordt vastgesteld, kan het taalteam u adviseren over de bijbehorende taaltherapie. Dat advies kan bijvoorbeeld een logopedische behandeling zijn.
Ik ben het niet eens met uw huisarts, dat uw dochter nog te jong zou zijn voor een logopedische behandeling. Zo'n behandeling wordt vaak ten onrechte uitgesteld. Uit onderzoek blijkt dat taaltherapie bij jonge kinderen (3 jaar) juist effectiever is dan bij kinderen van 4 of 5 jaar oud.
Mijn streven is om kinderen met een goede taalbasis te laten starten in groep 1. Eva heeft nu dus nog de tijd om een sprong vooruit te maken.
Nog één opmerking tot slot, over de peuterspeelzaal. U merkte op dat Eva daar sinds kort naartoe gaat. De peuterspeelzaal vormt een goede voorbereiding op de basisschool, maar zorgt niet voor een verbetering van de taalvaardigheid, als er echt sprake is van een taalprobleem. De peuterspeelzaal kan dus geen alternatief zijn voor logopedie.
Veel succes!
is spraak-taalpatholoog en logopedist, en werkzaam als hoogleraar aan de Universiteit Utrecht.