Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
10 december 2004 door Annelou de Vries
Mijn zoontje van 2½ is na vele ziekenhuisopnames en chemotherapie overleden. Steeds hebben we hem op alle ingrepen goed voorbereid, in begrijpelijke taal en met begrijpelijke voorbeelden. Hij was altijd duidelijkheid en eerlijkheid gewend, ook als iets pijnlijk was.
Toen hij niet meer beter kon worden, vonden wij het enorm moeilijk om hem voor te bereiden. We konden maar niet beslissen hoe we het zouden brengen, in alle hectiek die er heerste.
Toen heb ik op een moment dat ik samen met hem op bed aan het spelen was, gezegd dat we niet meer naar het ziekenhuis hoefden. De dokter heeft geprobeerd je beter te maken maar het is niet gelukt. Je gaat ook naar de hemel, God en de lieve mensen.
Erg adhoc en niet inleidend gezegd, vind ik achteraf. Zijn reactie was: stil, grote ogen, om vervolgens met een ruk zijn hoofd af te wenden en verder te spelen. Ik probeerde nog iets te zeggen maar al zijn lichaamstaal gaf aan dat hij dit niet wilde.
Ik kon mijzelf wel voor mijn hoofd slaan en we hebben er nadien een verhaal van gemaakt. Dat hij een keer lang zou slapen en als hij wakker zou worden was hij beter en zou hij geen pijn meer hebben en weer kunnen rennen en spelen. Maar niet meer de hemel etc., genoemd.
Tussen het moment van de eerste aankondiging tot het verhaal heeft 2 weken gezeten. Vaak zag ik de onzekerheid van hem, omdat hij aan ons ook wel voelde dat we het anders vertelden dan met andere dingen. Ook ben ik ervan overtuigd dat sterven niet zomaar iets is en dat hij van alles moet hebben gevoeld.
Hij gebruikte zelf ook wel eens (voordien) de hemel, God en de lieve mensen in zijn spel. Opa was daar en de vogel die tegen het raam vloog. Daar kon de vogel weer vliegen maar wij kunnen ze niet zien. "Mamma, ik ga naar de hemel, en lieve mensen, mama mij niet zien" Daag!
Al met al is mijn vraag nu: hoe kun je een kind in die leeftijd voorbereiden op de dood?
En wat heeft mijn niet ingeleide mededeling met hem gedaan? Was dit shock, of was dit een normale reactie? Jammer dat ik hem niet de ruimte heb gegeven om erop terug te komen en we zo vasthielden aan dat andere verhaal. Toch heeft hij afscheid genomen, zo duidelijk, alsof hij het voelde...
Het is gegaan zoals het is gegaan, maar achteraf ben ik er niet blij mee en wou ik dat ik de tijd had gehad om meer informatie te vinden.
De vraag hoe je een kind kunt voorbereiden op de dood, behoort tot de moeilijkst te beantwoorden vragen van het leven. En eigenlijk is er maar één antwoord mogelijk: alles wat je probeert is goed, als het maar past bij jezelf en je kind. Wat u gedaan heeft, klinkt in ieder geval heel mooi en knap, hoe afwerend uw kindje hierop ook gereageerd heeft.
Misschien dat de volgende uitleg over wat een klein kind kan begrijpen van de dood u kan helpen om u beter te voelen over de manier waarop u het gedaan heeft. Ik heb me hierbij laten adviseren door collega's in het ziekenhuis, die zich gespecialiseerd hebben in de begeleiding van kankerpatiëntjes en hun ouders.
Sterven of doodgaan zijn voor volwassenen al moeilijk te begrijpen, maar voor kinderen zijn deze begrippen tot hun puberteit nog vaak heel magisch en verwarrend. "Dood" is een abstract gegeven, waarvoor een kind een behoorlijk ontwikkeld denkvermogen moet hebben om een beetje te snappen waar het over gaat.
Om erover te kunnen praten, moeten een kind en zijn ouders woorden vinden voor ingewikkelde emoties en zingevingsvragen. Kinderen moeten leren dat dood onomkeerbaar, allesomvattend en onvermijdelijk is en dat dood gaan door bepaalde zaken veroorzaakt kan worden maar door andere niet. Ik zal proberen uit te leggen wat dat in de praktijk betekent.
"Onomkeerbaar" betekent dat een kind in de loop van zijn leven leert begrijpen dat je niet meer opstaat nadat je vriendje je met een speelgoedpistool heeft doodgeschoten (zoals dat in het normale leven wel gebeurt), of dat mama die begraven is niet wakker wordt om je een nachtkus te geven.
Dat de dood "allesomvattend" is, betekent dat een kind snapt dat een dode geen drinken en eten meer nodig heeft omdat hij honger heeft, of een warme deken omdat hij het koud heeft.
Het "onvermijdelijke" van de dood betekent dat het iedereen overkomt, ieder levend wezen.
En tenslotte: dat de dood "bepaalde oorzaken" heeft, betekent dat een kind leert dat hij niet doodgaat omdat iemand boos op hem is, en dat doodgaan ook geen straf is, maar dat het alleen kan gebeuren doordat er lichamelijk iets ernstigs aan de hand is.
Voor de begeleiding van kinderen die gaan sterven, kunnen enkele algemene richtlijnen gegeven worden, die echter voor ieder persoonlijk weer anders ingevuld kunnen worden.
Ten eerste lijkt het prettig om open te zijn, en geen geheimzinnigheid uit te stralen of het onderwerp te vermijden. Sommige ouders denken dat ze hun kinderen beschermen door de dood of andere nare dingen voor ze weg te houden. Kinderen lijken echter meestal feilloos aan te voelen dat er iets aan de hand is.
Andere ouders denken juist dat je altijd met je kind moet praten. Dit is echter vaak moeilijk en zowel ouders als kinderen voelen zich er soms beter bij als ze er niet over spreken. Soms gaat het met lichaamstaal beter dan met woorden.
U vertelde dat u steeds open bent geweest tegenover uw zoontje. De afwerende reactie bij uw eerste poging om het slechte nieuws te vertellen, geeft aan dat uw kindje goed begrepen heeft dat het niet leuk was waarover u sprak. Ik hoop dat ik u gerust kan stellen door te vertellen dat zijn reactie kenmerkend is voor een kind. Hij wilde er niets vanaf weten.
Hier in het ziekenhuis was een keer een kind die zijn hand op de mond van zijn ouders legde toen die over het komende sterven met hem spraken. Zo liet het kind merken dat het een nare boodschap was, en dat was het ook. Ik denk dat uw kindje dat liet zien, toen hij zich van u afkeerde.
Verder probeer je in je gesprek met kinderen over de dood zoveel mogelijk aan te sluiten bij hun belevingswereld en hun begripsniveau. Zo heeft u woorden gebruikt die uw kind al kende, zoals hemel, God en lieve mensen.
Toch is een kind van 2½ nog zo jong dat het heel moeilijk is om er écht aansluiting bij te vinden. Het is de leeftijd waarop ze soms al net wel, maar soms ook nog niet, gebruik kunnen maken van symboliek en verhaaltjes.
Ik vind het heel indrukwekkend van u dat u uiteindelijk een verhaal voor uw zoon bedacht heeft, dat hij kennelijk goed kon aanhoren en waarmee hij gerust werd gesteld.
Voor andere ouders die in de situatie verkeren die u beschreef, kan een verhaal als "Kikker en het vogeltje" van Max Velthuijs heel mooi aan peuters en kleuters voorgelezen worden om in gesprek te komen over de dood. [Meer boektitels vindt u op onze overzichtspagina Kinderen en de dood - red.]
Een kind van 2½ begrijpt eigenlijk alle moeilijke elementen van doodgaan nog niet. Voor zo'n jong kind heeft doodgaan vooral te maken met loslaten, en is de angst voor de dood vooral scheidingsangst. Kinderen zijn op die leeftijd bang om alleen achtergelaten te worden.
Juist daarom was het heel goed (en heel mooi) dat u in uw verhaal aangaf dat uw kind samen met opa zou zijn en niet alleen!
Kinderen kunnen op die leeftijd doodgaan ook als straf ervaren; een kind moet weg omdat hij iets stouts gedaan heeft. Ik geloof dat uw kind goed begrepen heeft dat dat niet aan de hand was.
Het komt ook vaak voor dat je in gesprek met je kind over de dood niet direct de goede woorden of de juiste toon hebt gevonden. Je voelt je zo onbeholpen, het onderwerp is zo beladen en ingewikkeld dat het eigenlijk vreemder zou zijn als je direct de juiste manier van erover communiceren gevonden zou hebben.
Het ligt vaak niet aan dat ene moment, maar het is een proces van langere tijd, waarin je als ouder zoekt naar wat aansluit bij jezelf en je kind. En juist in dat proces gebeuren ook dingen die je niet verwacht had of kon voorzien.
Ik denk dus dat u het heel goed gedaan heeft en hoop heel erg dat u zich beter kan gaan voelen over dit deel van het overlijden van uw zoontje.
Waarschijnlijk bent u er tijdens de ziekte van uw zoon al op gewezen, maar voor contact met mensen die hetzelfde als u hebben meegemaakt, kunt u zich wenden tot de Vereniging voor Ouders van Kinderen met Kanker (zie: www.vokk.nl). Deze vereniging heeft speciale gespreksgroepen voor ouders van overleden kinderen.
Meestal heeft ook het ziekenhuis van waaruit u begeleid bent, een psycholoog of een maatschappelijk werkende in dienst, die nazorg kan geven.
Ten slotte is er het boek "Dood zijn, hoe lang duurt dat?" van Werner Storms (Uitg. Clavis, 2004, ISBN 9068227289). Storms behandelt daarin vragen en ideeën van kinderen over de dood.
Ik wens u veel sterkte.
Annelou de Vries is kinder- en jeugdpsychiater, en als zodanig werkzaam bij het VU Medisch Centrum te Amsterdam. Daarnaast werkt zij mee aan de opleiding voor kinder- en jeugdpsychiaters.