6 mei 2015 door Justine Pardoen

Weerbaar maken tegen kinderlokkers

Hoe maak je je kinderen weerbaar tegen kinderlokkers, terwijl je het ook nog een beetje gezellig houdt? (Actuele aanleiding: een lok-video op YouTube die op dit moment populair is.)

Een vreemde die kwaad wil, kan een kleuter zo oppakken en in de kofferbak duwen. Zak over het hoofd, hand op de mond, en wegwezen. Je moet er niet aan denken, maar het kan.

Tegen dat soort geweld, dat overigens heel weinig voorkomt (minder dan 10 keer per jaar), is natuurlijk geen kruid gewassen. Maar tegen de subtielere verleidingstrucs kun je wel degelijk iets doen.

  • Basisregel - leer je kind om nooit mee te gaan met iemand zonder het aan papa of mama te vertellen, en vertel ook waarom dat belangrijk is.

Die regel klinkt logisch, maar in de praktijk blijken er nog wel wat haken en ogen aan te zitten. Hieronder zal ik aangeven wat er nog meer bij komt kijken.

Maar eerst even een actuele video die laat zien hoe gemakkelijk het is om kinderen te verleiden. In dit geval met een schattige puppy. (De eigenaar vraagt wel eerst netjes aan de moeders of ze mee willen doen aan het experiment.)


 

Buurt-super

Toen ik zelf klein was, was er ineens het verhaal over een kinderlokker bij de buurt-super. Kleine kinderen vanaf een jaar of 5 mochten daar zo nu en dan zelfstandig een boodschapje doen voor mama ("100 gram gesneden Jonge Leidse", herhaalde ik de hele weg ernaartoe, en ik voelde me apetrots), maar ineens was dat over. Niemand mocht meer de straat op; bij onze ouders zat de schrik voor de kinderlokker er goed in.

Hoe zag hij eruit, die kinderlokker? Ik wist het niet. Mijn ouders konden het me ook niet vertellen. Ik verzon: vies haar, ongeschoren en ongewassen, in een donkere, lange jas, met kapotte schoenen. Een beetje een kruising tussen Swiebertje en Boris Boef. Een opvallend, maar marginaal figuur, iemand die niet wilde deugen en die 'iets' (wat eigenlijk?) met kinderen doet waar wij niet aan blootgesteld mochten worden. Ik heb er weken naar uitgekeken, zo nieuwsgierig was ik. Maar ik heb hem niet gezien en de onrust waaide over.

Ik moest daaraan denken toen Monique, een deelnemer aan het Forum van Ouders Online, vertelde over de brief die ze ontvangen had van school. Er waren jonge kinderen benaderd door een onbekende man in de buurt van de school.

Monique: "Ze willen geen paniek zaaien, maar de school wilde de kinderen wel gaan vertellen dat ze nooit met vreemden mochten meegaan. Goede zaak. We vertellen dat onze dochter zelf ook. Maar op vakantie liep ze nog doodleuk mee met een oude vrouw omdat ze mij even niet kon vinden. Ik zat gewoon 10 meter verderop maar dat was ze even vergeten. Zo stom dat ik het niet gezien heb, maar nu blijkt wel hoe snel zoiets kan gaan."

Weerbaar maken

Monique wil nu wel eens weten wat je een kind eigenlijk vertelt over kinderlokkers. Haar dochter is 4 jaar. "Hoe kan ik haar weerbaar maken zonder haar bang te maken? Hoe leer ik haar dat ze alleen maar met óns mag meegaan en nooit met een ander? Ze luistert de laatste tijd toch al zo slecht, en inmiddels is ze ook niet verlegen meer. Ze pakte laatst op de kinderboerderij zomaar een opa van een ander kindje bij de hand en sleepte hem mee naar een geitje..."

Het heeft inderdaad weinig zin een kind te vertellen niet met vreemden mee te gaan. Want wat is een vreemde, voor iemand die 4, 5 of 6 jaar is? Hij zegt één keer iets leuks tegen je, en ineens is het dan geen vreemde meneer meer...

Concrete regels

Het beste is je kind een aantal concrete regels te geven, die je ophangt aan situaties die hij of zij goed kan herkennen. De belangrijkste regel is dat je je kind leert om het altijd éérst aan papa of mama te zeggen als je ergens alleen naartoe gaat. Als papa of mama niet in de buurt is om het te vragen, dan mag je gewoon niet meegaan. Pech gehad, volgende keer beter.

Oefen in ieder geval de volgende standaard-situaties met uw kind:

  • 1. Iemand biedt iets te eten of te drinken aan wat je lekker vindt.

Les: je mag nooit iets van iemand aannemen, ook al ziet het er nóg zo lekker uit, en ook al heb je nóg zo'n trek of dorst. Dus: geen snoepjes aannemen van vreemden (maar ook geen chips, cola, poffertjes, enzovoorts.)

  • 2. Iemand vraagt om hulp, bijvoorbeeld omdat hij iets heeft laten vallen, of omdat hij de weg niet weet, en vraagt het kind om mee te gaan naar een andere plek waar de gevraagde hulp geboden moet worden.

Les: help nooit iemand als dat betekent dat je ergens anders met deze meneer of mevrouw naartoe moet, zonder dat papa of mama dat weten.

  • 3. Iemand vertelt je kind dat er met mama of papa iets ergs of iets bijzonders is gebeurd (ze moesten weg naar het ziekenhuis of zoiets) en nu moet die vreemde meneer of mevrouw het kind halen om het naar papa of mama te brengen.

Les: alleen papa of mama (of oma en de oppas) komen jou ophalen. Als het iemand anders is (oom Jan, de buurvrouw, of wie dan ook), dan moet die eerst het wachtwoord zeggen. Laat het kind zelf het wachtwoord bedenken en herhaal dat in oefen-spelletjes. Een leuk spelletje is bijvoorbeeld om op de kamerdeur van je kind te kloppen en alleen naar binnen te mogen als je eerst het wachtwoord zegt.

  • 4. Iemand vraagt of je kind het leuk vindt om te komen kijken naar een nest met jonge dieren (poesjes, konijntjes, puppy's, etc.)

Les: ga nooit met iemand mee die aardig tegen je doet, ook al wil je het nog zo graag. Vraag het altijd eerst aan papa of mama. Is die er niet? Dan heb je pech gehad. Volgende keer beter.

  • 5. Iemand heeft een belangrijk uniform aan (politie, brandweerman, beveiligingsbeambte, etc.) en vertelt het kind dat er een belangrijke reden is om met hem mee te gaan.

Les: als die meneer of mevrouw een échte brandweerman of een échte politie-agent is, dat vindt die het niet erg als je het eerst even tegen papa of mama zegt dat je meegaat. Sterker nog: van de burgemeester móeten deze mensen altijd eerst toestemming vragen aan papa of mama, want anders mogen ze helemaal geen kinderen meenemen.

Nog lang niet makkelijk

En dan maar hopen dat je kind begrijpt dat het voor zijn eigen bestwil is, al dat strenge gedoe.

Dat dat nog lang niet makkelijk is, blijkt uit een gebeurtenis van juni 2005. In de VS was een jongetje verdwaald tijdens zijn Scouting-kamp. Dagen is er naar hem gezocht, maar niemand vond hem. Wat bleek? Het kind had geleerd zich goed te weren tegen vreemden. Zodra er een vreemde op het pad verscheen, verschool hij zich in de bosjes, tot de kust weer veilig was. Ook al had hij het nog zo koud, en was hij nog zo hongerig en dorstig, hij hield zich aan de regels van zijn ouders...

Moraal van dit verhaal: je kunt het ook té goed doen, qua kinderlokkers-opvoeding. Of beter gezegd: ook al doe je het volgens het boekje, dan nog blijven de uiteindelijke effecten vaak onvoorspelbaar.

De wereld een beetje leefbaar houden

Inmiddels is onze oudste zoon 11. Hij gaat al regelmatig alleen op pad, in Amsterdam die grote stad. Laatst vertelde hij dat hij onderweg van muziekles naar huis aangeschoten werd door een oude dame die hem gevraagd had haar te helpen met het dragen van een zware boodschappentas. Niet alleen naar haar huis maar ook erin. Ze woonde op een bovenhuis.

"Ik vond het best een beetje eng mam", vertelde mijn zoon. Vooral omdat ze ook had aangeboden om zijn tas met muziekboeken over te nemen. "Ik zag het al voor me", vervolgde hij. "Kom ik daar boven, sleurt ineens een man me naar binnen. En dan zou ik niet eens mijn eigen tas meer hebben."

Mijn lessen waren dus goed aangekomen, maar toch zat het me niet lekker. Ik wil mijn kind immers óók leren dat het goed is om oude vrouwtjes te helpen. We leven dan weliswaar in een harde wereld, maar we hebben ook de verantwoordelijkheid om die wereld een beetje leefbaar te houden.

Ander gesprek

Het werd dus tijd voor nog een ander gesprek. Over opkomen voor jezelf, maar ook iets voor iemand anders kunnen doen. Over bang zijn, maar ook vertrouwen hebben in je medemens.

Ik vertelde dat ik trots op hem was, dat hij zijn angst niet had laten overheersen. Als iedereen dat zou doen, dan zou het op deze wereld wel heel erg koud en eenzaam worden. Ik vertelde dat ik trots op hem was dat hij had besloten om deze mevrouw te helpen terwijl hij tegelijkertijd alert was gebleven. En dat ik het fijn vond dat hij zijn dilemma aan mij had voorgelegd.