1 juni 2001 door Paula Fikkert

Veerle (1½) zegt "teletubbietandpasta" en telt tot 14. een wonderkind?

Mijn dochter Veerle is net anderhalf en kletst ons de oren van het hoofd. Nu krijgen we steeds vaker te horen dat ze wel bijzonder goed praat. Het maakt me op zich niet uit, want voor ons is ze toch wel bijzonder, maar ik ben nu wel nieuwsgierig: hoe ver is onze meid met praten?

Ze kan bijv. tot 14 "tellen", en als ik zeg "Honderddertien", dan vult zij ook "honderdveertien" aan. Ze gebruikt ook woorden als "inderdaad", "tuurlijk" en "succes". En ze kent, zegt en begrijpt begrippen als hoog en laag, licht en donker, warm, koud en heet, enz. Lange woorden als televisie en teletubbietandpasta zegt ze foutloos en sommige liedjes kan ze al bijna zonder hulp zingen, ook refreintjes van popliedjes als Dansen Aan Zee van Bl›f. Het zinnetje "afscheidswals aan de waterlijn" klinkt dan als "afseidswals ade watelijn". En ze praat ons na. Letterlijk: "Heb je een mooie ballon gevonden? Dat is leuk!"

Tot voor kort kon ze de k en de r niet zeggen en was een kikker een tittel, maar nu gaat de k haast altijd goed en met de r is ze aan het oefenen. En ze maakt zinnetjes van vier woorden: "Mama Veerle puzzel maken", of "Pop even stoel zitten."

Wij stimuleren haar niet bijzonder, we gaan alleen in op wat zij aangeeft. Dat tellen hebben we haar geleerd omdat ze zelf dagen achtereen steeds "vijf, zes" zei, dus toen zijn wij de rest van het rijtje tot tien gaan opzeggen. Maar zij wilde meer want na 10 ging ze altijd door met opsommen "Lisa Tina Bert Harm-Jan" en dus hebben we haar ook maar 11, 12, 13 14 geleerd.

Wat denkt u, hebben wij een wonderkind?

Antwoord

Ieder kind is een wonder op zichzelf en dus ook uw dochter Veerle. Veerle heeft daarnaast ook een bijzonder talent voor taal. Ze beleeft er duidelijk veel plezier aan. Ze observeert taalfeiten scherp en ze vindt het leuk om na te doen wat ze hoort. Ze loopt daarmee voor op de meeste leeftijdsgenootjes. De meeste kinderen van 1½ zitten dan namelijk nog in de één-woord-fase. Of ze beginnen net met het maken van hun eerste twee-woordzinnetjes. Woorden als "teletubbietandpasta" kom je niet zo vaak tegen op die leeftijd.

Fout...

Zelf heb ik eens de fout begaan om tijdens een wandeling tegen het dochtertje van vrienden – zij was ook anderhalf – stellig te beweren dat we thuis zouden zijn voordat ze tot 20 kon tellen. Mijn eigen dochter van toen bijna 3 kon dat namelijk nog niet. Ik was er stellig van overtuigd dat hun dochter dat ook niet zou kunnen. Fout. Nog geen 5 passen verder was ze al bij de 30.

Kleine volwassene

Snelle sprekers, zoals uw Veerle en de dochter van mijn vrienden, zijn vaak het eerste of enig kind, en brengen veel tijd door met volwassenen. Ze gebruiken hun talenten om die volwassen voorbeelden te imiteren. Soms zijn ze net kleine volwassenen.

Op hun beurt spelen de volwassenen ook vaak goed in op de mogelijkheden en interesses van zo'n kind. U geeft zelf al aan dat u de getallenreeks hebt aangeboden, omdat uw kind op dat moment zelf met cijfers bezig was en daar kennelijk interesse voor had. Onbedoeld hebt u daarmee uw kind een enorme stimulans gegeven. Was u er op een ander tijdstip mee begonnen, dan had het misschien niet hetzelfde effect gehad.

Kindercommunicatie

Uit uw vraag kan ik niet opmaken of uw dochter ook contact met andere kinderen heeft. Het komt voor dat een vroege prater zich een buitenbeentje voelt in een groep leeftijdsgenootjes, omdat hun manier van communiceren nogal afwijkt van zijn eigen norm: het volwassen taalgebruik. Dit hoeft natuurlijk niet te gebeuren, maar het kan beslist geen kwaad uw dochter ook met het taalgebruik van andere kinderen te confronteren.