Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
29 september 2006 door Nadia Eversteijn
Mijn man en ik wonen al 11 jaar in Nederland; we komen uit Bosnië. Ons zoontje (23 maanden) voeden we tweetalig op, in het Bosnisch en het Nederlands. Thuis spreken we Bosnisch, en buiten de deur, met Nederlandse vrienden en op het crèche (waar hij 4 dagen per week wordt opgevangen) oefent hij de Nederlandse taal.
Hij was snel met zijn eerste woordjes, in beide talen, en nu heeft hij een vrij grote woordenschat. Hij zegt al korte zinnetjes en zingt mee (liedjes in beide talen).
So far so good, maar nu mijn probleem. We zijn niet erg consequent met het taalgebruik, vooral omdat we zelf (voordat ons zoontje geboren werd) er een nogal een zootje van maakten. We gebruiken nog steeds veel Nederlandse en Engelse woorden door het Bosnisch heen, wat uiteraard wel onze
matrix language is gebleven.
Sinds ons zoontje er is, proberen we het geheel wat te 'zuiveren', maar dat lukt niet of nauwelijks.
Mijn vraag is eigenlijk: wanneer zou je van een kind mogen verwachten dat hij twee talen scheidt (dus niet door elkaar gebruikt, thuis of op de crèche)? Misschien hoort hij dat nu al te kunnen, maar het lukt hem niet omdat wij als ouders er zo'n mengelmoes van maken.
En nog een bijvraag: ons zoontje vindt woordspelletjes doen en liedjes zingen geweldig, maar hij vindt het maar niets als ik probeer voor te lezen (in welke taal dan ook). Ik probeerde het met verschillende simpele en gekleurde boeken, maar bij de tweede pagina haakt hij af. Hoe kan ik dit stimuleren?
Normaal gesproken kunnen meertalige kinderen rond hun 3e verjaardag hun talen van elkaar scheiden. Uw zoontje moet zijn 2e verjaardag nog vieren, dus is er geen enkele reden tot bezorgdheid!
Maar dat je twee (of meer) talen van elkaar kunt scheiden, wil nog niet zeggen dat je dat in de dagelijkse praktijk ook altijd dóet. U en uw man zijn daarvan een goed voorbeeld. Als jullie onderling in gesprek zijn, gebruiken jullie veel Engelse en Nederlandse door het Bosnisch heen. Dat is een normaal verschijnsel, waar verschillende logische verklaringen voor te vinden zijn. Ik zal die straks bespreken.
Het wordt pas problematisch als u een gesprek wilt voeren met een eentalig persoon (Bosnisch dan wel Nederlands), en als u merkt dat u dat niet goed kunt. Ik zal dan ook beschrijven wat uw zoontje in de toekomst zou moeten kunnen in gesprekken met anderen.
Tot slot zal ik een paar tips geven hoe je een bijna 2-jarige zou kunnen paaien om samen een boekje te lezen.
U vertelde dat het Bosnisch uw
matrix language is. (Het begrip 'matrixtaal' legde ik eerder uit in mijn antwoord op
Mijn zoon heeft zichzelf Zweeds geleerd). Dat wil dus zeggen dat uw woordvolgorde en uw zinsbouw Bosnisch zijn, maar dat u in dat sjabloon af en toe Nederlandse of Engelse woorden invoegt.
Dat invoegen van woorden uit een andere taal noemen we 'insertie'. Mensen die tweetalig zijn, maken zich vaak ernstige zorgen over hun eigen inserties. Ze denken dan: "Ik zal wel heel veel woorden uit taal A vergeten zijn, dat ik zóveel woorden uit taal B gebruik!" Maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Het kan ook zo zijn dat het woord uit taal B je gewoon sneller te binnen schiet dan het equivalent uit taal A.
Bijvoorbeeld: het woordje
fiets. Dat leent zich bij uitstek voor insertie in een andere taal. Ten eerste is het lekker makkelijk uit te spreken (de meeste andere talen gebruiken een langer woord, zoals
bicicletta of
Fahrrad). En ten tweede is Nederland natuurlijk een echt fietsland, waardoor een rijwiel al snel geassocieerd wordt met de Nederlandse taal. De kans is dus behoorlijk groot dat er "fiets" uit uw mond floept als u eigenlijk Bosnisch aan het praten was.
Daarnaast kan het zijn dat woorden gewoon geen equivalent in een andere taal hebben. Hoe zeg je bijvoorbeeld "HAVO" in een andere taal? Dan heb je meteen een heleboel woorden nodig om te omschrijven wat voor soort onderwijs je bedoelt.
Tot slot kan het zijn dat een woord in taal A een iets andere gevoelswaarde heeft dan zijn equivalent in taal B. Zo denkt u bij het Nederlandse woord
huis misschien eerder aan een doorzonwoning met een voortuintje dan aan een woning in Bosnië. Het Nederlandse en het Bosnische woord voor 'huis' zijn voor u dan eigenlijk twee aparte begrippen met een verschillende betekenis.
Kortom: er kunnen allerlei – gegronde – redenen zijn om Nederlandse (of Engelse) woorden te gebruiken in uw Bosnisch, zónder dat dit betekent dat u 'slecht Bosnisch' spreekt.
En wat uw zoontje betreft: ik begrijp dat hij van u en uw man toch voornamelijk Bosnisch hoort, en van uw vrienden en van de crèche-leidsters voornamelijk Nederlands. Ik zie dus geen reden waarom hij in de war zou raken.
Wat belangrijk is, is dat uw zoontje dadelijk Nederlands kan spreken tegen mensen die geen Bosnisch kunnen verstaan, zoals zijn leerkracht of zijn klasgenootjes, zonder dat hij regelmatig Bosnische woorden invoegt die anderen niet kunnen verstaan.
Ook is het belangrijk dat hij straks Bosnisch kan spreken tegen familieleden die geen Nederlands verstaan, zonder dat hij veel Nederlandse woorden gebruikt die zij niet begrijpen. Houd er overigens wel rekening mee dat het Nederlands waarschijnlijk zijn dominante taal zal worden (omdat er meer mensen zijn van wie hij dat hoort). Dat betekent dat er af en toe wel eens een Nederlands woordje in zijn Bosnisch zal sluipen; dat is onvermijdelijk.
Minder belangrijk is de manier waarop uw zoontje tegen u en uw man gaat praten. Dat zal op den duur niet 100% Bosnisch zijn. Hij zal namelijk snel doorkrijgen dat jullie Nederlandse woordjes ook wel verstaan, waardoor het voor hem vanzelfsprekend zal zijn om tegenover jullie twee talen gebruiken om te uiten wat hij denkt of voelt.
Tot slot uw vraag over het voorlezen. U vertelde dat u 'verschillende simpele en gekleurde boeken' gebruikt, maar jammer genoeg vertelde u er niet bij wat u verstaat onder 'simpel'. Daar zit namelijk wel een addertje onder het gras.
Ik weet – nogmaals – niet precies wat u voorleest, maar voor boekjes waar echt een verhaaltje in staat, is uw zoontje nog wel wat jong. Een kind van nog geen 2 is namelijk nog niet in staat om te zien dat er verband bestaat tussen verschillende plaatjes, en tussen de gebeurtenissen die elkaar opvolgen.
Als hij bijvoorbeeld een plaatje ziet van een kindje dat hard aan het rennen is, en vervolgens een plaatje van een kindje dat dorstig een glaasje limonade drinkt, dan staan die plaatjes voor uw zoontje nog volledig op zichzelf. Hij heeft nog niet door dat er een causaal verband bestaat tussen de plaatjes (het kindje heeft dorst
omdat het hard gerend heeft). En sterker nog: uw zoontje heeft niet eens door dat het op beide plaatjes om hetzelfde kindje gaat!
Wat u dus het beste kunt doen als u met uw zoontje een boekje leest, is u beperken tot het benoemen van de mensen, dieren en dingen op de plaatjes, en van eenvoudige handelingen. Het beste kunt u dat
interactief doen. Bijvoorbeeld zo:
Voorlezer: "Wat is dat?"
Kind: "Kitje."
Voorlezer: "Goed zo! Dat is een
kindje. Wat doet het kindje?"
Kind: "Fies."
Voorlezer: "Ja goed zo, het kindje is aan het
fietsen!"
(Voorlezer gaat naar de volgende bladzijde)
Voorlezer: "Kijk nou, het kind komt bij een koe, en bij een paard. Waar is de koe?"
Kind: "Daa."
Voorlezer: "Jaaah,
daar is de koe! Wat zegt de koe?"
In dit stadium maakt het nog niet uit of de boekjes die u voorleest, een Bosnische of een Nederlandse tekst hebben. U hoeft nog geen echt verhaaltje te vertellen, en u kunt de Bosnische woorden er gewoon zelf bij verzinnen. Een boekje zonder tekst is ook prima. Een echte aanrader zijn boekjes met flapjes die uw zoontje zelf mag optillen. "Wat zit er in de kast verstopt? Ooo, een olifant! Spannend!" In de bibliotheek zijn meestal genoeg 'flapjesboeken' te leen.
Als uw kindje echt helemaal geen zitvlees heeft, en ook niet heel kort een boekje met u wil inkijken, dan is het een goed idee om hem alleen met boekjes te laten spelen. Er bestaan genoeg stevige exemplaren van karton, plastic, stof of hout. Dat kan bijvoorbeeld op de commode tijdens het verluieren en aankleden. Wie weet gaat uw zoontje dan vanzelf wat vertellen over de plaatjes die hij ziet, waar u dan op in kunt haken.
Het allerbelangrijkste is dat uw zoontje op deze leeftijd leert dat boekjes
leuk zijn! Het echte voorleeswerk komt dan later wel.
is socio-linguïst en gespecialiseerd in meertaligheid in het algemeen en de combinatie Turks-Nederlands in het bijzonder, werkzaam als onderzoeker bij de Universiteit van Tilburg.