Brr.. Koud! Check onze hacks om je kind lekker warm én gezond te houden

1 april 2005 door Aleid Grijpma

Onze zoon praat alleen maar over treinen. Hoe krijgen we hem daarvan af? (3 jr)

Onze zoon van 3 is helemaal geobsedeerd door treinen. Hij weet alles van treinen en praat alleen maar over treinen. Dag en nacht gaat het alleen maar over treinen.

Ondertussen wordt het hele gezin gestoord van zijn gepraat, en ontstaan er vreselijk veel irritaties met zijn 5 jaar oude broertje. Op dit moment kunnen we hem 5 minuten over iets anders laten praten, maar dan begint hij toch weer over treinen. Op 2-jarige leeftijd is hij getest en zijn IQ ligt boven het gemiddelde.

Moet ik me zorgen maken? En hoe krijg ik hem hiervan af?

Toen hij 1 jaar was, is hij voor het eerst opgenomen geweest in het ziekenhuis, vanwege astma. Daarna is hij nog een aantal keren opnieuw opgenomen vanwege astma-aanvallen.

Bij de eerste opname is ons door de activiteitenbegeleiding geadviseerd om een test te laten doen bij de ziekenhuispsycholoog. Dit omdat hij moeilijk te bereiken was, woede-aanvallen had, geen oogcontact maakte, en niet op schoot wilde bij het voeden. Uit deze test kon men weinig concluderen.

Op 2-jarige leeftijd is hij nogmaals getest. In deze test kwam naar voren dat hij een hoger IQ had (109). Er is niet geconstateerd dat hij autisme zou hebben.

Nu is hij 3 jaar en maakt hij nog steeds moeilijk contact met anderen. Naar ons is hij heel aanhankelijk. Het gedrag dat hij destijds vertoonde, is nu prima hanteerbaar.

Op de peuterspeelzaal speelt hij meestal alleen en praat hij uitsluitend over treinen. Andere dingen interesseren hem ook niet. Bijvoorbeeld: kleuren, daar maakt hij maar wat van, en zindelijk worden doet hem niets.

Dit zijn niet onze grootste zorgen; we hebben het idee dat dit wel komt. Wat ons echter wél zorgen baart, zoals we in het vorige mailtje al aangaven, is het feit dat hij voortdurend over treinen praat en onophoudelijk daarmee bezig is. De buitenwereld vindt het schattig als zo'n peuter uitgebreid alle soorten en maten van treinen kan opnoemen, maar voor de gezinsleden is het uiterst irritant.

Antwoord

In eerste instantie dacht ik dat die treinen-obsessie goed kan passen bij de leeftijd. Maar als er óók sprake is van contactproblemen, dan moet je toch ook denken aan een stereotiepe interesse die hoort bij autisme spectrum stoornissen (ASS), in het bijzonder de autistische stoornis of mogelijk de stoornis van Asperger.

Toen ik uw aanvulling las, werd mijn (tweede) vermoeden versterkt. U geeft namelijk aan dat er al langer contactproblemen zijn. Onduidelijk is overigens hoe zijn taalontwikkeling en zijn spelontwikkeling verlopen zijn. Dat zijn namelijk óók belangrijke indicatoren voor ASS.

Specifieke interesses

Gezonde peuters krijgen soms heel specifieke interesses. Bij jongens gaat het dan vaak om treinen of auto's. (Waarom het juist die onderwerpen zijn, is een vraag op zich, waar ik later graag nog eens op terugkom.)

Het krijgen van specifieke interesses is op zich niet alarmerend, zolang het kind in kwestie ook belangstelling blijft houden in de wereld om hem heen, waaronder andere kinderen en spellen.

Stereotiepe interesse

Als een interesse zó het leven en de contacten gaat bepalen als bij uw zoon, spreek je van een stereotiepe interesse. Vaak gaat het dan niet zozeer om het onderwerp zelf, maar heeft het een heel andere functie waarom een kind alleen maar daarover wil praten.

Een stereotiepe interesse is één van de criteria voor de diagnose van een autistische stoornis, of de stoornis van Asperger. Maar het is niet genoeg. Er moet wel meer aan de hand zijn dan dat:

  • bij een autistische stoornis is er sprake van een combinatie van contactproblemen en vertraagde taalontwikkeling;
  • bij de stoornis van Asperger is er sprake van een goede taalontwikkeling en een patroon van stereotiepe belangstelling of gedragingen.

Meer hierover leest u in mijn artikel Hoe zit dat nou met 'het autistisch spectrum'? Hieronder zal ik mij beperken tot de functie van stereotiepe gedragingen of stereotiepe interesses.

Waar komt die stereotiepe interesse vandaan?

Leo Kanner, de pionier op het gebied van de autistische stoornis, verklaarde stereotiepe interesses en stereotiepe gedragingen als een symptoom (uitingsvorm) van datgene wat essentieel is bij kinderen met een autistische stoornis, namelijk hun grote weerstand tegen veranderingen.

Die weerstand tegen veranderingen uit zich in gedragingen als:

  • repeterende handelingen (zoals wiegen), wat je ziet bij autistische kinderen met een laag niveau;
  • zeer beperkte interessen, die je vaak ziet bij autistische kinderen met een hoger niveau.

Maar nogmaals: daarnaast moet er ook sprake zijn van een aantal andere kenmerken, om tot de diagnose 'autisme' te komen! In het eerder genoemde artikel leest u daar meer over.

Beschermingsmiddel

Kinderen met een autistische stoornis ervaren de wereld om zich heen niet als een vloeiend geheel, maar als een verzameling losse details. U kunt zich dan ook voorstellen hoe onoverzichtelijk die wereld voor hen is. Vandaar dat ze vaak erg hechten aan vertrouwde zekerheden.

Soms lijkt dit soort kinderen erg star en dwangmatig, omdat ze veel moeite hebben met nieuwe dingen en het liefst alles bij het oude willen laten. Ze worden namelijk erg onzeker en angstig van wat hen allemaal overkomt in het dagelijks leven. Deze kinderen proberen zichzelf te beschermen door alles bij het oude te laten. De stereotiepe belangstelling kun je dan zien als een beschermingsmiddel.

Niet de trein op zich

Het gaat dus niet zozeer om de trein op zich, maar om de functie die die trein heeft. Het is een onderwerp waar het kind heel vertrouwd mee is en waar het zich veilig mee kan voelen. Hij kan het altijd gebruiken op momenten dat hij de wereld om zich heen als onoverzichtelijk ervaart.

Ik hanteer zelf altijd als stelregel: als een kind het erg moeilijk heeft in het dagelijks leven, wordt zijn wereld meer en meer opgeslokt door zijn stereotiepe interesse en is hij niet in staat om open te staan voor andere zaken. Gaat het wat beter, dan treedt die interesse vaak minder op de voorgrond.

Wat is daar nu eigenlijk zo erg aan, kun je je afvragen. Als het werkt dan werkt het toch? Dat is waar, maar het kan ook belemmerend werken op andere zaken. Want als een kind zich beperkt tot één interesse, kan hij moeilijk openstaan voor andere ontwikkelingsgebieden, zoals het leren van kleuren, het ontwikkelen van spel, en het aangaan van contacten met andere kinderen. Het kan dus ten koste gaan van zijn algehele ontwikkeling.

Wat kun je doen?

Aangezien uw zoon eigenlijk al langer contactproblemen heeft, zou ik u adviseren om hem te laten onderzoeken door een kinderpsychiater. Vraag een verwijzing naar een kinderpsychiatrische polikliniek, bijvoorbeeld via de huisarts. Het lijkt me namelijk van belang, ook voor zijn verdere ontwikkeling, om zo vroeg mogelijk een goede diagnose te stellen.

Voor de dagelijkse omgang met uw zoon, op dit moment, is het in de eerste plaats belangrijk dat u begrijpt waaróm hij zo met die treinen bezig is. Ik hoop dat de bovenstaande uitleg u daarbij voldoende inzicht gegeven heeft. Daaruit kunt u afleiden dat het uw zoon zal helpen als elke dag een duidelijke structuur voor hem heeft, zodat hij weet waar hij op kan rekenen. Duidelijkheid en niet te veel nieuwe prikkels kunnen hem helpen om wat meer greep op de wereld om zich heen te krijgen.

Niet verbieden en niet versterken

Verbied zijn interesse in ieder geval niet, omdat het een uitweg is voor zijn spanning. Bovendien is de kans groot dat bij het onderdrukken van de ene interesse er weer een andere voor terugkomt. Anderzijds moet je de interesse ook weer niet versterken, bijvoorbeeld door allerlei dingen te gaan kopen die te maken hebben met treinen.

Wat ook nog wel eens helpt, is om bepaalde tijden af te spreken waarop je samen aandacht besteed aan de interesse, en andere tijden waarop je toch probeert om iets anders te gaan doen.

Tot slot moet u zich realiseren dat uw zoon nog erg jong en is, waardoor 'communiceren' gewoon nog erg lastig is (los van zijn eventuele stoornis). In ieder geval is het heel moeilijk om te voorspellen hoe het zich verder gaat ontwikkelen.

Succes ermee!