19 december 2008 door Nanny Gortzak
Mijn kereltje is vandaag 11 dagen oud. Hij was 3690 gram met de geboorte, is daarna afgevallen tot 3380 gram, en was daarna wisselend in gewicht: 3430, 3400, 3420, 3410 gram. Hij valt niet echt veel af, maar komt ook niet aan.
Gisteren kreeg ik de tip van de kraamhulp om borstcompressie toe te passen en de verloskundige adviseerde om na de voedingen te kolven. Dat heb ik nu paar keer gedaan maar er komt dan weinig uit. Ongeveer 20cc. Dan stopt het en komt er niets meer. Gisteravond heb ik wat aan hem gegeven door middel van vingervoeding.
Ik word hier een beetje zenuwachtig van. Ik wil erg graag borstvoeding geven maar ik word gewoon wat onzeker en ik zou graag tips willen.
Doorgaans komt een baby na ca. 2 weken wel weer op (of boven) zijn geboortegewicht. Gebeurt dat niet, dan willen veel artsen en lactatiekundigen toch wel een lijn omhoog zien, ook al is de stijging maar heel gering. Bij u lijkt dat allebei niet het geval te zijn. Wat doe je dan?
Het feit dat uw baby wel tevreden is, maar toch niet groeit, kan erop wijzen dat hij te weinig energie heeft om goed te drinken.
Uw kraamhulp en de verloskundige hebben terecht geadviseerd dat u tijdens de voeding borstcompressie kunt toepassen en dat u na de voeding kunt nakolven. De borstcompressie zorgt ervoor dat uw baby actiever blijft drinken en het nakolven stimuleert de melkproductie.
Daarnaast kunt u nog het volgende doen:
U vertelde dat u bij het nakolven ongeveer 20cc melk produceert. Ik weet niet wat voor kolf u gebruikt, maar voor de beste resultaten en het minste tijdverlies zou ik een dubbelzijdige huurkolf adviseren.
Kolf na elke voeding na, zolang de melk stroomt, plus 2 minuten. Bij elkaar bent u dan niet zoveel tijd kwijt met kolven, maar vertelt u uw borsten wel dat er meer melk aangemaakt moet worden.
Het basisprincipe is en blijft: hoe leger de borsten na een voeding, hoe meer melk er aangemaakt zal worden.
Maar let op: ook al gaat u meer melk produceren, dan kan het nog steeds zo zijn dat u weinig melk kunt kolven na de voeding. Dat komt dan doordat uw zoon het meerdere gewoon opdrinkt. Dat is niet erg. U kunt gewoon doorgaan met nakolven om de melkproductie op een goed niveau te houden.
Geef de gekolfde melk telkens aan uw baby met vingervoeden. U kunt dat na een voeding doen, maar als u merkt dat uw baby dan al te slaperig is en weinig zuigt, geef de vingervoeding dan al aan het begin van de voeding.
Dat klinkt tegenstrijdig (we willen tenslotte altijd dat een baby zoveel mogelijk aan de borst drinkt) maar omdat uw baby niet groeit, is het belangrijk om de vicieuze cirkel van niet groeien, weinig energie, niet goed drinken, niet groeien, te doorbreken. Dat kan door hem aan het begin van de voeding al wat energie te geven door middel van vingervoeden, zodat hij energie genoeg heeft om actief aan de borst te blijven drinken.
Zorg er wel voor dat het vingervoeden op de juiste manier gebeurt, zodat uw baby de melk pas krijgt wanneer hij actief zuigt.
Als u de bovenstaande adviezen opvolgt, moet uw zoon binnen 1 of 2 dagen duidelijk vooruit gaan. De luiers worden dan zwaarder, hij poept weer vaker en hij zal actiever gaan drinken. Blijf hem nog wel even helpen tot de groei goed doorzet.
Kijk ook heel kritisch naar de manier waarop u aanlegt, of laat een lactatiekundige meekijken. Soms zorgt een licht afwijkende aanlegtechniek al voor een betere stimulatie van de borst, waardoor de baby actiever drinkt, meer melk binnen krijgt, en beter groeit.
Ook is het misschien nodig – als de groei niet doorzet en uw melkproductie niet snel toeneemt – om toch (tijdelijk) wat extra bij te voeden met kunstvoeding, totdat uw zoon voldoende energie heeft om goed te drinken en zo de melkproductie verder op te voeren. Wacht niet te lang met het inroepen van lactatiekundige hulp!
En nog één waarschuwing – annex geruststelling – tot slot. Moeders merken vaak dat als ze de cirkel eenmaal doorbroken hebben, hun baby ontevredener lijkt en ineens veel hongeriger reageert. Daar ben ik altijd blij mee, want dat betekent dat de baby meer energie heeft om aan te geven wat hij daadwerkelijk nodig heeft.
