24 oktober 2003 door Nanny Gortzak
Bij de borstvoeding van mijn eerste kind heb ik veel problemen gehad, zoals tepelkloven, spruw en terugkerende borst-ontsteking. Een verkeerde drink-techniek van de baby bleek daarvan de oorzaak.
Mijn tepels zijn nu blijvend veranderd. Ze zijn wat ovaal en op één tepel vormt zich steeds een eelt-laagje.
Ik ben nu zwanger van de tweede. Moet ik me over deze veranderingen zorgen maken voor de borstvoeding die ik straks wil geven?
In principe hoeft u zich geen zorgen te maken over de veranderingen in uw tepels. Uiteindelijk is het vooral een kwestie van de juiste houding vinden, wanneer u opnieuw gaat voeden.
Maar eerst even een tip voor het eelt-laagje dat zich op de tepel vormt. Verdwijnt dit laagje steeds spontaan, of haalt u het er steeds af? Het verdient aanbeveling om dit te laten onderzoeken door een arts, om uit te sluiten dat het om iets vervelends gaat, zoals een vorm van eczeem of een andere huid-aandoening.
Daarnaast kunt u er nu al voor zorgen dat u een BH draagt die geen schurende naad over de tepel heeft. Eventueel kunt u de tepels heel weinig invetten met gezuiverde lanoline, zoals Purelan of Lansinoh (als uw tepels erg droog zijn). Meestal blijven de tepels overigens van nature al goed soepel door de olie-achtige substantie uit de kliertjes van Montgomery. Dat zijn de kliertjes die rond de tepel op de tepelhof liggen.
Hieronder zal ik ingaan op de komende borstvoedingsperiode.
De baby die geboren gaat worden, zal niet beter weten of uw borsten en tepels zijn de perfecte borsten en tepels voor zijn of haar voeding. Een baby heeft immers geen idee van hoe een tepel eruit "hoort" te zien: de tepel van zijn moeder is de tepel waarmee hij leert drinken aan de borst. Hij weet dus ook niet dat uw tepel veranderd is.
Er zijn veel variaties in tepels en tepelhoven en ook de grootte en vorm van de mond van een baby kan enorm verschillen. Toch kunnen bijna alle baby's goed aan de borst drinken.
In een enkel geval is er sprake van een combinatie (van tepel en baby-mond) die het drinken aan de borst tijdelijk moeilijk maakt. Bijvoorbeeld bij moeders met erg grote en baby's met een kleine mond. Tijdelijk, omdat de baby na een paar weken vaak alsnog aan de borst kan.
Meestal is een verandering van de tepel het gevolg van een bepaalde manier van drinken van de baby, zoals in uw geval. Deze verandering hoeft echter geen enkel probleem te vormen bij de volgende zoogperiode.
Belangrijk is wel om een aanlegprobleem dit keer te voorkomen, of snel te verhelpen. U voorkomt hiermee schade aan de tepel en een hoop pijn en frustratie bij u en uw baby.
Helaas schrijft u niet wat het aanleg-probleem was. Sommige problemen komen voort uit een bepaalde familiaire aanleg, zoals de vorm van de kin of de grootte en de vorm van de tong. In dat geval kunt u vanaf het begin alert zijn op de problemen die u de vorige keer had en de manier van aanleggen hierop aanpassen.
In ieder geval kunt u proberen om uw tepels gelijkmatig te belasten door u alvast voor te bereiden op de verschillende voedingshoudingen die mogelijk zijn:
Op deze houdingen zijn veel variaties mogelijk. Als u een boek over borstvoeding bekijkt, of folders van de borstvoedings-organisaties, dan krijgt u een goed idee van hoe dat eruit kan zien. Probeer verschillende houdingen uit.
Waarschijnlijk zult u een paar houdingen vinden die zowel bij u als de baby de voorkeur krijgen. Waarschijnlijk zijn dit de houdingen die het beste passen bij de vorm van uw tepels in combinatie met de mond van uw baby.
Als u merkt dat er toch problemen zijn met aanleggen, dan kan een lactatiekundige onderzoeken welke houding het beste werkt in uw situatie.
