Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
7 oktober 2005 door Annelou de Vries
Mijn dochter van 7 wil niet in haar eigen bed slapen en ook steeds minder naar school toe. Ze heeft voorheen altijd in mijn slaapkamer geslapen door ruimtegebrek; sinds twee jaar heeft ze een eigen kamer en daar sliep ze zonder problemen.
Sinds een half jaar lijkt ze steeds meer naar mij te trekken. Ze wil altijd en overal met mij mee, en wil in mijn bed slapen. Ze speelt nog wel bij vriendjes maar trekt dan toch meer naar die moeder toe dan naar het vriendje.
Ze wil mij 's morgens op school niet loslaten en huilt vaker als ik haar gedag moet zeggen.
Ik heb alles geprobeerd, maar niets werkt, en ook de leerkracht weet geen probleem te vinden.
Ze heeft mij wel eens verteld dat ze bang is dat ik een ongeluk krijg, als zij niet mee gaat met mij. Er is echter nog nooit wat gebeurd in die trant.
Help me, want ik weet het niet meer.
Het overdreven aanhankelijke gedrag plus het protest als uw dochter van u gescheiden wordt, kunnen duiden op scheidingsangst (ook wel 'separatie-angst' genoemd, of 'verlatingsangst'). Deze angst en het daarbij behorende gedrag kunnen zulke ernstige vormen aannemen dat de normale ontwikkeling van uw dochter erdoor belemmerd wordt.
Eerst zal ik wat uitleggen over de normale ontwikkeling en daarna zal ik ingaan op uw eigen situatie.
Alle kinderen vertonen wel eens protesten en angstige reacties als zij van hun vertrouwde ouders gescheiden dreigen te worden. Meestal is dit een emotie die past bij de normale ontwikkeling en die laat zien hoe afhankelijk kinderen nog lange tijd zijn van hun verzorgers.
In iedere leeftijdsfase ziet die angst er anders uit. Hieronder zal ik laten zien hoe dat ongeveer werkt.
Baby's vertonen de specifieke 8-maands vreemdelingen-angst. Die angst ziet er bij ieder kind weer anders uit, en is ook erg afhankelijk van de situatie.
De volgende omstandigheden kunnen bijvoorbeeld van invloed zijn op de manier waarop (en de mate waarin) de vreemdelingen-angst zich uit:
Bij baby's (tot ongeveer 1 jaar) is het vooral angst voor vreemden; de echte scheidingsangst treedt wat later in de ontwikkeling op. Grofweg na 1 jaar.
Meestal gaan dreumesen/peuters vanaf ongeveer 1 jaar huilen als hun moeder hen verlaat. Vanaf de leeftijd van ongeveer 2½ jaar wordt dit minder. Kinderen kunnen dan al praten, en begrijpen nu dat hun ouders ook weer terugkomen als ze weggaan.
In de loop van de kleutertijd worden vreemdelingen-angst en scheidingsangst meestal steeds minder. Kinderen kunnen steeds beter redeneren, langere tijdspannes overzien en hun eigen emoties beheersen.
Juist in de kleutertijd oefenen kinderen hier veel mee. Veel sprookjes en verhalen gaan over kinderen die verlaten worden door hun ouders. Kleuters kunnen ook prachtige fantasiespellen spelen, waarbij ze weggestuurd worden of op pad gaan. Hierdoor leren ze uiteindelijk dat tijdelijk weggaan niet betekent dat de ouders voor altijd weg zijn, maar dat ze ook weer terugkomen.
Als kinderen naar school gaan, kunnen ze nog wel verlegen zijn in nieuwe situaties en soms weer terugvallen in het gedrag van jongere kinderen als er spannende dingen te gebeuren staan, of als er veel onrust in hun leven is.
Een kind van 7 jaar kan dus nog goed verlegen en onwennig zijn in nieuwe situaties en bij onbekenden. Maar structureel in paniek raken als de moeder even afwezig is, dat zie je op deze leeftijd eigenlijk niet meer.
Op deze leeftijd zou uw dochter dus niet meer zo aan u moeten hangen. Er kunnen verschillende dingen aan de hand zijn als dit nog wél het geval is.
U vertelde niets over eventuele ingrijpende gebeurtenissen die uw dochter heeft meegemaakt, maar als dat wél zo mocht zijn, dan is het 't beste om haar wat tijd geven om weer te wennen aan de nieuwe situatie. Besteed er zo weinig mogelijk aandacht aan, en geef haar de tijd om het normale ritme weer op te pakken. Dan is de kans het grootst dat het overgaat.
Is zo'n situatie aan de orde, dan moet je als ouder stevig in je schoenen staan en je kind duidelijker grenzen stellen en meer de leiding nemen.
Als u denkt dat dit laatste het geval is bij uw dochter, dan moet u haar gaan helpen om te leren dat zij ook zonder u kan zijn. Zij moet voelen en kunnen vertrouwen dat u er bent, ook al bent u niet fysiek bij haar.
Misschien dat de volgende suggesties u kunnen helpen om haar dingen alleen te laten doen, in haar eigen bed te slapen en zonder huilen bij school afscheid te nemen.
Als dit allemaal niet lukt, is het misschien goed om hulp te zoeken via Bureau Jeugdzorg of bij een kinderpsychiatrische polikliniek (via uw huisarts). Dat lijkt een nogal vergaand advies, maar als uw dochter écht niet goed functioneert, moet er natuurlijk wel wat gebeuren.
Veel succes ermee!
Annelou de Vries is kinder- en jeugdpsychiater, en als zodanig werkzaam bij het VU Medisch Centrum te Amsterdam. Daarnaast werkt zij mee aan de opleiding voor kinder- en jeugdpsychiaters.