Brr.. Koud! Check onze hacks om je kind lekker warm én gezond te houden

26 oktober 2007 door Aleid Grijpma

Hechtingsstoornis door ziekenhuisopnames? (2 jr)

We hebben drie zonen: 6 jaar, 2 jaar en 6 maanden. Onze middelste zoon van 2 vertoont de laatste 9 maanden steeds moeilijker gedrag. Kenmerken: driftbuien, bijten, slaan, schreeuwen, niet willen gaan slapen, onrustig slapen, moeite met afscheid nemen, ook weer moeite als mijn man en ik na een dag weer thuis komen.

Dit gedrag verklaar ik grotendeels uit de peuterpuberteit en de komst van zijn kleine broertje. Mijn man en ik, beiden werkzaam in de hulpverlening, proberen hier zo adequaat mogelijk mee om te gaan. Zo consequent mogelijk te handelen, duidelijkheid en structuur geven, grenzen stellen, straffen, maar vooral belonen, negeren, time-out geven, extra tijd voor hem alleen maken, op een lijn staan qua opvoeding, etc.

Mijn vraag is: zou hij ook last kunnen hebben van een hechtingsstoornis in verband met twee ziekenhuisopnames (een van 11 dagen toen hij 6 weken oud was, en een van 18 dagen toen hij 11 weken oud was, waarbij ik als moeder bijna de hele dag bij hem was). Of is voor een hechtingsstoornis toch veel meer nodig?

Als er geen sprake is van een hechtingsstoornis, hoe verklaart u dán zijn gedrag? En hoe kunnen wij als ouders hier het beste mee omgaan?

Antwoord

Om te beginnen lijkt het mij zeer vermoeiend wat u meemaakt. Drie jongens, waarvan twee vrij kort op elkaar, en dan de middelste die zoveel extra zorg nodig heeft en zo onrustig is. Ik wens u dus bij voorbaat alvast sterkte!

Maar dan uw eigenlijke vraag. Ik kan me niet voorstellen dat uw kind een hechtingsstoornis heeft ontwikkeld op basis van twee ziekenhuisopnames, waar u ook nog continu bij was. Ik denk dat daar inderdaad meer voor nodig is.

Hoe ontstaat een hechtingsstoornis?

Het is niet eenvoudig om aan te geven hoe een hechtingsstoornis ontstaat, maar het lijkt vooral te maken te hebben met problemen in de interactie tussen het kind enerzijds en de ouders of verzorgenden anderzijds.

Het kan bijvoorbeeld gaan om:

  • veel afwezigheid van de ouders - dat wil zeggen: echte verwaarlozing, waarbij een kind echt zorg te kort komt bij basisbehoeften als verschoning, eten en contact;
  • onvoorspelbaarheid in de reacties van de ouders - bijvoorbeeld dat hetzelfde gedrag van het kind de ene keer tot boos en heftig reageren van de ouders leidt, terwijl ze de andere keer juist poeslief reageren.

Regulatieprobleem

Bij uw zoon is er dus geen sprake van een hechtingsprobleem, lijkt me, maar waarschijnlijk wel van een zogenaamd regulatieprobleem. Dat wil zeggen dat hij moeite heeft om zijn emoties op een goede manier te reguleren. Dus: een béétje boos wordt meteen heel heftig boos, en een béétje bang wordt direct zeer angstig.

Voor zo'n regulatieprobleem kunnen verschillende oorzaken zijn. Ten eerste: de zogenaamde kindfactoren. Dat zijn oorzaken die in het kind zelf liggen, zoals karakter, temperament, intelligentie, erfelijk bepaalde angstigheid, etc.

Ten tweede: omgevingsfactoren. Bijvoorbeeld als de ouders onvoldoende beschikbaar zijn, ziekenhuisopnames, trauma's, gedoe in het gezin, etc.

Vaak zie je ook combinaties van die twee. Bijvoorbeeld dat een kind sowieso al een heftig temperament of een angstige inborst heeft, en dan ook nog een aantal ziekenhuisopnames moet doorstaan.

Vicieuze cirkel

Soms kunnen de heftige reacties van een kind met regulatieproblemen ertoe leiden dat de ouders totaal uitgeput raken, en op den duur niet meer in staat zijn om adequaat te reageren. (Wat heel begrijpelijk is, als je nachten niet slaapt.)

Zo kan er een vicieuze cirkel ontstaan, waarbij de reacties op elkaar steeds heftiger worden en het kind steeds meer uit zijn evenwicht raakt. In extreme gevallen kan dát wel degelijk tot hechtingsproblemen leiden.

Wat kun je doen?

Ik hoop dat u met het bovenstaande enig inzicht hebt gekregen in wat er aan de hand zou kunnen zijn. Maar wat betekent dat nu in de praktijk? Dat is helaas moeilijk te zeggen, omdat u erg weinig aanvullende informatie gaf. Bijvoorbeeld over zijn ontwikkelingsniveau (praten, spelen, motoriek, etc) en over datgene wat hij precies doorstaan heeft tijdens de ziekenhuisopnames.

Als de problemen echt heel heftig zijn, zou ik u wel willen aanraden om hulp te zoeken. Hetzij via het consultatiebureau (daar weten ze meestal wel waar u het beste terecht kunt), hetzij via Bureau Jeugdzorg of de geestelijke gezondheidszorg (GGZ).

Vaak hebben kinder- en jeugdpsychiatrische centra (en zeker universiteitscentra) teams die zich bezighouden met problemen bij heel jonge kinderen, waarbij ze ook goed kijken naar de kindfactoren. Ook weet ik dat er teams zijn die werken met ouder-kindgroepen voor jonge kinderen met regulatieproblemen.

Ik hoop dat het u lukt om een en ander in goede banen te leiden, omdat de emotionele ontwikkeling juist in deze leeftijd zo belangrijk is. Door tijdig de juiste hulp in te roepen kun je problemen in latere fasen voorkomen.

Veel succes ermee!