Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
23 mei 2003 door Mieke Beers
Deze week twee vragen over hetzelfde verschijnsel: een kind van 2 (of iets ouder) dat problemen heeft met de K. Ook leuk voor buitenstaanders, vanwege de hilarische voorbeelden.
Onze zoon van bijna 2 ½ spreekt al aardig wat zinnen en woordjes, alleen de K komt er maar niet uit. Deze klank wordt vervangen door een T. Door speels met woordjes, liedjes en rijmpjes de K te oefenen, lukt het 'm nog steeds niet.
Zijn er nog andere oefeningen, of komt het vanzelf? Of is hij misschien nog te jong?
Onze zoon van twee-en-een-beetje ouwehoert al leuk, maar nu valt ons op dat hij de K in sommige woorden niet kan uitspreken, terwijl hij de K
an sich best kan zeggen.
Dat hij de K in combinatie-klanken nog niet onder de knie heeft, lijkt mij logisch ("knijpen" en "knuffelen" wordt "pijpen" en "puffelen", waarbij het pijpen soms wat uitleg aan omstanders vereist, en het puffelen hier ten huize inmiddels zo is ingeburgerd dat hij – vrees ik – pas over een jaar of vijf zal ontdekken dat knuffelen niet met een P is). Maar waarom kan hij geen "kip" zeggen (wordt "pip") en – excusez le mot – wel "kut"? Ook "kindje" lukt hem goed.
Zit hier nog enige logica in, of is ons manneke gewoon een beetje vreemd?
Het feit dat er deze week meerdere vragen over de K aan ons werden voorgelegd, laat duidelijk zien dat er sprake is van een vaker voorkomend verschijnsel. De desbetreffende kinderen zijn niet "een beetje vreemd", zoals de tweede vraagsteller opperde, maar doen iets wat heel normaal en begrijpelijk is.
Op de leeftijd van 2 à 2½ jaar gaan kinderen langere zinnen maken en meer verschillende woordjes gebruiken. Een consequente vervanging van een klank begint daardoor steeds meer op te vallen. Het kind is door de klank-vervangingen niet voor iedereen verstaanbaar, terwijl het toch al zoveel kan.
Eén van de voorbeelden uit de bovenstaande vragen, namelijk de vervanging van de K door een T, herken ik ook van mijn eigen dochter: "We maten een disto, Miete!", oftewel: "We maken een disco, Mieke!" (Madelief, 2;7 jaar)
De ontwikkeling van het inzicht in de klanken die bij een taal horen en die een belangrijke functie hebben bij het onderscheiden van woord-betekenissen – de zogenaamde fonologische ontwikkeling – verloopt in een eigen tempo, maar niet onafhankelijk van andere niveaus van taalkennis.
Beide vragen betreffen een vergelijkbaar probleem in de fonologische ontwikkeling, namelijk het leren onderscheiden van de plaats van articulatie bij de plofklanken P, T en K.
Het eerste onderscheid dat door de meeste kinderen wordt geleerd, is het onderscheid tussen de P en de T. Pas daarna volgen – rond het tweede jaar – de onderscheiden tussen P-K en T-K. Bij sommige kinderen duurt deze tweede stap echter zo lang dat het vervangen van de K door een P of een T een gewoonte wordt.
Door het kind er op een positieve manier op te wijzen dat het onderscheid belangrijk is (omdat de gesprekspartner anders niet begrijpt waar hij of zij het over heeft) kan het kind gevoelig worden gemaakt voor deze onderscheiden.
Dit kan onder andere, zoals de eerste vraagsteller al doet, door veel woordjes met een K aan te bieden. Bijvoorbeeld in de vorm van rijmpjes, spelletjes of verhaaltjes. Het kan echter ook door woorden met een K te benadrukken in het eigen taal-aanbod, waardoor de aandacht van het kind hierop gericht wordt.
Het is heel belangrijk dat ouders zich realiseren dat zo'n verandering in het fonologisch systeem niet van de ene op de andere dag geschiedt. Verwacht dus niet dat uw kind zo'n klank direct gaat toepassen in de eigen uitspraak, ook al oefent u zich suf. Het kan echt wel een paar weken duren.
Het kind zal zich eerst bewust moeten worden van de fonologische functie (het betekenis-onderscheid) van de klank. Met andere woorden: het kind moet beseffen dat woorden als
taart tegenover
kaart en
toetje tegenover
koetje verschillende betekenissen hebben. Ook moet het kind leren dat deze betekenissen door de
K tegenover de
T uit elkaar gehouden kunnen worden.
Pas wanneer het kind dit inzicht in het eigen fonologische systeem heeft opgenomen, zal het dit gaan toepassen in de taalproductie.
Het is overigens best lastig om je eigen kind te verbeteren. Zeker als je kind de indruk heeft dat het al zo lang begrepen werd. Ook kan niet genoeg benadrukt worden dat men heel voorzichtig moet omgaan met verbeteren, om het kind niet te frustreren.
Omdat het een hardnekkig probleem kan zijn, is het altijd verstandig om een logopedist te raadplegen als het te lang duurt. "Te lang" wil zeggen: langer dan een paar weken met extra aandacht en extra aanbod.
In vraag 2 is nog iets aardigs aan de hand. De K in
knijpen,
knuffelen en
kip wordt uitgesproken als een P, terwijl die K in
kindje wél als een K wordt uitgesproken. Hoe zit dat?
De vraagsteller merkte zelf al op dat het niet door de invloed van de klinker kan komen. Wat echter wel gebeurt, is dat er invloed optreedt vanuit de volgende medeklinker.
In alle voorbeelden is die volgende medeklinker een klank die dezelfde plaats van articulatie heeft als de P, namelijk bij de lippen. Juist in het woord waarin de K wél wordt uitgesproken (bij
kindje) heeft de volgende medeklinker een andere plaats van articulatie: bij de tanden.
Dit verschijnsel staat bekend als 'assimilatie'. Assimilatie is een veel voorkomend fonologisch patroon bij zeer jonge kinderen wanneer zij alleen nog maar woorden produceren met één lettergreep. Blijkbaar valt de zoon uit vraag 2 terug op dit patroon (ook bij meer-lettergrepige woorden), nu hij moeite heeft om het fonologische onderscheid naar plaats van articulatie tussen K en P weer te geven in de uitspraak van zijn woordjes.
Kortom: beide vragen geven een mooi beeld van de mogelijkheden tot individuele variatie in de normale fonologische ontwikkeling. Oftewel: er zijn veel wegen die naar Rome leiden.
is klinisch linguïst, gespecialiseerd in fonologische ontwikkelingsproblemen, en werkzaam op het Audiologisch Centrum van de Afdeling KNO van het LUMC - Leids Universitair Medisch Centrum.