Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
8 april 2022 door Justine Pardoen
Op het consultatiebureau wordt er met argus-ogen gekeken naar 'te dikke kinderen': maar wanneer is een kind te dik? Men gebruikt daarvoor de kinder-BMI. Maar wat is de waarde daarvan?
Veel kinderen zijn te dik, horen we tegenwoordig. Kinderen die in hun jeugd al te dik zijn, krijgen later in hun leven gezondheidsproblemen. Voor preventie van obesitas is dus alle reden. Vandaar dat zware kinderen op het consultatiebureau met argusogen bekeken worden. Inmiddels wordt ook voor kinderen al een BMI (body-mass index) berekend, om zo vroeg mogelijk eventuele problemen te kunnen opsporen.
Ouders zijn niet blij met deze ontwikkeling. Er komt immers wéér een getalletje bij waarmee je kind wordt afgezet tegen een gemiddelde, en beoordeeld wordt zonder dat er naar het kind zelf gekeken wordt.
Het probleem waar het hier om gaat, wordt duidelijk geïllustreerd door de volgende e-mail, die we laatst ontvingen:
Ik wil jullie mailen omdat ik even mijn hart wil luchten! Ik kom zojuist terug van het consultatiebureau, waar ik met mijn 3-jarige zoon op bezoek ben geweest. Ook deze keer kreeg ik te horen dat hij te dik is: volgens de kinder-BMI is hij te zwaar.
Mijn zoon is net 3 jaar en behoorlijk lang, namelijk 104,5 cm, en hij weegt 20,7 kg. Voor zijn huidige lengte zou hij niet meer dan 17 kg mogen wegen. Hij is echter kerngezond, levendig, heel actief, en ondernemend van karakter. Hij eet zoals elke peuter, dus matig. Hij beweegt de hele dag door. We houden hem heel matig qua snoepen en limonade. Echt matig!
Vorige week ben ik met mijn andere zoon (5 jaar) bij de GGD geweest. Daar trof ik een echte ouderwetse kinderarts. Mijn oudste is zeker te zwaar, maar hij is ook zwaar gebouwd, zei de arts. Wat een verademing, deze relatistische kinderarts.
Slaan we niet een beetje door met de BMI-cultuur? Hoe persoonsgebonden is dit? Ik erger me enorm aan de nieuwe dieet-cultuur en de huidige voedingsvoorlichting. Wanneer ik kinderfoto's van de kleuterklassen van vroeger (uit mijn jeugd) bekijk, dan lijken die kinderen veel molliger en voller dan de kinderen (mijn kinderen!) van tegenwoordig.
Wat is gezond? Wat betekenen al die statistieken? Hoe zijn de onderzoeken hiernaar opgezet? Graag stel ik hierbij de BMI voor kinderen ter discussie. Ik twijfel enorm aan de meerwaarde hiervan, omdat het ene kind niet te vergelijken is met het andere. Mijn eigen kinderen zijn allebei lang en grof qua bouw. Ze hebben grote voeten, grote handen, grote hoofden en een brede (maar wel slanke) romp en schouders.
Mijn jongste zoon van 3 jaar is de afgelopen 10 maanden 2 kg aangekomen en bijna 8 cm gegroeid! De lengte- en gewichtslijnen in zijn groeicurve gaan steeds meer op een positieve wijze naar elkaar toe. Zijn relatieve gewicht neemt dus af! Waar hebben we het dan over.......?! Paniek zaaien vind ik het. Ouders een stigma en een complex aanpraten.
Kortom, waar zijn de termen 'zwaar gebouwd' en 'babyvet' gebleven? Ik mis ze. Maar vooral de huidige dieet- en adviescultuur kan ik absoluut missen.
Deze hartekreet was voor ons aanleiding om eens dieper in deze materie te duiken.
Iemands gewicht op zich zegt helemaal niets. Een volwassene is immers zwaarder dan een baby, wat niet zo schokkend is. Interessanter is het gewicht ten opzichte van de lengte. Om te kijken of iemand al dan niet te zwaar is, wordt daarom de zogenaamde 'body-mass index' (BMI) gebruikt. Dat is een getal dat de verhouding tussen het gewicht en de lengte aangeeft. Voor volwassenen: het lichaamsgewicht (in kilogrammen) gedeeld door het kwadraat van de lichaamslengte (in meters).
Bijvoorbeeld:
De BMI-getallen worden als volgt geïnterpreteerd:
Dit geldt echter alleen voor volwassenen die niet bejaard zijn, en niet zwanger, en niet zwaar getraind (waardoor je veel spiermassa hebt gekweekt). Ook voor kinderen werkt deze berekening niet.
Bij kinderen moet je rekening houden met hun groeifase (leeftijd) en het geslacht. Op de website van het Voedingscentrum kun je een leeftijds-afhankelijke BMI berekenen met de BMI-meter.
Voor de interpretatie van de BMI van kinderen en jongeren maakt men gebruik van geslachts-specifieke criteria. Zie: De nieuwe WHO-groeicurves voor kinderen tot 5 jaar.
Het belang van groeicurves is groot: kinderen moeten op verschillende momenten gemeten worden, en niet beoordeeld worden op grond van één meetmoment. Bij kinderen gaat het immers om de beoordeling van de ontwikkeling.
Neem de peuter uit de hierboven geciteerde e-mail. Dat jongetje was 3 jaar, bijna 105 cm lang, en bijna 21 kg. Volgens de berekening heeft hij een BMI van 18,49. En volgens de BMI-meter van het Voedingscentrum is dit kind 'iets te zwaar'.
Het consultatiebureau had tegen de moeder gezegd dat haar kind eigenlijk niet meer dan 17 kg mocht wegen. Maar als we naar de interpretatie van het Voedingscentrum kijken, zou ook een gewicht van 19 kg de pijl al goed in het groene gedeelte brengen.
De moeder vertelde dat het kind in 10 maanden 8 cm gegroeid is, en 2 kg is aangekomen. In die periode is het kind dus 'minder te zwaar' geworden, wat positief is!
Of het kind gezond groeit, kun je dus niet alleen bepalen door op één moment een BMI te berekenen. Het is ook belangrijk om de ontwikkeling in de gaten te houden (meerdere meet-momenten) en rekening te houden met individuele factoren.
Een ander belangrijk punt is dat overgewicht op heel jonge leeftijd niet erg voorspellend is voor overgewicht op latere leeftijd. De voorspellende waarde stijgt met de leeftijd.
Een kind dat op 13-jarige leeftijd overgewicht heeft, is waarschijnlijk later ook te dik. Maar pas wanneer een kind op 18-jarige leeftijd nog steeds te dik is, weet je dat vrijwel zeker. In het algemeen geldt dat hoe ouder en hoe dikker het kind is, hoe groter de kans dat het overgewicht zal blijven bestaan in het volwassen leven.
Een belangrijke fase in de ontwikkeling van een kind ligt rond het zesde jaar. Kinderen die te dik worden, beginnen dan ineens sneller toe te nemen in gewicht dan andere kinderen. Die toename zien we vaker bij jongens dan bij meisjes. Een kind van 6 jaar met een BMI die 'te zwaar' aangeeft, is dus meer reden tot zorg dan een kind van 3 jaar met zo'n BMI.
Het heeft dus ook geen zin om ouders al heel vroeg bang te maken met verhalen over BMI. Veel belangrijker is dat ouders goede informatie krijgen over goede en lekkere voeding voor kinderen, die ook nog betaalbaar en praktisch is.
Laten we hopen dat de invloed van de voedingsindustrie op de informatievoorziening tot een minimum beperkt blijft. Dat zou al een hoop kunnen schelen. Ouders krijgen nu vaak slecht onderbouwde en inconsistente informatie over eten. Zie ook: onze recensie over het blad SMAK.
Even afgezien van ziektes etc. ontstaat overgewicht (in 90% van de gevallen) doordat je meer calorieën binnenkrijgt dan je verbruikt. Met name het verbruik is de laatste afgenomen:
Maar ook aan de inname-kant is er de laatste tijd nogal wat veranderd. Kinderen hebben veel meer dan vroeger de beschikking over ongezond voedsel en dranken; niet alleen thuis maar ook via school. En onderzoek laat zien dat de vele reclame-uitingen bij kinderen een grotere behoefte opwekken aan calorierijke maar ongezonde producten.
Toch is er ook nog zoiets als 'aanleg'. Mensen met een genetische aanleg hebben waarschijnlijk ook de aangeboren neiging om meer vetrijk voedsel tot zich te nemen en juist minder te bewegen. Sommigen denken dan ook dat toekomstig wetenschappelijk onderzoek naar onze genen kan helpen om het obesitas-probleem op te lossen. Maar voorlopig is het nog niet zover.
Meer hierover leest u in het vervolg-artikel Is dik-zijn genetisch bepaald?
Discussieer mee op het Forum van Ouders.nl:
was hoofdredacteur van Ouders Online (tot 1 september 2018), en is specialist op het gebied van jeugd en media. Ze wordt regelmatig 'ingevlogen' door scholen, wanneer zich akelige incidenten hebben voorgedaan.