Vraag bepaling van gesteldheid
Voor mijn dochter ben ik op zoek naar het verschil tussen de bijwoordelijke bepaling en de bepaling van gesteldheid. Ze weet wat een bijwoordelijke bepaling is, ze kent ook de bepaling van gesteldheid. Maar wat is nou precies het verschil? Ik heb op internet zitten zoeken en kom er niet precies uit. Wie kan ons helpen?
Juist op internet
Juist op Internet worden dat soort dingen goed uitgelegd. Als de ene uitleg niet snapt zoek je een andere. Hier zijn twee links:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Bepaling_van_gesteldheid
http://www.neder-l.nl/archieven/miniatuurtjes/940601.html
wimb
Best ingewikkeld
Wimb, dank je wel voor je hulp. Deze 2 sites had ik inderdaad gevonden (en nog wat andere) maar toch blijft het enorm ingewikkeld. Ik snap het zelf een beetje, maar kan het verschil niet goed uitleggen aan mijn dochter uit 2 gym.
Ik zoek dus een eenvoudige uitleg.....(als dat tenminste mogelijk is bij deze begrippen).
er staat een goede uitleg met duidelijk voorbeelden op onzetaal.nl:
http://www.onzetaal.nl/advies/gesteldheid.php
http://www.onzetaal.nl/advies/bijwbep.php
en de taalprof is ook altijd interessant
http://taalprof.web-log.nl/taalprof/2006/11/wie_is_er_bang_.html#label75
wimb
Ietwat vereenvoudigd
Simpel gezegd is een bepaling van gesteldheid een bijwoordelijke bepaling. Zodra in de bijwoordelijke bepaling echter sprake is van hoe het met iets gesteld is (ziek, zwak, moe, erg, heel, in verwarring, tot wanhoop etc.) wordt de bijwoordelijke bepaling een bepaling van gesteldheid. Dit gaat ook op voor de bepaling van plaats (in Amsterdam, op het water) en de bepaling van tijd (om zeven uur, vorige week dinsdag).
Manus
Waar zegt het iets van?
Een bepaling van gesteldheid wordt ook wel een dubbelverbonden bepaling genoemd. En dat begrip is veel duidelijker. Een dubbelverbonden bepaling zegt iets van 2 dingen, namelijk het onderwerp van de zin en het hoofdwerkwoord.
Bijv.: Boos loopt Jan de klas uit. "Boos" zegt hier iets over Jan, maar ook over het lopen.
Een bijwoord zegt maar iets over 1 ding in de zin. Bijv. Jan loopt heel snel. "Snel" zegt hier alleen iets over lopen en is dus een bijwoord.
Elissa, je haalt iets door elkaar
Een bijwoord behoort tot het taalkundig ontleden (woordsoorten benoemen), de bepaling van gesteldheid hoort bij het redekundig ontleden (zinsdelen benoemen). Deze twee vormen van ontleden moet je alsjeblieft niet door elkaar gaan gebruiken, want dan is de totale verwarring compleet. Je doet of het ene, of het andere.
Manus
We snappen het!
Dank zij al jullie tips hebben we nu eindelijk door hoe het werkt. Dank jullie wel! Dochterlief kan met een gerust hart haar proefwerk maken morgen.
Manus
Je hebt gelijk, ik moet ook niet reageren als ik haast heb! Ik bedoelde bijwoordelijke bepaling in plaats van bijwoord.
