De do's en don't s op het gebied van artisjok

Met een scheutje....

Snij de steel eraf tot + 1 cm onder de onderste bladeren. Koken in water met een scheutje olijfolie, teentje knoflook en wat zout. De artisjok is gaar als je vrij eenvoudig een blaadje ergens uit het midden los kunt trekken.
Haal de artisjok uit het hete water (pas op, er lekt ook heet water uit de artisjok). Haal de onderste kleine bladeren weg en de wat grotere die dradig zijn (dat herken je eenvoudig). Snij nu opnieuw de steel zo kort mogelijk af.
Je kunt de artisjok in zijn geheel op tafel zetten (ieder pakt en doopt), maar ik haal 'm meestal uit elkaar. Alle blaadjes in een schaal totdat je bij het hart komt: de dunste (paarse) blaadjes aan de bovenkant en de eetbare bodem aan de onderkant.
Pak het hart bij de paarse punten en snij met een mes voorzichtig alle bladeren en meeldraden in een keer van de bodem. Lukt niet altijd in een keer, maar je komt er wel uit.
Ik leg de bodem op de losse blaadjes in de schaal en zet op die bodem het bakje saus. Als alle blaadjes gegeten zijn verdeel ik het hart.
Als sausje maak ik meestal een dunne mosterdmayonaise met knoflook. Een dressing met azijn is ook lekker om in te dopen.
Als de artisjok er goed uit ziet (geen dorre bladeren), dan is ie zeker eetbaar. 1 artisjok is genoeg als voorgerecht voor 4 personen. Met zijn tweeën eten wij een artisjok als hoofdgerecht.
Groet,
Miriam Lavell