Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
16 november 2001 door Sanderijn van der Doef
Onze zoon van bijna 6 is een extravert, intelligent en creatief type die bijvoorbeeld heel graag tekent. Echter, hij speelt bij voorkeur met meisjesspeelgoed (Barbies, etc.) en vindt het ook leuk om zich als bijvoorbeeld prinsesje te verkleden. Verder zegt hij van tijd tot tijd dat hij een meisje is en dat hij "anders is dan zijn twee broers". Het liefst speelt hij ook met meisjes en moet hij niets weten van echte jongensspelletjes.
Wij zien dit al zo'n twee jaar aan, en beginnen ons, nu hij ouder wordt, toch steeds meer ongerust te maken over zaken als: wanneer gaat dit voor hem problemen opleveren met zijn omgeving (kinderen, klasgenootjes, etc.). Hij is op school al eens uitgelachen toen hij een Mc Donalds-popje liet zien aan de klas.
Wat kunnen wij als ouders het beste doen? Waar gaat dit naar toe later?
U stelt twee vragen, die ik beide zal beantwoorden. Eerst de laatste vraag, over de ontwikkeling, en daarna de eerste, over de manier waarop je als ouders hiermee om kunt gaan.
Uit onderzoek blijkt dat baby' s al vóór hun eerste verjaardag in staat zijn om mensen te onderscheiden in twee categorieën: mannen en vrouwen. De baby weet dan echter zelf nog niet tot welke 'soort' hij of zij zelf behoort.
Het ontdekken van de eigen sexe, oftewel de zogenaamde gender-identiteit, ontwikkelt zich bij een kind tussen het tweede en derde jaar. Het kind kan dan ook andere kinderen en volwassenen als man of vrouw benoemen. Niet op basis van geslachtskenmerken, maar veel meer op basis van uiterlijke kenmerken, zoals kleding, kapsel, etc.
Vanaf het moment dat een kind zichzelf kan benoemen als jongen of meisje, is het bezig te zoeken naar voorbeelden van andere jongens (of meisjes) om iets te leren over hoe een jongen (of meisje) zich gedraagt.
Het kind beseft dan dat het tot een bepaalde groep behoort en wil graag weten hoe je je als lid van deze groep moet gedragen.
Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 10% van alle kinderen tot een jaar of 5 vaker het gedrag van de andere sekse vertoont. Deze 10% kinderen hebben moeite met hun gender-identiteits-ontwikkeling.
In sommige gevallen zal dat daarna langzaam overgaan, maar bij een aantal van deze kinderen niet. Die blijven behoefte hebben aan gedrag en uiterlijkheden van het andere geslacht. Soms willen ze zelfs openlijk liever van geslacht veranderen.
Een ander deel van die 10% zal altijd wat feminiem (een beetje vrouwelijk) blijven -- dus minder sterk dan de eerder genoemde groep -- en deze blijken dan later een homoseksuele voorkeur te hebben.
Als ouder heb je in eerste instantie meer zorgen en problemen over dit gedrag dan het kind zelf. Je wilt je kind beschermen tegen de kwetsende harde buitenwereld.
Een jongetje dat liever met poppen speelt, ziet zelf nog helemaal geen probleem met dit gedrag. Hoe kun je hem dan beschermen? Je kunt hem uitleggen dat hij thuis mag spelen met alles wat hij wil, maar dat hij niet al zijn speelgoed mee mag nemen naar school. Sommige andere jongetjes snappen namelijk niet waarom hij met poppen speelt.
Thuis kun je hem echter stimuleren en bevestigen in zijn keuze. Voor een kind is het het allerbelangrijkste te voelen dat zijn ouders hem steunen en onvoorwaardelijk liefhebben.
Probeer te voorkomen dat jouw zorgen voor je kind over wat er later nog met hem kan gebeuren, niet nu al op hem overgedragen worden. Een kind wil niet merken dat je zorgen hebt over hem! Een kind wil steun en begrip op het moment dat het zelf gekwetst of verdrietig is.
is als psychologe en seksuologe gespecialiseerd in de seksuele ontwikkeling van kinderen. Ze werkte eerder bij de Rutgers Stichting en het NIGZ en werkt nu sinds kort bij de World Population Foundation. Zij heeft ook een eigen praktijk. Daarnaast is zij ook op andere fronten actief. Onder andere: als auteur van boeken en lesmappen, als adviseur voor tv-programma's, etc.