Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
5 september 2008 door Aleid Grijpma
Mijn vrouw heeft een dwangstoornis, een paniekstoornis en depressies. Hoeveel kans heeft onze dochter van 5 jaar om die ziekten ook te krijgen?
Erfelijkheid speelt zeker een rol bij angststoornissen, dwangstoornissen en depressies, zoveel is inmiddels wel duidelijk. Dat betekent dat als een ouder een of meer van dit soort stoornissen heeft, een kind wat meer kans heeft op het ontwikkelen van zo'n stoornis dan als je ouders het niet hebben. Het risico is dus iets groter dan normaal.
Hoe groot de kans precies is, uitgedrukt in een percentage, valt niet te zeggen, omdat er naast erfelijkheid ook allerlei andere factoren meespelen, zoals de omgeving waarin het kind opgroeit en de dingen die het heeft meegemaakt. Dat geldt ook voor uw vrouw. Het kan zijn dat haar klachten 'in de familie zitten', maar daarnaast zullen er (waarschijnlijk) ook andere oorzaken een rol spelen.
In het algemeen worden naast erfelijkheid twee soorten factoren onderscheiden die meespelen bij het al of niet krijgen van dit soort stoornissen: de kindfactoren en de omgevingsfactoren.
Kindfactoren zitten in het kind zelf, zoals intelligentie en karakter (temperament). Je hebt bijvoorbeeld kinderen die van jongs af aan al angstig kunnen zijn, zonder dat er dingen gebeurd zijn die de angstigheid kunnen verklaren. Terwijl je anderzijds ook kinderen hebt die voor niets bang zijn.
Naast de kindfactoren zijn er de omgevingsfactoren, oftewel de oorzaken die buiten het kind liggen. Zoals: hoe het op school gaat, hoe het thuis gaat, hoe het met vriendjes gaat, etc.
Een specifieke omgevingsfactor die in uw geval bijvoorbeeld een rol kan spelen, is of er volwassenen zijn die taken van uw vrouw kunnen overnemen op de momenten dat zij het moeilijk heeft.
Omgevingsfactoren zijn heel belangrijk. Eigenlijk nog belangrijker dan alleen de erfelijkheid. (Men neemt aan dat de invloed van omgevingsfactoren ongeveer 60% is).
Als een moeder bijvoorbeeld veel op bed ligt door een depressie, en daardoor niet goed voor haar kind kan zorgen, kan dat behoorlijk van invloed zijn op de ontwikkeling van het kind. Maar als er altijd wel een oma of een tante is die het van de moeder overneemt, is dat heel goed voor het kind (omdat het niet alles zelf hoeft op te lossen) en hoeft het kind niets nadeligs te ondervinden.
De belangrijke rol van de omgevingsfactoren zie je ook bij angststoornissen. Angstige moeders kunnen hun kinderen bijvoorbeeld 'opvoeden in angst', door overal gevaar te zien en dat over te dragen op hun kinderen. Zulke moeders kunnen zo een angststoornis veroorzaken bij een kind dat daar al gevoelig voor is.
Wat dat betreft ligt er dus ook een belangrijke taak voor uzelf. U bent degene die bepaalde angsten van uw vrouw kan relativeren voor jullie dochter, zodat de kans kleiner wordt dat zij de angsten van uw vrouw gaat overnemen.
Het belangrijkste is dat u probeert uw dochter zoveel mogelijk bescherming en afleiding te bieden. Dus:
Mocht uw dochter toch klachten gaan ontwikkelen, dan is het belangrijk om snel actie te ondernemen door professionele hulp te zoeken.
is werkzaam als kinder- en jeugdpsychiater bij een grote GGZ-instelling in het midden des lands. Ze is daar leidinggevende van een polikliniek voor alle leeftijden en een deeltijdbehandeling voor kinderen van 6 tot 12 jaar.