Brr.. Koud! Check onze hacks om je kind lekker warm én gezond te houden

1 oktober 2004 door Nanny Gortzak

Wat doen narcose-gassen bij een borstvoedende moeder?

Ik ben werkzaam als verkoever-verpleegkundige. De patiënten die bijkomen na een operatie, ademen inhalatie-anestetica [narcose-gassen - red.] uit, en wij ademen die vervolgens weer in. Aan het eind van de dag kun je dat soms best merken.

Tijdens mijn zwangerschap moest ik daarvoor oppassen in verband met een mogelijke miskraam, etc.

Is dit nu nog steeds een gevaar voor mijn baby van 15 weken, in verband met de borstvoeding?

Antwoord

Als bekend is dat een patiënt borstvoeding geeft, dan kan daar rekening mee gehouden worden, zodat de medicatie zo snel mogelijk uit het bloed verdwijnt en zo min mogelijk in de moedermelk terecht komt. Steeds vaker gaan artsen er daarom toe over om moeders die net geopereerd zijn en weer bijkomen, toe te staan om hun baby te voeden. Zo kunnen moeders die een keizersnede hebben gekregen meteen gaan voeden.

Maar voor u, als verpleegkundige ligt dat natuurlijk anders. Aan u wordt immers niet gevraagd wordt of u nog borstvoeding geeft. De vraag is echter of dat bezwaarlijk is. Waarschijnlijk niet.

Snelle verdwijning uit het systeem

Waar u hoofdzakelijk mee te maken heeft, is blootstelling aan uitgeademde lucht met narcose-gassen op de verkoever-kamer. De eigenschap van deze gassen is dat zij na het stoppen van de toediening snel uit het systeem verdwijnen: door afbraak, door uitademing en door uitscheiding.

Als gevolg daarvan zal een patiënt weer snel bijkomen. Op het moment dat hij bijkomt, is de concentratie dus al behoorlijk laag. De ruimte waarin u staat, zal het gas verder verdunnen. Ventilatie, nodig voor voldoende zuurstofvoorziening (en in gebouwen vaak gekoppeld aan de klimaatsbeheersing), zal daarnaast steeds verse lucht aanvoeren en "oude" lucht afvoeren.

De concentratie waaraan u wordt blootgesteld, is dus veel lager dan die waaraan de patiënt wordt blootgesteld. Het feit dat de gassen ook in de uitademingslucht van de patiënt zitten, geeft ook al aan dat niet alles in het lichaam opgenomen wordt, laat staan dat ze langdurig in het lichaam aanwezig blijven. Dat geldt voor de patiënt, maar ook voor de omstanders.

Meten is weten

Tot zover de algemene overwegingen. Maar om écht zeker te weten hoe het zit, moet er natuurlijk gemeten worden. Je zou moeten meten wat de concentratie van de gebruikte gassen is, hoe lang de blootstelling is, hoe groot de ruimte is waar u werkt, wat de snelheid is waarmee de lucht ververst wordt, en – het belangrijkste – welke gassen er eigenlijk gebruikt zijn.

De metingen moeten ter plaatse worden uitgevoerd; dat kan ik van hieraf niet doen. Wat ik echter wél kan doen, is iets vertellen over de gebruikte gassen. Voor alle gassen geldt trouwens dat er na een operatie zeer weinig van terug te vinden is in moedermelk.

Stikstofoxide en Halothane

Stikstofoxide wordt zeer snel weer uit het plasma verwijderd, omdat het er moeilijk in oplost. Daardoor komt het zeer waarschijnlijk ook nauwelijks in de moedermelk.

Er is literatuur waarin gesteld wordt dat werkers in de gezondheidszorg bij chronische blootstelling aan stikstofoxide miskramen kunnen krijgen. Er zijn echter geen gegevens bekend waaruit blijkt dat stikstofoxide in de moedermelk komt en door het kind via het maagdarmkanaal opgenomen wordt.

Van Halothane is bekend dat het voor korte tijd in het vetweefsel opgeslagen kan worden en dan langzaam vrijkomt. Het lijkt echter niet waarschijnlijk dat de Halothane die eventueel in de moedermelk komt, via het maagdamstelsel wordt opgenomen door de baby. Na een blootstelling aan Halothane bij een operatie van 3 uur was bij een persoon slechts 3 ppm terug te vinden in de moedermelk. Dat is heel weinig.

Voor al dit soort gassen geldt overigens, net als bij medicatie in het algemeen, dat de leeftijd van het kind en de hoeveelheid moedermelk die het binnen krijgt, ook een rol spelen.

Bron: Th. W. Hale, "Anesthetic Medications in Breastfeeding Mothers". In: Journal of Human Lactation 15(3), 1999.

Praten met de werkgever

Al met al denk ik dus (met een slag om de arm omdat er geen meetgegevens beschikbaar zijn) dat het allemaal reuze meevalt.

Maar: als u zich toch niet prettig voelt bij het idee dat u aan dergelijke gassen wordt blootgesteld tijdens de borstvoeding, dan kunt u met uw werkgever bespreken of u tijdelijk (zo lang u borstvoeding geeft) andere werkzaamheden kunt doen. Misschien is daar in uw ziekenhuis iets voor geregeld. Zo niet, dan kunt u in ieder geval gebruik maken van uw wettelijk vastgestelde recht op aanpassing van het werk, gedurende de wettelijke termijn.