Brr.. Koud! Check onze hacks om je kind lekker warm én gezond te houden

3 november 2000 door Paula Fikkert

Waarom zeggen Ruben en Quinten nooit hun eigen naam? (2 jr)

Onze jongens-tweeling (niet identiek) is net 2 jaar geworden. Ze zijn na 40 weken zwangerschap geboren en ontwikkelen zich normaal. Voor hun eerste verjaardag begonnen ze met de eerste woordjes, zoals 'poes', 'auto', 'bal' en 'dag'. Daarna ging de taalontwikkeling langzaam, met anderhalf spraken ze nauwelijks meer. Volgens mij komt het vaak voor dat tweelingen 'laat' zijn met praten.

Toen ze bijna twee waren, begonnen ze weer belangstelling voor taal te krijgen en in snel tempo nieuwe woorden te leren. Sinds een paar weken gaan ze naar de peuterspeelzaal en sindsdien gaat het helemaal snel (ze moeten wel, willen ze met andere kinderen kunnen praten). Ze beginnen nu ook zinnetjes te maken van twee of drie woorden, en ze gebruiken nu moeilijke woorden, zoals 'heerbeestje' (lieveheersbeestje).

Het gekke is alleen dat ze allebei nog nooit hun eigen naam of die van hun broertje hebben gezegd, of iets wat daar op lijkt. (Ze heten Ruben en Quinten). Ze reageren wel op hun namen.

Sinds een week gebruiken ze het woord 'mij' (dat is van mij). Ik dacht dat kleine kinderen altijd begonnen met hun eigen naam en namen van anderen te gebruiken i.p.v. persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden. Onze tweeling doet dit echter alleen als het niet om hun eigen namen gaat. Bijvoorbeeld 'seutel mama' (de sleutel is van mama). Maar hun eigen namen weigeren ze dus pertinent uit te spreken. Ze gebruiken zelfs liever een 'moeilijke' constructie met 'mij'.

Heeft u hiervoor een verklaring?

Antwoord

"Joep, Tim, Tom, Sam, Joop, Rob, Kim, Goof, David en Job hebben aanvankelijk moeite hun naam uit te spreken. Op dat punt hebben Bob en Thijs het veel gemakkelijker." Dit is een stelling van een gewaardeerd collega. Sommige namen zijn kennelijk moeilijker dan andere. Dat ligt aan een aantal factoren, waarvan de eerste betrekking heeft op de genoemde stelling.

Articulatieplaats

Als de klanken waaruit een woord of een naam is opgebouwd, verschillende articulatieplaatsen hebben (dat wil zeggen: als die klanken op verschillende plaatsen in de mond worden gemaakt), dan hebben veel kinderen daar aanvankelijk moeite mee. In de naam Tim worden de [t] en de [i] voor in de mond gemaakt, zonder de lippen te gebruiken; de [m] wordt juist met de lippen gemaakt. In de namen Bob en Thijs is er slechts één articulatieplaats per woord. Dit vereenvoudigt de uitspraak van deze namen.

Voor de uitspraak van de namen van uw jongens – Ruben en Quinten – zijn er ook meerdere articulatieplaatsen nodig. Daarnaast is de [u] in Ruben ook erg lastig: deze klinker wordt voor in de mond gemaakt, net zoals de [i], maar daarbij worden ook nog de lippen gerond. Het is een complexe klank die relatief weinig voorkomt in de talen van de wereld, maar wel in het Nederlands.

Articulatiewijze

Een andere factor die een rol speelt, is de wijze van articulatie: zo zijn plofklanken aan het begin van woorden makkelijk, maar de [r] en [l] heel lastig. Wat dat betreft heeft Quinten ook al een voorsprong op Ruben.

Klemtoon

De klemtoon kan ook een rol spelen. Beide namen zijn van hetzelfde type, namelijk een trochee, waarbij een beklemtoonde lettergreep gevolgd wordt door een onbeklemtoonde. Dit is ook het klemtoon-patroon van de eerste twee-lettergrepige woorden van kinderen. Dat uw kinderen hun naam niet zeggen, zal dus niet aan de klemtoon liggen. Dat kan wel het geval zijn voor namen als Sophie, Annemarijn, en Leon (allemaal met de klemtoon op de laatste lettergreep). Ik ken een jongen die zichzelf lang lon noemde, waarbij de klemtoon naar de eerste lettergreep verhuisde.

Lettergreepstructuur

Wat de lettergreepstructuur betreft, heeft Quinten het een stuk lastiger dan Ruben: zijn naam bevat namelijk twee clusters van medeklinkers: aan het woordbegin het cluster [kw], en midden in het woord het cluster [nt]. Deze clusters worden vaak vereenvoudigd tot respectievelijk [k] en [t].

Nek-aan-nek race?

Beide namen hebben meerdere articulatieplaatsen, en zijn dus lastig uit te spreken voor kinderen. De naam Ruben begint met de lastige klank [r], gevolgd door een moeilijke ronde voor-vocaal [u]. De naam Quinten heeft twee clusters van medeklinkers die de moeilijkheidsgraad nog verder omhoog schroeven.

Welke factoren nu het zwaarst wegen weet ik niet, maar misschien kunt u in de toekomst vertellen wie van de twee er het eerst in slaagt zijn naam goed uit te spreken. Het wordt vast een boeiende strijd. Ik ben benieuwd.