16 maart 2007 door Frea Kruisinga
Onze zoon van 4½ jaar oud heeft sinds hij 15 maanden is veel bovenste-luchtweginfecties. Hij is onder controle van een KNO-arts, zijn neus/keelamandelen zijn eruit, en hij heeft nu voor de derde keer buisjes.
Zodra hij verkouden is, valt het nog mee. Hij heeft dit een weekje, dan gaat het ongeveer 2 dagen goed (het lijkt over te zijn), maar vaak wordt hij dan ineens erg ziek, met plotseling hoge koorts. De virale infectie lijkt dan een bacteriële infectie geworden te zijn.
Hij heeft al verschillende onderhoudskuren Bactrimel gehad, en helaas vaak amoxicilline. Nu zit hij wederom voor een maandje aan een onderhoudskuur Bactrimel, en hij voelt zich echt veel beter. Hij zit prima in z'n vel en eet goed.
Is er een verklaring waarom hij zich met Bactrimel zo goed voelt? En hoe kan het nou dat een virale infectie bij hem telkens ontaardt in een bacteriële infectie? (Althans, zo lijkt het vaak.)
Er zijn heel veel kinderen die regelmatig last hebben van bovenste-luchtweginfecties. Kinderen jonger dan 4 jaar overkomt het zeker 6 tot 8 keer per herfst/winter-periode. Vaak gaat het hierbij om virale infecties waarbij geen antibiotica nodig is.
Als infecties vaker optreden, of een ongewoon beloop hebben, moet je ook denken aan een achterliggende oorzaak. Bij een deel van deze kinderen zijn er dan problemen in het KNO-gebied (keel, neus, oren) en wordt door de KNO-arts de neusamandel verwijderd, al of niet in combinatie met het plaatsen van buisjes.
Blijkbaar heeft dit bij uw zoon geen verbetering gegeven en krijgt hij nog regelmatig antibiotica ter bestrijding van bacteriële infecties. Zelfs een aantal maal een onderhoudskuur met Bactrimel.
Bactrimel is een antibioticum dat voorkómt dat er bepaalde infecties optreden. Tijdens deze onderhoudskuur zal hij zeer waarschijnlijk minder vaak ziek zijn van bacteriële infecties en zich daardoor beter voelen.
Bij kinderen die meer dan vier (bewezen) bacteriële infecties per jaar hebben, is er reden om onderzoek te doen naar een probleem met de afweer. Overleg dit eens met de KNO-arts. Zonodig kan die uw zoontje daarvoor verwijzen naar een kinderarts.
