Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
3 oktober 2008 door Aleid Grijpma
Onze zoon van bijna 11 jaar is buitengewoon angstig om ziek te worden of dood te gaan. Bij bijna alles wat hij zegt of doet, komt dit naar voren. Bijvoorbeeld: "Mama, ik heb mijn handen gewassen met koud water, is dat echt niet erg?" Of als hij een koekje eet, en het blijft kleven achter zijn tanden, is hij bang dat dit gevaarlijk is. En zo gaat het de hele dag door.
Hij voelt overal pijntjes, wast heel vaak zijn handen en slaapt erg slecht. Ook vraagt hij elke dag meerdere keren of hij nog lang niet doodgaat. Hij heeft er zelf veel last van, maar zoals hij zelf zegt: "Ik kan het niet stoppen".
Uiteraard leggen wij uit dat hij een gezonde knul van 10 jaar is en dat hij niet ziek is, etc. Maar het helpt allemaal niks.
We hebben een stabiele gezinssituatie, met 4 kinderen. Hij heeft veel vriendjes en doet het goed op school.
Is het nodig om psychische hulp in te schakelen of kunnen we dit zelf aanpakken? En zo ja, hoe?
Uw zoon heeft last van 'internaliserende problemen', zoals dat heet. Internaliseren, oftewel 'naar binnen richten' is één van de twee manieren waarop kinderen met stress omgaan. De andere manier is externaliseren (naar buiten richten).
Dus:
Uw zoon lijkt last te hebben van dwang, zoals regelmatig zijn handen wassen (en liever met warm water dan met koud water, omdat warm water schoner wast). Zulk dwangmatig gedrag dient als compensatie voor angstige gedachten, zoals de angst om ziek te worden of dood te gaan.
U zei het niet met zoveel woorden, maar ik vermoed dat uw zoon zijn dwang als vreemd ervaart, en niet bij zichzelf horend. We noemen dat ego-dystoon. Wat u wél vertelde, was dat hij er zelf last van heeft, dus dat hij graag wil dat het weggaat.
Op die laatste twee aspecten verschilt de dwang van uw zoon met de dwang die je bijvoorbeeld kunt zien bij kinderen met ASS (autisme spectrum stoornissen). Autistische kinderen kunnen ook dwangmatig gedrag vertonen, maar dat ervaren ze vaak als iets wat bij hen hoort. En vaak hebben ze er ook niet zo'n last van.
Hoe ontstaan deze klachten? Vaak (maar beslist niet altijd!) is er sprake van een of meer van de volgende omstandigheden:
Wat de erfelijke aanleg betreft gaat het vooral om de neiging tot internaliseren. Dát kan in de familie zitten. Vervolgens kan zich dat uiten in dwang, maar ook in bijvoorbeeld angststoornissen of somatiseren (dat is: snel last hebben van lichamelijke klachten zonder aanwijsbare lichamelijke aandoening). Of in een combinatie daarvan, zoals bij uw zoon.
Om te beginnen kunt u eens kijken in hoeverre u uw zoon herkent in het bovenstaande. Bijvoorbeeld: komen zijn klachten vaker voor in de familie? Waaruit zouden de stress-factoren kunnen bestaan? Zit hij bijvoorbeeld in groep 8 en maakt hij zich misschien zorgen over de overgang naar het voortgezet onderwijs? Is het een jongen die graag goed presteert, en die de lat hoog legt?
Daarnaast raad ik in dit soort gevallen altijd aan om zo snel mogelijk hulp te zoeken. Snelheid is geboden omdat kinderen er echt onder kunnen lijden. En door die lijdensdruk kan het ook van kwaad tot erger gaan. Eigenlijk is dat bij uw zoon al het geval, omdat hij ook al slecht is gaan slapen.
Een bijkomend voordeel van snel beginnen met een behandeling is dat hoe sneller je begint, des te sneller je resultaat ziet. (En omgekeerd: hoe langer de klachten al bestaan, hoe langer het duurt voor de behandeling verbetering geeft.)
In dit soort gevallen wordt meestal cognitieve gedragstherapie geadviseerd. Het kind leert dan in te zien dat zijn gedachten niet reëel zijn en niet kunnen kloppen. Ook leert het kind om niet toe te geven aan de dwang, en te ervaren dat dat niet leidt tot de ongelukken waar ze bang voor waren.
Tegelijkertijd is het natuurlijk belangrijk om te achterhalen welke stress-factoren er een rol spelen en waar die vandaan komen.
In principe geeft cognitieve gedragstherapie na een paar maanden verbetering. Gebeurt dat niet, dan kun je gaan denken aan medicatie.
Voor zover u nog niet – of nog niet helemaal – overtuigd bent van het nut van therapie, wil ik u nog een paar dingen ter overweging geven:
Ik wens u veel succes, en vooral ook uw zoon!
is werkzaam als kinder- en jeugdpsychiater bij een grote GGZ-instelling in het midden des lands. Ze is daar leidinggevende van een polikliniek voor alle leeftijden en een deeltijdbehandeling voor kinderen van 6 tot 12 jaar.