Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
12 september 2008 door Annelou de Vries
Deze week zijn we er achter gekomen dat onze zoon van 6 jaar de schoolschriftjes van een schoolvriendje (dat naast hem zit) heeft weggepakt en ergens heeft verstopt. Hij heeft dit meerdere keren binnen een week gedaan en na gesprekken in de klas, waarin gevraagd werd of degene die 't had gedaan het wilde vertellen, heeft hij niets gezegd. Ook toen ik vroeg of hij misschien wist waar die schoolschriftjes lagen (totaal niet beseffend dat hij ze wel eens weggepakt zou kunnen hebben) zei hij dat hij het niet wist.
De hele week heb ik niets aan hem gemerkt en was hij vrolijk, ontspannen en lief. Uiteindelijk heeft hij bekend bij de leerkracht die er ook een groepsgesprek over was begonnen, omdat er ook een tekendoos was verdwenen. We wisten nu dat hij het had gedaan. Gesprek gehad. Moest wel huilen. Heeft excuses aan schoolvriendje en moeder aangeboden maar reageerde verder vrij laconiek. Zelf nog een heel gesprek gehad waarom zoiets niet mag.
Okee, afgehandeld, dachten we. Gewoon een kwajongensstreek. Maar de volgende dag name hij weer iets weg. Vandaag kwam ik daarachter. Hij heeft nog wel zijn excuses gemaakt tegenover het vriendje, maar daarna was hij weer weinig berouwvol.
Als je vraagt waarom hij het doet, weet hij het niet. Wat kan ik hier aan doen? Ik lees wel van kinderen met kleptomanie en dat dat meestal al op jonge leeftijd zich ontwikkelt. Vooral zijn reactie op het hele gebeuren vind ik verontrustend. Hij is verder een leuke, vrolijke en sociale 6-jarige, zonder problemen.
Allereerst kan ik u geruststellen: kinderen nemen vaak spullen weg, zonder dat dat een teken is van een breder probleem of een voorloper van kleptomanie. Vaak is het 'een fase'.
Hieronder zal ik eerst iets vertellen over kleptomanie. Daarna geef ik aan hoe het geweten van kinderen zich ontwikkelt. En tot slot zal ik wat specifieker ingaan op het gedrag van uw zoontje.
Kleptomanie is een zeldzame aandoening waarbij iemand, vaker een vrouw dan een man, een niet te onderdrukken impuls voelt om dingen te stelen die meestal geen nut hebben. Minder dan 1% van de mensen heeft er last van, en inderdaad begint het dan soms al op de kinderleeftijd, zoals u gelezen heeft. Maar vaker in de late adolescentie (ca. 18 tot 20 jaar). De meeste mensen hebben daarna spijt en berouw, maar kunnen desondanks de drang om te stelen niet onderdrukken.
Je zou kleptomanie kunnen vergelijken met eetbuien, waar je je later vaak schuldig over voelt, maar waar je je toch keer op keer aan te buiten gaat. Het lastige is natuurlijk wel dat kleptomanie iemand flink in de problemen kan brengen omdat het gewoon diefstal is, met de bijbehorende straffen.
Zoals gezegd komt stelen bij kinderen vaak voor. Op heel jonge leeftijd, in de peuter- en kleuterleeftijd, voelen kinderen vaak alleen maar de drang dat ze iets willen hébben, en zijn het de ouders – of andere volwassenen in hun buurt – die hen er zonodig van moeten weerhouden.
Peuters kunnen je soms wel aankijken alsof ze precies weten wat wel en niet mag, maar eigenlijk zit dit besef nog niet in henzelf. Zodra de volwassene niet meer zichtbaar is, of even niet oplet, komt de drang even hard weer omhoog en zal datgene wat het kind wil hebben, gewoon gepakt worden. Dat komt doordat hun geweten, oftewel hun innerlijk besef van goed en kwaad, nog niet ontwikkeld is. Ze weten hoogstens wat anderen wel of niet goed vinden. We noemen dat het extern geweten.
In de jonge kindertijd, vanaf een jaar of 6 tot een jaar of 10, gaan kinderen steeds beter zélf beseffen wat wel en wat niet mag, en hoort stelen tot het verbodene. Wat dat betreft zijn kinderen van deze leeftijd vaak heel streng in de leer.
Ze lijken precies te herhalen wat volwassenen tegen ze gezegd hebben, waardoor je vaak dingen hoort als:
Autoriteit is dus heilig op deze leeftijd. Dat zie je ook heel duidelijk als je vraagt waaróm het dan niet mag. "Omdat anderen er last van hebben" zul je ze niet zo snel horen zeggen (tenzij ze dat ooit van iemand gehoord hebben). Ze hebben er domweg het inlevingsvermogen nog niet voor. Op deze leeftijd komen kinderen dus vaak niet verder dan:
Pas in de late kindertijd, de puberteit en de adolescentie gaan kinderen, jongeren en jongvolwassenen echt hun eigen geweten ontwikkelen. Dat loopt parallel aan het ontwikkelen van hun eigen identiteit, waarbij ze zelf een stelsel van normen en waarden gaan formuleren, en ze genuanceerder kunnen nadenken over stelen in verschillende omstandigheden. "Als je heel arm bent, dan zou het bijvoorbeeld wel mogen", kunnen ze dan gaan zeggen.
Het vermogen om zich in anderen in te leven, begint zich nu te ontwikkelen. Soms lukt dat heel goed. Dan kunnen ze ze zich zó goed inleven in anderen, dat ze zich schuldig voelen als ze iets van iemand weg zouden nemen. Ook kunnen ze dan medelijden hebben met iemand die bestolen is. We spreken dan van een geïnternaliseerd persoonlijk geweten, oftewel een besef van goed en kwaad dat echt uit henzelf komt.
Bedenk wel dat het inlevingsvermogen (en dus het geweten) op deze leeftijd nog lang niet is uitontwikkeld. Vandaar bijvoorbeeld de ontsporingen die er kunnen ontstaan met internet-pesten. Zo kan het gebeuren dat een kind heel akelige dingen MSN't naar een ander kind (wat opgevat kan worden als pesten), terwijl degene die de bedreigingen uit, zich totaal niet bewust is van de impact daarvan. Die wilde alleen maar 'een geintje uithalen' en kan zich nog niet goed voorstellen wat het effect is van zijn of haar internet-gedrag. Het inlevingsvermogen in anderen is dan beperkt.
Een ander probleem dat zich in deze fase kan voordoen, is dat kinderen kunnen gaan stelen als uiting van het feit dat ze emotioneel in de knel zitten. Bijvoorbeeld door echtscheidings-perikelen, gepest worden op school, etc. Zie o.a.:
Nu terug naar de leeftijdsfase van uw eigen kind van 6. Dan staat, zoals gezegd, de direct gevoelde behoefte op de voorgrond. Onder het motto: "Ik wil het, en ik wil het nu."
Daarnaast kan stelen of 'iets wegnemen' ook een zekere spanning geven die prettig is. Net als een hoge glijbaan. Een beetje eng, maar ook leuk.
Kinderen van een jaar of 6, zoals uw zoon, leven meestal nog heel erg in het moment, en vergeten de gevolgen als ze bezig zijn met iets spannends. Ze bedenken dan bijvoorbeeld niet dat ze er daarna voor gestraft kunnen worden, of dat iemand anders straks boos of verdrietig is omdat zijn schrift kwijt is.
Misschien is er ook wel iets in zo'n schrift wat uw zoon heel erg aantrekt. Iets wat hij heel mooi vindt, of heel graag zelf wil hebben. Die impuls, die wens, is op deze leeftijd vaak nog heel moeilijk te onderdrukken.
Dat uw zoon niet zegt wat hij gedaan heeft als ernaar gevraagd wordt, is goed verklaarbaar. Ik vertelde al dat de meeste kinderen op deze leeftijd nog heel autoriteits-gevoelig zijn. Dus als een volwassene erover begint, dan zal het wel iets ernstigs zijn, en volgt er misschien een straf. Dan kun je maar beter niets zeggen. Uit zichzelf zou hij er sowieso niet over begonnen zijn. Op die leeftijd is het geweten immers nog grotendeels 'extern'.
Ook het schuldgevoel, of het berouw, dat voor u als ouder zo vanzelfsprekend zou zijn, wordt door een kleuter vaak nog niet gevoeld. Want eigenlijk hoort dat pas bij een 'geïnternaliseerd persoonlijk geweten' op veel latere leeftijd.
Als uw zoontje verder goed functioneert, dus als stelen het enige probleem is, dan zou ik zeggen:
Succes ermee!
Annelou de Vries is kinder- en jeugdpsychiater, en als zodanig werkzaam bij het VU Medisch Centrum te Amsterdam. Daarnaast werkt zij mee aan de opleiding voor kinder- en jeugdpsychiaters.