Brr.. Koud! Check onze hacks om je kind lekker warm én gezond te houden

1 november 2002 door Nanny Gortzak

Mijn linker borst functioneert niet goed. Kan ik volledig voeden op rechts?

Mijn linker borst geeft sinds een week of twee minder melk. Mijn zoontje is 3½ maand en wil nu sinds een paar dagen alleen aan de rechter borst drinken. Bij links aanleggen biedt hij hevig verzet, terwijl rechts geen probleem is.

De rechter borst is gedurende de borstvoedings-periode een stuk groter dan de linker. Dit was ook al zo bij het eerste kind.

Mijn vraag: kan ik volledig voeden op rechts, en links helemaal afbouwen, of is dit niet verstandig? Pas wanneer mijn zoontje drie voedingen niet op links heeft gedronken, krijg ik wat last van stuwing. Ik heb tot op heden wel af en toe gekolfd om de productie op gang te houden.

Antwoord

U vraagt zich af of u uw zoon met uitsluitend de rechter borst kunt voeden. Het antwoord daarop luidt ja, dat kan. Maar misschien is het niet nodig. Hieronder zal ik uitleggen welke oorzaken er kunnen zijn; sommige daarvan zijn weg te nemen, andere niet.

Meer of minder klierweefsel

Veel vrouwen merken dat de linker en de rechter borst een verschil in melkproductie hebben. Dat kán komen door aanleg: er is dan in de ene borst gewoon minder klierweefsel aanwezig dan in de andere. Vanzelfsprekend is hier niets aan te doen.

Het kan echter ook zijn dat het verschil in de loop van de borstvoedingsperiode ontstaat of groter wordt. In dat geval is het geen kwestie van aanleg, en is er misschien iets aan te doen. Laten we eens kijken wat er zoal aan de hand kan zijn.

Voorkeur

Baby's hebben soms een voorkeur voor de ene borst boven de andere. Om te beginnen kan dat te maken hebben met de houding waarin gevoed wordt. Het kan bijvoorbeeld zijn dat één van de twee houdingen pijnlijk of ongemakkelijk voor de baby is. Denk daarbij aan een gebroken sleutelbeen, oorpijn, of de positie waarin het kind in de baarmoeder lag.

Ook kan er een voorkeur ontstaan vanwege een verschil in toeschieten. Als dat bij de ene borst sneller of gemakkelijker gaat dan bij de andere, kan de baby een hekel krijgen aan de borst waar hij extra geduld voor op moet brengen.

Tenslotte kan een verschil zijn in de grootte of de vorm van de tepels, of de richting waarin ze wijzen. Ook dat kan leiden tot een voorkeur voor een bepaalde borst.

Het uiteindelijke gevolg van minder drinken aan één borst is dat die borst minder melk gaat produceren, waardoor de baby nóg minder vaak aan die borst wil drinken. Een neergaande spiraal dus.

Voeden met één borst

De vraag is nu of het al dan niet een probleem is om te voeden met één borst. Het hangt af van de melkproductie van de moeder af in hoeverre dit echt een probleem is (of wordt). Vaak zal een moeder vanzelf meer aan de voorkeursborst gaan voeden, waardoor de productie aan die kant opgevoerd wordt.

In de meeste gevallen zal één borst voldoende produceren voor de baby. Vergelijk dit met het voeden van een tweeling: dan doet één borst ook al het werk voor één baby (en de andere het werk voor de andere baby).

Helemaal droogleggen?

De moeder staat nu voor de volgende keuze: moet ik de minder producerende kant helemaal droogleggen of niet? Zo ja, dan kan ze besluiten om steeds minder vaak met de mindere borst te gaan voeden, zodat de melkproductie langzaam stopt.

Maar het kan ook anders:

  • de moeder kan bijvoorbeeld proberen in een andere houding aan te leggen aan de mindere kant, eventueel 's nachts, of als de baby slaperig is;
  • Een andere mogelijkheid is de zogenaamde rugby-houding of liggend voeden, wat soms beter geaccepteerd door de baby;
  • wanneer de moeder aan de voorkeurskant aanlegt, en na het toeschieten de baby in dezelfde houding "doorschuift" naar de andere borst, dan willen baby's nog weleens gewoon verder gaan met drinken.

En tenslotte: veel baby's hebben een zuigbehoefte, zonder dat ze perse gevoed willen worden. Soms is dat een mooi moment om de baby aan de minder producerende borst aan te leggen.

Het BH-probleem

Een bijkomend nadeel van een verschil in melkproductie tussen de ene borst en de andere is dat er dan ook een verschil in borstgrootte is.

Hoe moet dat dan met de BH? Bijvoorbeeld door (tijdelijk) een extra zoogcompres aan de minder volle kant in de BH te doen. Na afloop van de borstvoedingsperiode zal de meer producerende borst weer wat kleiner worden, waardoor het probleem zich meestal vanzelf oplost.

Kortom

Kortom: het is geen bezwaar om met één borst te voeden.

Als u dat wilt, kunt u verder gaan met afkolven van de linker borst, hetzij om de melkproductie geleidelijk af te bouwen (steeds minder kolven), hetzij om de afgekolfde melk – indien nodig – in een fles aan te bieden of in te vriezen voor later gebruik. Nadeel hiervan is dat u elke dag naast de voedingen ook bezig bent met kolven.