Brr.. Koud! Check onze hacks om je kind lekker warm én gezond te houden

8 mei 2003 door Lya Mac Donald

Mijn kind is extreem passief op de speelzaal. Moeten we ermee stoppen? (3 jr)

Onze zoon van bijna 3 gaat sinds november twee ochtenden naar de peuterspeelzaal. Hij heeft de normale gewenningsproblemen gehad. De eerste week ging het prima, daarna was het een week of 3 heel moeilijk als we weggingen. Hij ging dan hard huilen, maar liet zich wel snel troosten door de leidsters. De rest van de ochtend verliep dan goed.

De laatste tijd krijgen we steeds de vraag van de leidsters of hij misschien ziek is, of bloedarmoede heeft. Ze vinden hem extreem passief en rustig. Als ze hem op een stoel zetten en hem een uurtje geen aandacht geven, zit hij er nog steeds.

Dat hebben ze in hun (lange) loopbaan nog nooit meegemaakt. Hij gaat niet uit zichzelf spelen. Als ze hem aankijken om te vragen of hij ergens aan mee wil doen, schudt hij al nee. Toch komt hij regelmatig met tekenwerkjes thuis, dus kennelijk weten ze hem wel over te halen om iets te ondernemen.

Het is van nature een heel rustig kind dat de kat uit de boom kijkt. Hij heeft graag overzicht en bekijkt alles rustig. Thuis is hij wel ondernemend en speelt hij veel zelf of met zijn zusje van 1. Als we muziek aanzetten, loopt hij vrolijk door de kamer te dansen en te springen en te zingen. Ook als er kinderen komen spelen is er niets aan de hand.

Van bloedarmoede is volgens mij geen sprake, omdat hij hele stukken kan lopen of steppen naar de winkels en daarvan niet buiten adem raakt.

Ik vraag me af wat dan wél de oorzaak is van dat extreem passieve gedrag op de speelzaal, en of het wel verstandig is hem daarheen te brengen. Als we het erover hebben, zegt hij dat hij het er leuk vindt. Het is goed bespreekbaar en hij gaat er altijd met plezier naartoe. Hoe zouden we hem kunnen stimuleren om wat actiever te zijn?

Antwoord

Zo te zien kunt u uw zoon met een gerust hart op de peuterspeelzaal houden. U vertelt namelijk dat hij het daar leuk vindt en dat hij er altijd met plezier naartoe gaat. Dat is in principe voldoende om ermee door te gaan.

Zijn extreem passieve gedrag kan te maken hebben met het feit dat hij langer nodig heeft om aan de groep te wennen.

Thuis is uw zoon ondernemend. Hij speelt onder andere met z'n zusje en met andere kinderen. Deze situatie is voor uw zoon bekend. Maar op de peuterspeelzaal moet hij nog z'n plekje in de groep bepalen.

Actief ontdekken

op de peuterspeelzaal ontdekt en leert uw zoon nieuwe dingen. Over het algemeen vinden kinderen leren en spelen leuk en zijn ze daar actief mee bezig. In zo'n sfeer spelen kinderen naar hartelust. Ze hoeven niet bang te zijn of zich zorgen te maken.

Maar soms lukt het ontdekken en leren niet direct en hebben kinderen daar meer tijd voor nodig. Dat laatste lijkt het geval te zijn bij uw kind.

Zelf kiezen

De leidsters ondersteunen de kinderen door een uitdagende leeromgeving aan te bieden. Zo'n omgeving stelt kinderen in staat om zelf keuzes te maken. De keuze kan echter best bestaan uit 'gewoon niets doen'. Dat mag, en is niet alarmerend.

Op de speelzaal moet uw zoon veilig kunnen spelen en dingen kunnen ontdekken. De leidsters observeren wat de kinderen interesseert en zoeken naar wegen om kinderen hun ideeën te laten uitwerken.

Overgangen

De leidsters hebben vaak een vast dagschema. Door een vaste volgorde van activiteiten weten de kinderen wat er gaat gebeuren.

Gedurende hun verblijf op de speelzaal moeten de kinderen overgangen maken. Dit gebeurt op verschillende momenten. Bijvoorbeeld: de overgang van thuis naar de speelzaal (als u uw kind brengt), aan het werk gaan met een groepje kinderen, of iets gaan eten.

In de praktijk blijkt dat kinderen verschillend reageren op zulke veranderingen. Bij het ene kind gaat het goed en bij het andere niet. Als het niet goed gaat is dat vervelend, maar niet per se alarmerend.

Hulp

Waarschijnlijk heeft uw zoon (ook) moeite met die overgangen. U en de leidsters kunnen hem daar als volgt mee helpen:

  • door te zorgen voor een warme en veilige sfeer om keuzes te maken;
  • door de gevoelens van uw kind te accepteren;
  • door uw kind z'n verhaal te laten vertellen. Als hij over zijn ervaringen en gevoelens kan praten, dan lucht dat op.