12 maart 2004 door Nanny Gortzak
Mijn dochtertje is bijna 16 weken en krijgt nog volledige borstvoeding. Omdat ik volgende week ga werken, oefen ik al geruime tijd met een flesje met afgekolfde melk. Hier wil ze echter maar heel weinig uit drinken (ca. 90 ml per keer).
Bij het CB bleek dat ze maar 80 gram per week aankomt. Daarom moet ik nu flessen van 180 ml per keer gaan geven en pas aanbieden om de 4 uur. Maar die hoeveelheid drinkt ze gewoonweg niet! Die 4 uur kan ze overigens prima wachten, ze huilt nooit om eten, maar kluift op haar handen als het tijd is.
Ik maak mij nu vreselijke zorgen of ze wel voldoende melk zal drinken en zal aankomen als ik met werken start. Is het advies van het CB goed?
Even samenvatten: het probleem is dat uw dochter moet wennen aan de fles en dat zij er niet zo veel van drinkt. In de afgelopen weken – sinds u de fles geïntroduceerd heeft – is ze wekelijks maar 80 gram aangekomen. Daarom adviseert het CB om elke 4 uur een grote fles aan te bieden, en u vraagt wat wij daarvan vinden.
Mijn antwoord is dat je in plaats van een beperkt aantal keren een grote fles ook vaker een klein flesje kunt geven, als dat beter bevalt.
Uw dochter is kennelijk een kleine drinker als zij uit de fles drinkt. Om te zorgen dat ze toch voldoende binnenkrijgt, zou het een oplossing kunnen zijn om vaker kleine beetjes te voeden.
Waarschijnlijk heeft ze die voorkeur voor kleine beetjes ook aan de borst. Daar is niets op tegen. Door gevolg te geven aan haar wens om niet te veel in één keer te hoeven drinken, leert ze beter afgaan op haar eigen hongergevoelens.
Het belangrijkste is dat uw dochter voldoende voeding binnenkrijgt. Het is echter de vraag of dat met grote flessen moet gebeuren. Elke 4 uur een grote hoeveelheid voeding aanbieden is iets wat ook voor veel borstgevoede baby's niet werkt.
Het is overigens heel goed mogelijk dat uw dochter na verloop van tijd wel grotere flessen gaat drinken en langere tussenpozen tussen twee voedingen laat. Maar aanvankelijk zal ze waarschijnlijk meer een borstvoedingsschema laten zien.
Ook als u met haar aan het oefenen bent, kan het geen kwaad om een wat kleinere (of minder gevulde) fles te gebruiken. Zolang u ervoor zorgt dat ze op de overige momenten op de dag zo vaak en zo veel bij u kan drinken als zij wil (en nodig heeft).
Eventueel kunt u proberen of uw dochter met een andere fles of een andere speen meer gaat drinken. Ook kan het soms uitmaken als iemand anders de fles aanbiedt.
Op dit moment kan het zijn dat uw dochter weet dat u in de buurt bent en liever aan de borst drinkt dan uit de fles. Dat is ook niet zo erg: u weet in ieder geval dat zij uit de fles kan drinken (wat velen u niet na kunnen zeggen).
Wanneer u weer gaat werken, zal zij weer een eigen dagritme ontwikkelen met de aangeboden flesjes afgekolfde moedermelk. Het kan dan best zijn dat ze dan een ander drinkpatroon laat zien dan nu. Door haar zo kort mogelijk voor u gaat werken te voeden, en zo snel mogelijk na u weer bij haar bent, zorgt u ervoor dat de tijd die zij moet overbruggen met de kleine beetjes die zij uit de fles drinkt, zo kort mogelijk is.
Hieronder geef ik een voorbeeld van voeden aan de borst terwijl u werkt.
Vlak voor u vertrekt (van huis, oppas of kinderdagverblijf) voedt u nog even kort. Daarna gaat u werken, waarbij u bij voorkeur net zo vaak kolft als uw dochter drinkt. Aan het einde van de dag gaat u naar uw dochter en voedt u haar meteen.
Als afstand en werkschema geen bezwaar vormen, kunt u de kolftijd (of een deel daarvan) gebruiken om uw baby te voeden. De reistijd van de moeder valt hier niet onder.
