25 februari 2005 door Nanny Gortzak
Mijn dochtertje is 6 weken oud en ik geef haar borstvoeding. Wat me opvalt, is dat ze na haar nachtvoeding van rond de klok van 3 uur erg onrustig is. Ze moet dan erg veel persen en kreunen en ook erg veel windjes laten. Overdag heeft ze hier veel minder last van. Hoe komt het dat dit vooral 's nachts komt opzetten?
De ene keer drinkt ze veel en dan weer wat minder, maar dat maakt voor het kreunen en persen en windjes laten niet zoveel uit. Kan ik hier iets aan doen?
Het is helaas heel moeilijk om aan de hand van deze gegevens na te gaan wat de precieze oorzaak is van de onrust, het persen, het kreunen en de windjes. De hoeveelheid drinken maakt in ieder geval niet uit, zoals u zelf constateerde. Maar wat is het dan wel? Ik zal een aantal mogelijkheden voor u op een rijtje zetten.
Om te beginnen zou u zélf stelselmatig kunnen nagaan wat er in de nacht anders is met voeden dan overdag. Het kan bijvoorbeeld zijn dat u 's nachts een andere houding heeft bij het voeden, waardoor uw dochter anders drinkt dan overdag en daardoor meer lucht inslikt.
Ook zou het kunnen zijn dat u 's nachts misschien minder tijd of aandacht aan het boeren schenkt dan overdag, waardoor de ingeslikte lucht voor onrust kan zorgen.
Daarnaast bestaat er nog de mogelijkheid dat u in de nacht meer melk produceert dan overdag, en dat die melk er makkelijker uitstroomt dan overdag. 's Nachts heeft uw dochter dan meer moeite om de melkstroom aan te kunnen. (Misschien is zij zelf ook minder wakker dan overdag, wat de situatie nog kan verergeren, evenals de eerder genoemde mogelijkheid van een andere voedingshouding).
En denk ook eens aan het verschijnsel – wat u zelf kent als volwassene – dat je je 's nachts in bed veel meer bewust bent van pijnen en andere klachten (waarschijnlijk vanwege het ontbreken van afleiding, die overdag wel is). Bij een baby kan dat ook meespelen in dit probleem.
Een andere mogelijkheid zou kunnen zijn dat uw dochter op iets reageert dat u eerder op de avond, of met het avondeten, heeft gegeten of gedronken. Denk daarbij bijvoorbeeld aan koffie, (kruiden-)thee, koek, snoep, medicijnen, vitamines en mineralen.
Als u het moeilijk vindt om dit precies na te gaan, dan kunt u simpele test doen, door in het weekend uw eetschema om te gooien. Dus uitgebreid eten in de middag, en 's avonds doen alsof u luncht. Als u verschil merkt, dan kan het dus iets in uw avondeten zijn. Is er geen verschil, dan kunt u verandering gaan aanbrengen in de dingen die u eet en drinkt na het eten.
Het moeilijke van dit probleem is dat er misschien meerdere oorzaken tegelijk zijn. In plaats van alle mogelijke oorzaken na te gaan en daar veranderingen in aan te brengen, kunt u daarom ook overwegen om de analytische methode (zoeken naar de oorzaak en daar wat aan doen) los te laten, en te kiezen voor een meer pragmatische oplossing. Symptoombestrijding, zeg maar.
U kunt daartoe proberen of u een manier kunt vinden om het uw dochter en uzelf wat prettiger te maken op dit nachtelijke uur. Bijvoorbeeld door een warme kruik bij de hand te houden of even wat met haar benen te fietsen, zodat uw dochter snel van de windjes af is.
En een geruststelling tot slot: uiteindelijk zal het probleem zich natuurlijk vanzelf oplossen. Windjes en krampjes horen nu eenmaal bij de beginperiode van het leven, als de darmen nog niet helemaal zijn uitgerijpt. De klachten verdwijnen meestal rond de 3 maanden.
