Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
29 juni 2007 door Christine Clement
Mijn dochter is 22 maanden. Ze gebruikt inmiddels ongeveer veertig woordjes, waarmee ze iets achter schijnt te lopen, maar daarover maak ik me geen zorgen.
Wél maak ik me zorgen over het feit dat ze slecht articuleert. Het woord 'deur' spreekt ze uit als DE-EUR, 'poes' wordt POESCH, en 'bal' wordt BALLLL. Het is alsof maar weinig woorden mooi strak uitgesproken worden. Terwijl ik leeftijdsgenootjes van de crèche, die soms zelfs nog een kleinere woordenschat hebben, wel netjes hoor praten.
Is dit gebruikelijk? Ze loopt namelijk erg achter in de ontwikkeling van haar grove motoriek (de fijne loopt voor). Ik vraag me af of dat ermee te maken kan hebben.
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: u hoeft zich geen zorgen te maken over de articulatie van uw dochter. Op deze leeftijd (ze is nog geen 2!) is de spraakmotoriek van de meeste kinderen nog onvoldoende ontwikkeld om alle klanken netjes uit te spreken.
Waarom de andere kinderen op de crèche het beter lijken te doen dan uw dochter, is moeilijk te zeggen. Misschien zijn de kinderen die u in gedachten heeft, tóch iets ouder. Of misschien zitten er in de weinige woorden die ze gebruiken, toevallig wat minder moeilijke klanken. En verder is het gewoon een kwestie van natuurlijke variatie. Er zullen bijvoorbeeld ook kinderen op de crèche zijn die juist weer wat minder goed praten dan uw dochter, of die zelfs helemaal nog niet praten.
De voorbeelden die u gaf, passen goed bij de leeftijd. Er is ook iets bijzonders mee aan de hand, namelijk dat het allemaal woorden zijn die moeilijke klanken bevatten. Het is dus niet vreemd dat ze de EU (van deur) uitspreekt als E-EU, de L (van bal) als LLL, en de S (van poes) als SJ.
Neem bijvoorbeeld de S. Om die klank goed uit te spreken, is het belangrijk dat de tongpunt het gehemelte (achter de tanden) nét niet helemaal raakt. Daardoor ontstaat er een spleetje tussen de tong en het gehemelte, wat het sissende geluid veroorzaakt.
Voor een peuter – en voor een dreumes al helemaal – is het behoorlijk lastig om de tongpunt op de goede plek te plaatsen én om de afstand tussen de tong en gehemelte precies goed te krijgen. Als de tongpunt ook maar iets te ver naar achter staat (in dit geval onder invloed van de OE die eraan vooraf gaat), of als de ruimte tussen de tong en het gehemelte nét iets te groot is, wordt de S vanzelf iets wat klinkt als SJ.
Kortom: leren praten is echt moeilijk. Het is dus niet verwonderlijk dat je daar een aantal jaren over doet, te meer omdat het niet alleen gaat om de klanken op zich, maar ook om het combineren ervan. Sommige clusters zijn zó lastig (vooral als er een S in zit) dat het wel tot een jaar of 7 à 8 kan duren voor een kind alle combinaties beheerst. Zie bijvoorbeeld het artikel van mijn collega Mieke Beers:
Waarom is de SN-klank zo moeilijk?
Wat een en ander met de (grove) motoriek te maken heeft, beschreef ik eerder in mijn artikel
Wat is het verband tussen spraak en grove motoriek?
Al met al heeft uw 2-jarige dochter nog ruim de tijd om goed te leren praten, waarbij ze niet alleen goed zal leren articuleren, maar óók haar woordenschat enorm zal uitbreiden, én zal leren hoe je al die woorden op de juiste manier moet rangschikken tot goede zinnen, én hoe je met die zinnen een logisch verhaal kunt vertellen met een kop en een staart. Het blijft een absoluut wonder, die taalverwerving.
is spraak-taalwetenschapper en logopedist, gespecialiseerd in de spraak-taalontwikkeling van jonge kinderen.