30 augustus 2002 door Mieke Beers

Mijn baby van 4 maanden lijkt al "hallo" te zeggen. Kan dat?

Mijn zoontje is nu 4 maanden en altijd al erg geïnteresseerd geweest in wat ik zeg of zing. Praten en zingen is de manier om hem stil te krijgen.

Nu praat ik terwijl ik eten kook veel tegen hem, omdat hij dan nog wakker is, maar wel moe en dus huilerig. Gisteren leek het net of hij "hallo" terug zei. Ik 'oefen' dit regelmatig met hem, en spel dan drie woorddelen (ha-ll-oo). Ik weet het echt bijna zeker, want hij moet ook erg lachen, nadat hij het 'gezegd' heeft, en vanmorgen hoorde mijn man het ook.

Mijn zoontje zegt eerst "haa-oo" en steekt dan zijn tong uit als een soort l-klank.

Verder 'roept' hij me ook – als hij wakker is – door een bepaald geluid, en maakt hij een ander geluid als hij zin heeft om te 'communiceren'. Ook gaat hij gillen (in plaats van te huilen) als hij iets anders wil. Bijvoorbeeld zitten in plaats van liggen. Of drinken in plaats van eten (of omgedraaid willen worden).

Kan dit, of is dit allemaal verbeelding? Wat betreft "hallo" maak ik me geen illusies en besef ik dat hij gewoon imiteert, maar dan nog.

Antwoord

Mijn antwoord op deze vraag zal alleen betrekking hebben op de geluidjes die uw zoon maakt. De volgorde van drinken, eten, zitten, liggen en omdraaien heeft namelijk betrekking op een ander vakgebied dan dat van de taalkunde.

Het allereerste begin

De geluiden die uw zoontje maakt, vormen een belangrijk onderdeel van de taalverwerving. In het eerste jaar ontwikkelt het kind namelijk al belangrijke voorwaarden voor de uiteindelijk taal die het zal leren.

Het horen van bepaalde verschillen tussen spraakklanken is al vanaf de geboorte mogelijk, en misschien zelfs wel daarvoor. Dit vermogen is zelfs niet specifiek voor mensen, maar is ook gevonden bij apensoorten, zoals chinchilla's.

De tweede helft van het eerste jaar

In de tweede helft van het eerste jaar beginnen kinderen ook spraakklanken te herkennen als behorend bij de moedertaal. Uit studies bij 9 maanden oude kinderen is gebleken dat zij anders reageren op klanken van de moedertaal dan op klanken van een andere taal.

In dit soort onderzoek worden de reacties bepaald door het meten van de hartslag, of de snelheid waarmee het kind op een speen zuigt. Bij het horen van klanken uit de moedertaal verhoogt de snelheid van de hartslag of het zuigen op de speen.

Wanneer het kind vervolgens spraakklanken uit andere talen hoort, neemt de snelheid van de hartslag of het zuigen langzamerhand weer af tot het normale niveau. Zodra een moedertaalklank wordt aangeboden, neemt de snelheid dan weer toe.

Communiceren bij 4 maanden

Het klopt dus dat uw kind, hoewel het nog maar 4 maanden is, met u 'communiceert'. Het kind heeft daarbij echter een ander doel dan u.

Uw kind heeft uw taalaanbod nodig om te bepalen welke klanken tot de taal behoren die zijn moedertaal gaat worden. Tegelijkertijd oefent hij zijn eigen spreken door de verschillende geluidjes die hij maakt. U reageert daar dan weer op door zijn geluiden te herhalen en meer spraakgeluiden aan te bieden.

Allemaal optimaal dus voor zijn zoektocht naar de herkenning van spraakklanken van de woordjes in de taal die hij straks zal gaan leren.