Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
10 november 2006 door Annelou de Vries
Wij zijn een lesbisch koppel; ons dochtertje Michèle is verwekt door middel van anoniem donorsperma. Michèle is nu 2 jaar en 5 maanden, dus volop haar grenzen aan het verkennen. Het is een levendige en opgewekte meid. We hebben echter wel een vraag omtrent de aanpak van het feit dat ze twee moeders heeft.
Ze is zich nu sterk aan het verdiepen in het benoemen van alle personen en familiebanden in haar wereldje: mama, moeke, opa, oma.... Enkel de omschrijving van 'papa' kan ze niet zo goed een plaatsje geven. In het rollenspel met beertjes en poppen gebruikt ze mama en papa en mama en moeke door elkaar.
Als we haar vragen: "Heeft Michèleke een papa?" dan zegt ze heel luchtig "Nee". Waarop we vragen: "Wat heeft Michèleke dan wel?" Dan zegt ze: "Mama en moeke". En als we vragen of dit leuk is, roept ze opgewekt "Ja!"
We hebben de indruk dat ze de gezinsindeling wel begrijpt, maar toch blijft zoeken naar een papa. Dit zoeken is al lang bezig; sinds ze "mama" begon te zeggen, zei ze ook veel "papa".
Onlangs was er een driftbui, omdat ze haar zin niet kreeg, en toen begon ze al huilend "papaatje" te zeggen. We hebben hier niet op gereageerd, omdat we dachten dat het meer een manier was om aandacht te krijgen.
Onze vraag: zijn we wel goed bezig, of moeten we deze situatie volledig anders aanpakken? We hebben een boek gemaakt waarin alles op een kinderlijke manier omschreven is: hoe ze verwekt is geweest tot en met de geboorte. Moeten we die uitleg nu reeds starten, of is dit nog te vroeg? We willen dit zo goed mogelijk aanpakken, zodat ze zelfzeker en gelukkig door het leven kan gaan, en sterk kan staan tegen mogelijke pesterijen. Kunnen jullie ons een beetje advies geven om dit vraagstukje van ons dochtertje helder te maken?
Ik denk dat het negeren van de vraag naar een papa van uw dochter van 2½, die opgroeit met twee moeders, een goede reactie kan zijn, zeker als ze boos is. U kunt er op een ander moment wel op terugkomen, en er dan met haar over praten. Hoe u dat het beste kunt doen, is afhankelijk van haar leeftijd. Hieronder zal ik daar wat meer over vertellen.
Het is goed om te bedenken dat er meerdere momenten in het leven van uw dochtertje zullen zijn waarop u uitleg zult geven over uw gezinssituatie. Het is mooi dat u een voor kinderen begrijpelijk boek heeft gemaakt, maar nog mooier is het om de informatie die u geeft, steeds aan te passen aan haar leeftijd, aan haar ontwikkelingsfase en aan datgene wat ze wil weten.
Door op een voor haar begrijpelijke manier in te spelen op datgene waar ze zelf mee komt, wordt het een onderwerp dat regelmatig aan de orde komt, zonder dat er onduidelijkheden over ontstaan. In de peutertijd, de schooltijd en de puberteit zal dat steeds op heel verschillende manieren gaan, en zullen er steeds andere dingen aan de orde komen. Wat dat betreft is er geen verschil met alle andere dingen die u haar uit wilt leggen.
U vertelde dat uw dochter al veel langer zoekt naar een papa, namelijk al vanaf het moment dat ze ging praten. Ik denk niet dat ze toen al naar een papa zocht (omdat ze het bestaan van zo'n concept nog helemaal kende), maar dat ze woorden door elkaar gebruikte. Ze gebruikte eerder waarschijnlijk het woord 'papa' zoals zij toen dacht dat het gebruikt moest worden.
Inmiddels bent u al weer wat verder, maar uw dochter is nog steeds heel jong. Wat u nu vertelt, moet u dus aanpassen aan datgene wat een 2½-jarige begrijpt over gezinnen, en dat is nog heel basaal. Het begrip 'geslacht' speelt daar nog niet zo'n grote rol in. Peuters van 2 begrijpen goed dat er een mama en een papa zijn die voor hen zorgen. Maar dat het daarbij om vrouwen en mannen gaat, dat ontgaat ze vaak!
Alleen als je het heel direct vraagt, kunnen ze op deze leeftijd wel een onderscheid maken tussen de geslachten en uitleggen dat meisje bijvoorbeeld rokjes kunnen dragen en jongens niet, of dat jongens een piemel hebben en meisje niet. Maar in hun taalgebruik worden de woorden 'hij' en 'zij' nog vaak door elkaar gebruikt.
Wat u op dit moment doet met uw dochter, namelijk haar vertellen dat ze een mama en een moeke heeft, in plaats van een mama en een papa, is op deze leeftijd eigenlijk voldoende. Haar vraag om een papa in een boze bui lijkt eerder het aansnijden van een onderwerp waarvan ze voelt dat dit gevoelig ligt, dan een werkelijke vraag naar haar vader. Uw reactie daarop zou 'negeren' kunnen zijn, maar u kunt ook heel kort uitleggen dat er geen papaatje voor haar is. Op een ander moment, als ze niet boos is, zou u erop terug kunnen komen. U kunt haar dan vertellen dat ze geen papa en mama heeft, maar een moeke en mama. Ik denk dat deze uitleg voldoende is voor haar leeftijd.
In een volgende fase, als ze wat groter wordt, zal ze wel willen weten waar haar papa is, omdat ze dan begrijpt dat iedereen er een heeft. (Ik sluit overigens niet uit dat ze dit misschien nu al een beetje kan begrijpen.) Dan is het goed om daar eerlijk en duidelijk over te zijn.
U kunt haar vertellen dat haar papa er wel ergens is, maar dat hij niet bij haar woont, en niet voor haar zorgt, omdat er twee moeders zijn. Sommige mensen willen het trouwens niet eens over een papa hebben, maar alleen over een donor. 'Papa' is echter wel een begrip dat voor kinderen het duidelijkst is. Als ze iets gaat begrijpen van voortplanting, dan kunt u het hebben over de biologische papa, die geen zorgpapa is.
Als kinderen naar school gaan, leren ze heel duidelijk een onderscheid te maken tussen mannen en vrouwen en koppelen ze daar ook – veelal stereotiepe – rolpatronen aan vast. Een meisje kan dan bijvoorbeeld niet meer de papa spelen in het fantasiespel, en ook gaan kinderen steeds meer om met leeftijdgenootjes van hun eigen geslacht. Dat hoort bij het leren over de geslachten.
In de fase die daarop volgt, kunnen kinderen weer wat flexibeler worden in hun ideeën over jongens en meisjes.
Het leuke van uw situatie is dat uw dochter al heel vroeg ziet dat er andere gezinsvormen bestaan dan de traditionele. Mogelijk helpt haar dat om zelf ook wat vrijer te denken en te doen over stereotiep rolgedrag. U moet echter niet raar opkijken als ze enerzijds uw gezinssituatie volledig accepteert, terwijl ze anderzijds van zichzelf verwacht dat ze straks 'een echte mama met een papa' gaat worden. Dat kan gewoon naast elkaar bestaan.
Het belangrijkste voor kinderen is echter dat ze zorg en liefde ontvangen, in welke gezinssamenstelling dan ook.
Er kan een moment komen dat uw dochter nieuwsgierig wordt naar de donor. In uw geval, met een anonieme donor, kan die nieuwsgierigheid niet bevredigd worden. Omdat sommige kinderen daar moeite mee hebben, is het in Nederland wettelijk niet meer mogelijk om helemaal anoniem donor te zijn, en kunnen kinderen op hun 18e eventueel contact zoeken.
Hoe het bij u in België geregeld is, weet ik helaas niet. Maar los daarvan: belangrijk om te weten is dat er inderdaad jongeren zijn die graag meer willen weten over hun afkomst, maar dat er óók veel jongeren zijn die daar totaal niet in geïnteresseerd zijn. Die laatste categorie ziet alleen de ouders die hen opgevoed en verzorgd hebben als hun ouders. En dat is natuurlijk ook de realiteit, die u aan uw dochter duidelijk zal willen maken.
Succes ermee!
Annelou de Vries is kinder- en jeugdpsychiater, en als zodanig werkzaam bij het VU Medisch Centrum te Amsterdam. Daarnaast werkt zij mee aan de opleiding voor kinder- en jeugdpsychiaters.