Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
25 februari 2011 door Nadia Eversteijn
Ons zoontje Jonas wordt volgende week 2. Mijn Canadese man en ik zijn de laatste maanden met hem op reis door Canada, Amerika en nu Costa Rica. Mijn man praat Engels met hem, ik Nederlands.
Jonas praat nauwelijks. Sinds enkele maanden zegt hij "boe" en "miauw", en twee of drie andere woorden, maar daar blijft het bij. Soms zegt hij een woord bij een boekje, maar een volgende keer lijkt hij het weer vergeten te zijn. Als we hem iets proberen aan te leren (zoals "please" of "thank you") klapt hij dicht en wil hij niks meer zeggen. Hij verstaat wel wat we tegen hem zeggen.
Ik kan hem hier moeilijk vergelijken met andere kinderen, maar ik heb soms het idee dat hij erg achterloopt. Misschien is dat niet erg, maar heeft u een suggestie hoe ik het praten leuker of uitdagender voor hem kan maken? Of moet ik hem maar gewoon met rust laten?
De taalontwikkeling van uw zoontje loopt inderdaad wat achter op 'het gemiddelde'. (Ik gebruikte hier aanhalingstekens, omdat het gemiddelde niet echt bestaat. Alleen op papier, als uitkomst van een rekensom.) Voor meer informatie over de enorme spreiding die er is in de snelheid waarmee kinderen leren praten, zie ons artikel: Laat met praten?
Met zijn tweetalige opvoeding heeft zijn trage taalontwikkeling in ieder geval niets te maken. Je hebt ook eentalige kinderen die laat zijn met praten.
Voor nu zou ik hem inderdaad even met rust laten. Dat wil zeggen: hem niet pushen om dingen na te zeggen. Wel moeten jullie natuurlijk zoveel mogelijk tegen hem blijven praten, al kan het wat frustrerend zijn als hij niets terugzegt.
Volgens de minimum-spreeknormen uit het bovengenoemde artikel zou uw zoontje op dit moment tweewoord-zinnetjes moeten maken. Zoals "Kinne vallen" (het kindje valt) of "Neer boos" (de meneer is boos).
U vertelde echter dat hij op dit moment ongeveer vijf (losse) woorden spreekt. Twee daarvan lijken Nederlands, maar hoe klinken de andere drie? Engels misschien?
In ieder geval kan ik op basis van de beperkte informatie die u gaf niet beoordelen of er werkelijk iets aan de hand is (zoals een aangeboren taal- of spraakprobleem). Als u zich na afloop van de reis nog langere tijd zorgen blijft maken, kunt u het beste eens een logopedist bezoeken.
Het is echter ook denkbaar dat uw zoontje straks – bij thuiskomst, als het wat rustiger voor hem is geworden – een grote inhaalslag gaat maken.
Hij verstaat wel wat u als ouders – in het Engels en Nederlands – tegen hem zegt. Dat is gebruikelijk. Kinderen begrijpen altijd meer woorden (passieve woordenschat ) dan ze zelf kunnen gebruiken (actieve woordenschat). Het zou kunnen dat uw zoontje al die passieve woordkennis voorlopig opslaat, en dat hij straks, als hij eenmaal meer gaat praten, een explosieve groei in zijn actieve woordenschat laat zien.
Het is namelijk niet ondenkbaar dat uw zoontje op dit moment nogal overdonderd is door alle indrukken van het reizen. Steeds ergens anders slapen, en andere mensen zien, is natuurlijk leuk maar ook vermoeiend voor een dreumes. Zeker als het een prikkelgevoelig kind is, is het heel goed mogelijk dat hij op dit moment gewoon weinig energie overhoudt om grote cognitieve stappen vooruit te maken.
Wat misschien zou kunnen helpen om alle indrukken van de dag te verwerken, is 's avonds voor het slapen gaan (en liefst ook voor het middagdutje) in alle rust een boekje voorlezen waarin dezelfde dingen voorkomen die hij die dag ook al live gezien heeft.
De term 'voorlezen' moet u op dit moment nog niet al te serieus nemen. Het gaat vooral om plaatjes benoemen; woordjes zeggen dus. Het is dus ook geen enkel probleem als het boekje eigenlijk niet in het Engels of Nederlands geschreven is, als de plaatjes maar duidelijk en aansprekend zijn. De tweede stap is dat u uw zoontje het juiste plaatje laat aanwijzen: "Waar is de aap?"
Boekjes bemachtigen tijdens uw reis is vast niet eenvoudig, maar het zou bijvoorbeeld prachtig zijn om de boekjes van Diego (het neefje van Dora) te gebruiken, omdat die bol staan van Zuid-Amerikaanse dieren. Zoals de roodoogboomkikker waar Costa Rica zo bekend om staat ;-)
Uw eigen (afgedrukte of geprinte) foto's bekijken kan natuurlijk ook! Op die manier kan uw zoontje de dingen die hij overdag gezien heeft – en die u toen natuurlijk ook voor hem benoemd heeft – nog eens rustig laten bezinken. Mét de bijbehorende naam. Het is genoeg als u tijdens het lezen van het boekje, of het bekijken van de foto's, het nieuwe woord twee of drie keer noemt.
Het is overigens niet ongebruikelijk dat een kind eerst een nieuw woordje zegt (of nazegt), en het vervolgens weer enige tijd vergeten lijkt te zijn. Meestal duikt het nieuwe woordje dan wel na een paar weken weer opnieuw op, en blijft dan voorgoed.
Het is natuurlijk niet zo leuk om constant te blijven praten tegen een kind dat niet zoveel terugzegt, maar zorgt u er toch vooral voor dat u en uw man zo veel mogelijk tegen hem blijven spreken, en nieuwe woordjes bij nieuwe dingen een paar maal herhalen. Laat het maar even zo, als uw zoontje duidelijk geen zin heeft om iets na te zeggen.
Tot slot: geniet vooral van uw reis, en bekijk als u straks weer op één plaats gesetteld bent, na een aantal weken of er vooruitgang in uw zoontjes spreken zit. Mocht dat niet zo zijn, dan is uw zoontje nog jong genoeg om eventueel samen naar een logopedist te stappen.
Goede reis en veel succes gewenst!
is socio-linguïst en gespecialiseerd in meertaligheid in het algemeen en de combinatie Turks-Nederlands in het bijzonder, werkzaam als onderzoeker bij de Universiteit van Tilburg.