28 september 2007 door Nanny Gortzak
Ik maak mij zorgen over mijn gewicht. De baby is 8 maanden oud en krijgt nog borstvoeding. Ik weeg nu minder dan voor mijn zwangerschap. Moet ik stoppen? Of mijn voeding aanpassen? Komt het door de borstvoeding dat ik zo veel ben afgevallen?
Op zich is het normaal dat je na de geboorte van je kind afvalt. En meestal vallen borstvoedende moeders ook sneller af dan moeders die kunstvoeding geven. Maar het moet natuurlijk niet zo ver gaan dat je gewicht lager eindigt dan het gezicht waarmee je begon.
Hieronder zal ik vertellen wat er gebeurt met het gewicht voor en na de zwangerschap. Daarna zal ik aangeven wat er aan de hand kan zijn als het gewicht onder het originele gewicht zakt, en wat daaraan gedaan kan worden.
Tijdens de zwangerschap gaat het gewicht van de aanstaande moeder omhoog. Niet alleen door meer bloed, spieren, een groeiende baarmoeder (met meer inhoud) en meer klierweefsel in de borst. Maar ook door een grotere vet-voorraad in het lichaam.
Bij een normale gewichtstoename zal ongeveer 2 tot 3 kilo extra vet aangelegd worden, waaruit het lichaam kan putten tijdens de borstvoeding.
Als de melkproductie in volle gang is, zal er per dag zo'n 500 kcal extra nodig zijn voor de borstvoeding, naast het normale energieverbruik. Een deel van die energie komt via het eten, een ander deel kan komen uit de extra voorraad vet die aangelegd is tijdens de zwangerschap.
Na enige tijd zal die voorraad opgebruikt zijn.
Als een borstvoedende moeder voldoende eet, zal haar gewicht stabiel blijven.
Maar soms blijft zo'n moeder maar afvallen. Dan moet eerst gekeken worden naar de hoeveelheid voedsel die zij inneemt, en de kwaliteit daarvan. Een gevarieerd menu met voldoende eiwitten en gezonde vetten, voldoende fruit en groenten zal in de regel problemen met gewichtsverlies kunnen voorkomen.
Er moet echter niet alleen gekeken worden naar de borstvoeding, maar ook naar het bewegingspatroon van de moeder en haar bouw.
Heel soms blijft een borstvoedende moeder toch afvallen, ook al eet ze voldoende. In zo'n geval moet je eerst kijken wat er gebeurt als het menu wordt aangepast. Dat kun je doen in overleg met een diëtist(e).
Als een verandering van het menu geen verbetering oplevert, dan kan het nodig zijn om een bloedtest te laten doen, om medische problemen uit te sluiten. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van een schildklierprobleem.
Schildklierproblemen zie je vaak na een zwangerschap. De problemen kunnen van tijdelijke aard zijn (en vanzelf overgaan), maar soms moet er – medisch – worden ingegrepen (met medicijnen).
Mocht zo'n situatie zich voordoen, dan is het goed om te weten dat de borstvoeding op zich niet de boosdoener is. Van borstvoeden krijg je geen schildklierproblemen. Maar het kan wel een trigger zijn om je te realiseren dat er iets niet klopt.
Mocht nader onderzoek uitwijzen dat er inderdaad sprake is van een schildklierprobleem dat behandeld moet worden, dan moet u melden dat u borstvoeding geeft, zodat de medicatie daarop aangepast kan worden.
