Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
14 juni 2001 door Paula Fikkert
Mijn zoon is nu 22 maanden oud en druk doende zich onze taal eigen te maken. Nu vraag ik mij af of er een relatie is tussen het aanleren van de taal (snelheid, volgorde, of manier waarop de taal gebruikt wordt op een bepaalde leeftijd) en de intelligentie van het kind. Is daar eigenlijk onderzoek naar gedaan?
Uw vraag ziet er makkelijk uit, maar is het niet. Dat heeft onder andere te maken met de verschillende soorten intelligentie die onderscheiden worden, zoals verbale intelligentie, non-verbale intelligentie en emotionele intelligentie.
Over de definitie van intelligentie zijn al boeken vol geschreven, maar toch weet men nog steeds niet precies wat het is. Vaak wordt er onderscheid gemaakt tussen verbale en niet-verbale intelligentie. Bij de meeste mensen zijn er geen dramatische verschillen tussen beide soorten. Maar er zijn ook mensen die alleen goed zijn in één van de twee.
Zo zijn er mensen (en dus ook kinderen) die niet-verbale intelligentie-testen – zoals het herkennen van grafische patronen – uitstekend maken, maar op de verbale intelligentie-test heel laag scoren. Bij kinderen loopt de taalontwikkeling dan vaak achter bij de norm. Vaak is niet bekend waarom dit zo is.
Het omgekeerde komt ook voor. Er zijn mensen (dus ook kinderen) die een hoge verbale intelligentie hebben en dus goed zijn in taal, maar een lage niet-verbale intelligentie.
Op grond van deze observaties heeft men de conclusie getrokken dat er geen directe relatie is tussen het leren van taal en 'intelligentie'.
Het onderzoek naar kinderen met een lage niet-verbale, maar wel hoge verbale intelligentie is grotendeels gebaseerd op taaltesten van kinderen met het syndroom van Williams. Deze kinderen hebben een relatief goed taalvermogen, ondanks hun extreem lage algemene intelligentie.
De laatste tijd is er veel nauwkeuriger gekeken naar het spontane taalgebruik van deze kinderen. Daaruit blijkt dat ze weliswaar redelijk goed spreken, maar dat ze dat toch anders doen dan 'normale' kinderen. Dit onderzoek trekt de bovenstaande conclusie weer enigszins in twijfel.
Toch weten we óók dat vrijwel alle kinderen zonder al te veel moeite hun moedertaal leren. Dit geldt zowel voor heel intelligente kinderen als voor kinderen met een laag IQ.
Juist omdat het spreken en verstaan van taal vreselijk complexe processen zijn, maakt dit 'taal' heel speciaal.
De leeftijd waarop kinderen gaan praten lijkt niet van intelligentie af te hangen. Een vroege spreker is niet intelligenter dan een late spreker en andersom.
Van sommige mensen met een hoog IQ is bekend dat ze pas heel laat begonnen te praten. (Denk aan de anekdote van Einstein, waarvan men zegt dat die pas op zijn vierde ging praten. Het eerste wat hij gezegd zou hebben, was: "Die Suppe ist zu heiss". Op de vraag waarom hij niet eerder wat te melden had, antwoordde hij: "Vorher war alles in ordnung".)
Het tijdstip waarop kinderen gaan praten lijkt veel meer afhankelijk te zijn van de aard van het kind. Het is een beetje te vergelijken met volwassenen die een vreemde taal leren. Sommige mensen proberen al een conversatie te beginnen als ze pas een paar woorden geleerd hebben, terwijl anderen zich eerst een beetje zeker van hun zaak willen voelen voordat ze dat aandurven.
Zo is het ook bij kinderen. De ene manier is niet beter dan de andere. Tegen de tijd dat kinderen naar school gaan, zijn die verschillen goeddeels verdwenen.
Tegenwoordig lees je ook veel over emotionele intelligentie. Voor zover ik weet is er niet veel onderzoek gedaan naar taalontwikkeling en emotionele intelligentie; ook omdat dit geen standaard-onderdeel uitmaakt van IQ-testen.
Aangezien goede communicatieve vaardigheden ongetwijfeld een positieve effect hebben op de emotionele intelligentie, lijken mensen met een hoge verbale intelligentie in het voordeel te zijn. Maar ook hier zou het goed kunnen zijn dat ook emotionele intelligentie onafhankelijk is van de andere twee soorten intelligentie.
is werkzaam aan de Radboud Universiteit als hoogleraar eerste taalverwerving en fonologie.