3 december 2010 door Elise de Bree

Is een cijfer voor 'participatie' voordelig of nadelig voor dyslectische kinderen?

Mijn dyslectische zoon kreeg een cijfer (voor Duits) voor 'participatie'. Het participatie-cijfer heeft vooral betrekking op 'inzet' en de mondelinge deelname.

Is zo'n cijfer in het voordeel of juist in het nadeel van dyslectici?

Antwoord

Het cijfer kan zowel in het voordeel als in het nadeel van uw zoon uitpakken, afhankelijk van wat voor soort jongen het is.

Aan de ene kant zijn er zeer gemotiveerde leerlingen, die hun dyslexie-problemen kunnen compenseren met intelligentie en doorzettingsvermogen. Met als resultaat: een hoge participatiescore.

Aan de andere kant zijn er leerlingen met een laag zelfbeeld, mogelijk minder stimulatie van-huis-uit, en minder compensatievermogen. Die halen juist een lage participatiescore.

Voor de eerste groep is het meerekenen van participatie dus voordelig, voor de andere groep is het nadelig. Het hangt er bij uw eigen zoon dus vanaf hoe hij in elkaar steekt, of het hem gaat helpen of niet.

Multifactoriële stoornis

Dit past allemaal in het beeld van dyslexie als een 'multifactoriële stoornis' (oftewel: een aandoening waarbij meerdere factoren een rol spelen), waarbij taal, aandacht, sociaal-economische omstandigheden en educatieve voorwaarden (dus hoe de school ermee omgaat) allemaal op elkaar inwerken.

Met als eindconclusie: als je kunt compenseren, heb je het minder moeilijk dan als je dat niet kunt.