Brr.. Koud! Check onze hacks om je kind lekker warm én gezond te houden

28 april 2006 door Ellen Gerrits

Hoe gaat de allereerste taalverwerving in zijn werk? (12½ mnd)

Mijn dochtertje is 12½ maanden. Ze heeft nooit echt veel gebrabbeld. Ze zegt nu woorden als mauw, boe, en wafwaf, maar niet consequent. De ene keer reageert ze wel, als ik bijvoorbeeld vraag: "Wat doet het hondje?" en de andere keer niet. Soms spreekt ze de woorden dagen niet uit, hoe ik ook mijn best doe. Dan kijkt ze me aan alsof ze me niet begrijpt, of niet meer weet hoe het moet.

Is dit normaal op deze leeftijd? Mijn zoontje had dit niet en sprak meteen heel consequent alle woorden uit.

Antwoord

Uw dochtertje spreekt al een paar woordjes, maar ze reageert nog niet consequent op vragen. Dat is volstrekt normaal. U hoeft zich hierover geen zorgen te maken. De gemiddelde leeftijd waarop een baby begint te praten, is 14 maanden. Uw dochtertje is 12 maanden en zegt al mauw, boe en wafwaf. Ze is dus al wat sneller dan het gemiddelde.

Maar let wel: een gemiddelde is een gemiddelde, dus niet een exact moment. De leeftijd waarop kinderen beginnen met praten, kan nogal variëren, dus die gemiddelde leeftijd van 14 maanden mag niet al te strikt genomen worden. Wanneer een baby de eerste woordjes een paar maanden eerder of later gebruikt, bijvoorbeeld met 12 of 16 maanden, is dat nog steeds normaal.

Weinig brabbelen?

Ook is er een grote variatie in de mate waarin baby's brabbelen. Sommige baby's brabbelen veel, ook als ze al een paar woordjes kennen. Andere kinderen zijn een periode wat stiller en gaan dan de eerste woordjes gebruiken.

Als een baby weinig heeft gebrabbeld, en ook nog nauwelijks praat als het 18 maanden oud is, dan kán dat een signaal zijn voor een taalprobleem, en is het verstandig om een taalonderzoek te laten uitvoeren.

Hoe-, wat- en waar-vragen

In de eerste periode van de taalverwerving is het normaal dat het kind niet consequent reageert op 'hoe'- en 'wat'-vragen. Deze vragen zijn meestal nog te moeilijk. Als uw zoontje consequent antwoord had kunnen geven op vragen als "Wat doet de hond?" op de leeftijd van 12 maanden, dan zou hij een groot talent hebben voor taal, want dat is echt heel uitzonderlijk!

'Waar'-vragen zijn makkelijker, vooral als het kind datgene waar naar gevraagd wordt, kan zien. De baby kan door kijken of wijzen reageren op vragen als "Waar is oma?" of "Waar is je schoen?"

Taalgebruik uitlokken

Door het stellen van vragen probeert u taal uit te lokken bij uw dochter. Maar het kan ook anders. Dat zal ik straks beschrijven.

Bedenk echter wel dat het 'op commando' laten zeggen van een woordje niet eenvoudig is. In de eerste fase van de taalverwerving bepaalt de baby namelijk zélf zijn of haar taal-agenda. Daar heb je als ouder weinig invloed op, hoe graag je ook zou willen dat je kind nog eens 'mama' en 'papa' zegt.

Om de taal van kinderen te stimuleren en uit te lokken is niet veel nodig. Praten tegen het kind is vaak al voldoende. Er zijn echter drie communicatie-principes die heel succesvol zijn bij jonge kinderen. Die principes hebben als doel ervoor te zorgen dat ouders hun manier van communiceren afstemmen op hun kind. Dat biedt het kind de meeste kans om taal te leren.

De vat-principes

Veel ouders passen deze principes intuïtief al toe. Ze worden wel de 'VAT-principes' genoemd:

  • V - volgen;
  • A - aanpassen;
  • T - toevoegen.

De VAT-principes zijn afkomstig uit de Hanen ouder-cursus "Praten doe je met z'n tweeën". Hieronder zal ik iets meer vertellen over die principes

V - volgen

Ouders volgen de belangstelling van hun kind. Ze laten het kind het onderwerp van gesprek bepalen. Wanneer je baby bijvoorbeeld naar een bal kijkt, kun je reageren door iets te vertellen over de bal: "Bal! Dat is de bal. Dat is een mooie bal. Zal ik bal voor je pakken? Kijk, hier is de bal".

Volgen betekent ook dat je tijdens de dagelijks terugkerende gebeurtenissen (routine-handelingen) vertelt wat je doet. Bijvoorbeeld bij het omdoen van een luier, bij het eten, en bij het bed-ritueel. Dat kan dan zo gaan: "Nu pakken we de luier. Waar is de luier? Ja, daar. Goed zo!"

Volgen houdt in dat je goed kijkt naar je kind, wacht, en luistert. Tijdens zo'n volg-gesprekje is het belangrijk om regelmatig te wachten op een reactie. Dat kan een glimlach zijn, oogcontact, een beweging, een brabbel, of een woordje.

A - aanpassen

Belangrijk is dat je aansluit bij het taalniveau van je kind, en dat je taal aanbiedt die niet te moeilijk is. Op iets wat te moeilijk voor hem is, kan hij immers ook moeilijker reageren.

Daarnaast is het belangrijk dat je het onderwerp van gesprek aanpast aan de belangstelling van je kind ('volgen'!). Leg je kind dus niet verplicht een onderwerp op.

Aanpassen heeft niet alleen te maken met de taalvorm, het onderwerp en de omgeving, maar betekent ook dat je ervoor zorgt om op ooghoogte met het kind te zijn. En dat je laat merken geïnteresseerd te zijn in wat je kind zegt en doet.

T - toevoegen

Toevoegen betekent: het toevoegen van meer taal (woorden, expressie, intonatie) maar ook van meerdere ervaringen.

Een voorbeeld van 'toevoegen' noemde ik al eerder: "Bal! Dat is de bal. Dat is een mooie bal. Zal ik bal voor je pakken? Kijk, hier is de bal".

Ook wanneer je kind al praat, kun je taal toevoegen. Wanneer je kind bijvoorbeeld zegt: "Papa auto", kun je reageren met: "Papa gaat autorijden. Wij gaan ook met de auto. We gaan met de auto naar oma".

Toevoegen betekent dat je net iets meer woorden gebruikt dan je kind, en dat je een model geeft van een grammaticale (goed gevormde) zin. Het kind hoeft deze uitingen niet te herhalen.

Taalplezier

Ik wens u veel taalplezier met uw dochter! Ik ga ervan uit dat ze spoedig nog meer woordjes zal kennen en dat ze ook zal gaan reageren uw op vragen.