14 mei 2010 door Joanna Sandberg

Hoe gaan we om met het lastige gedrag van onze pleegzoon? (6 jr)

Mijn man en ik hebben twee pleegkinderen, van 6 en 8 jaar. Zij kennen hun biologische ouders niet en wonen al 5 jaar bij ons.

De jongste stelt mij continu op de proef. Hij heeft twee kanten. Enerzijds heeft hij een sterke eigen wil. Je moet hem 2 tot 3 keer waarschuwen. Wordt steeds slordiger. Is erg nonchalant en laat steeds spullen op school liggen.

Soms is de situatie zo erg dat ik hem een mep geef. Hij is ook vreselijk bemoeizuchtig. Luistert niet. Is koppig en eigenzinnig. En zelfs als je het woord niet tot hem richt, geeft hij antwoord.

De andere zijde van hem is dat hij zo lief kan zijn, en ontzettend behulpzaam. Een echt haantje de voorste.

Zijn stoute dingen lijken erger doordat zijn broer vaak komt klikken. Moet ik nou reageren op het klikken of juist niet? Ik wil wel weten welke stoute dingen er nou weer gebeurd zijn.

Hoe pak ik mijn kleine stoute lieve zoon aan? Want ik word er ziek van. Mijn bloeddruk is hoog. Steeds neem ik me voor om niet zo'n kort lontje te hebben, en niet te slaan maar te praten. Hoe moet ik hem opvoeden?

En is het normaal dat de twee broertjes alsmaar vechten met elkaar? Hoe ga ik daarmee om? Moet ik me ermee bemoeien of ze hun gangetje laten gaan?

Ik hoop dat ik wat tips van jullie kan krijgen, want ik voel me niet goed door deze situatie. Mijn kleine jongen wil ook graag alle liefde van mij. Maar doordat hij zo is als ik beschreef, is het ook moeilijk om dat volledig aan hem te geven.

Antwoord

Wat goed dat u om hulp vraagt, en dan helemaal uit Suriname. Ik zal proberen om u tips te geven waarmee u verder kunt.

U vertelde dat uw jongste pleegzoon alle liefde van u wil, ondanks het feit dat hij u op de proef stelt. Gelukkig voelt u dat. En gelukkig realiseert u zich ook dat hij (soms) ook heel lief kan zijn. Dat is belangrijk, want als u helemaal niets leuks aan hem zou zien, zou het allemaal nog veel moeilijker zijn.

Eerste jaar

U vertelde dat uw jongste zoon u constant op de proef stelt. Ik vind dat een treffende omschrijving van zijn gedrag, want hij daagt u inderdaad aldoor uit. Waarom zou hij dat doen? Hij heeft het toch fijn bij u en uw man, en hij is al bij jullie vanaf zijn eerste jaar. Maar daar zit 'm juist de crux, denk ik. Namelijk dat hij het eerste jaar niet bij jullie was.

Weet u hoe de eerste jaren van uw pleegkinderen zijn verlopen? Ik denk dat het niet prettig was, anders waren ze wel bij hun biologische moeder gebleven. Dus waarschijnlijk is dat eerste jaar niet goed verlopen voor uw zoontje, qua liefde, aandacht, verzorging en dus – uiteindelijk – zijn hechting.

Maar hoe kan het dan dat zijn broer zich niet zo moeilijk gedraagt? Die was 2 jaar toen hij bij jullie kwam, en zal toch ongeveer hetzelfde hebben meegemaakt. Misschien kreeg hij als oudste meer aandacht, en misschien heeft hij een ander karakter en een ander temperament, waardoor hij mogelijk minder last had van de situatie.

Houd er in ieder geval wel rekening mee dat ook uw oudste lastig gedrag kan gaan vertonen (als hij wat ouder wordt). Ik zei: kan, want het hoeft natuurlijk niet per se te gebeuren.

Slaan

Het ziet ernaar uit dat uw jongste zoon u (onbewust) aan het testen is, om erachter te komen of u wel echt van hem houdt, en of u hem niet 'wegdoet', zoals hem al eerder overkomen is.

Helaas kunt u zich niet beheersen, en slaat u hem. Dat moet u écht niet doen, daar moet u meteen mee stoppen. Slaan doet pijn, en omdat het meestal niet echt helpt, ben je geneigd steeds harder te slaan. Wat nog meer pijn doet (en angst kweekt in plaats van vertrouwen, etc.). Maar er is nog iets.

Hij doet u psychisch pijn, en u reageert daarop door hem fysiek pijn te doen. Daarmee geeft u hem de – zeer negatieve – boodschap dat u hem niet begrijpt. Met elke klap maakt u de relatie met uw zoon dus negatiever en agressiever.

Ook leert u hem dat slaan mág. Dus: dat agressie een middel is om je zin te krijgen. Daardoor zal hij zich steeds slechter gaan gedragen, in plaats van beter. Ook ten opzichte van andere mensen.

Vanaf nu wordt alles anders

Ik raad u aan om samen met uw man met jullie pleegkinderen te gaan praten, en te zeggen dat jullie het anders gaan doen, omdat het vaak niet gezellig is thuis. Zeg dat jullie willen dat iedereen het thuis fijn heeft, dat iedereen voor elkaar zorgt, elkaar helpt en dat er plezier is met elkaar.

Zeg ook dat u zult stoppen met slaan, dat u dat helemaal nooit wilde, en dat u het nu echt niet meer gaat doen.

Hieronder volgen een aantal zaken die u ook moet bespreken, met name de punten 2, 4, 5 en 6. De overige actiepunten zijn meer bedoeld voor uzelf.

Actiepunten

1. Leer uzelf te beheersen. Als u voelt dat u heel boos wordt en wilt slaan, tel dan eerst tot 10 (bij wijze van spreken), of loop even weg uit de situatie om op adem te komen. Of: stuur uw zoontje weg naar de gang (of naar zijn kamer) om zo even uit elkaars buurt te zijn. Zie ook punt 3.

2. Het klikken moet meteen stoppen. Door het klikken te accepteren, maakt u een soort nare hulp-ouder van uw oudste zoon, en zet u hem op tegen uw jongste (wat niet goed voor ze is). Uw oudste wordt als het ware het 'lievelingetje' (alsof hij nooit stout is, of mag zijn) en uw jongste wordt het 'rotjoch', dat alleen maar stout en nooit lief is.

Als het zo doorgaat zoals nu, zal uw jongste zich ook steeds meer als het rotjoch gaan gedragen. Het wordt een soort self fulfilling prophecy (omdat uw jongste zoon het stigma van het rotjoch krijgt, zal hij ook daadwerkelijk het rotjoch wórden). Geen wonder, dat de jongens met elkaar gaan vechten, en een hekel aan elkaar gaan krijgen!

Het bovenstaande punt kunt u precies zo uitleggen aan uw zoons. Met de boodschap dat er daarom niet geklikt mag worden. Zeg hen dat ze alleen iets mogen vertellen over hun eigen gedrag.

3. Probeer de negatieve spiraal die inmiddels is ontstaan, te doorbreken. Maar hoe doe je dat?

Op dit moment geeft u heel veel aandacht aan het lastige gedrag van uw jongste zoontje. Dat valt in goede aarde, want kinderen willen aandacht. Zo beloont u hem – met aandacht – voor zijn negatieve gedrag, en versterkt u dat negatieve gedrag. Dat soort beloning moet nu stoppen.

Probeer, als hij wat vervelends doet, zijn gedrag van een afstandje te bekijken. Probeer erboven te staan. Observeer zijn gedrag (wat ook helpt om niet te slaan), en kijk of het gedrag alleen bedoeld is om u op de proef te stellen of niet:

  • zo ja, negeer dan zijn gedrag, of benoem het gevoel dat eraan ten grondslag ligt. Bijvoorbeeld; "Je bent boos en je luistert niet, maar ik voel ook dat je dit eigenlijk helemaal niet wil doen, maar teleurgesteld bent (of moe, of verdrietig, of jaloers, etc.). Ga maar even op je kamer bijkomen, dan roep ik je zo".
  • zo nee, ga dan serieus op het probleem in. Maar alleen als het echt ergens over gaat.

Als u hem naar zijn kamer heeft gestuurd (omdat hij u op de proef wilde stellen), wacht dan maximaal 5 minuten, roep hem, en maak niet te veel woorden aan het voorval vuil. Maar zeg: "Je weet dat dit of dat niet mag van mama, maar wil je me nu helpen met ... (en dan verzint u een klusje waarbij hij u – als 6-jarige – kan helpen). Dat geeft jullie beiden een goed gevoel. En vervolgens kunt u hem, als de klus geklaard is, een mooi compliment geven, wat ook weer helpt om de negatieve spiraal te doorbreken.

4. Beloon het goede gedrag. Geef hem complimenten als hij iets aardigs doet, of lekker zelf – of met zijn broer – aan het spelen is. Of als hij naar u luistert en doet wat u zegt. Beloon zijn gedrag ook door soms iets alleen met hem te doen, maar ook door met z'n allen een spelletje te doen, of voor te lezen, of samen een taart te bakken, etc.

5. Voed uw kinderen samen met uw man op. Jullie hebben hier beiden een taak in! Dat hoeft niet gezamenlijk; het kan ook apart. Bijvoorbeeld dat de ene ouder iets doet met het ene kind, en de andere ouder met het andere kind.

Praat ook over hun moeder, hun vader, en hun familie. Als er foto's zijn, bekijk die dan. Zeg nooit negatieve dingen over hun ouders, want daar kwets je de kinderen mee. Zorg er dus voor dat hun biologische ouders geen taboe-onderwerp worden.

6. Zoek hulp bij de opvoeding. Het is helemaal niet gek als je twee pleegkinderen hebt, om wat extra ondersteuning te vragen. Want het opvoeden van pleegkinderen, met hun eigen (familie-)geschiedenis, is vaak veel moeilijker dan het opvoeden van je eigen biologische kinderen. Die hulp hoeft helemaal niet 'professioneel' te zijn, het kan ook gaan om 'informele ondersteuning' door collega-ouders.

Ik weet niet hoe de hulpverlening in Suriname georganiseerd is, maar u kunt ook met andere moeders praten, waarvan u denkt dat zij hun kinderen goed opvoeden, of waarvan u denkt dat zij goed kunnen omgaan met lastig gedrag.

Sterkte gewenst!