1 januari 2000 door Maaike Verrips

Correcte zinnen zonder betekenis, kan dat? (Antwoord: ja!)

Onze zoon van 1,5 is de hele dag aan het babbelen. Het meeste is onverstaanbaar, maar toch zijn het hele volzinnen. Soms herhaalt hij een gecompliceerde brabbelzin nog eens, zodat we vermoeden dat hij echt een mededeling doet. Maar als het er op aan komt, blijkt hij nog niet zo'n erg grote passieve woordenschat te hebben.

Hij is al heel lang gefascineerd door de klank van de taal en experimenteert er de hele dag mee. De betekenis vindt hij minder interessant. Het komt zelden voor dat hij iets zegt om iets van ons gedaan te krijgen bijvoorbeeld. Maar hij praat de hele dag gericht tegen ons.

Sinds een week gebruikt hij meer woordjes, en ineens verrast hij ons soms met een min of meer grammaticaal correct zinnetje. Maar... van de woorden die hij gebruikt, kent hij volgens mij de betekenis vaak niet.

Ik vroeg hem vanmorgen: "Is pappa al op?" en toen antwoordde hij: "Ja, is op." Ik weet zeker dat hij de betekenis van zijn zin niet snapt, maar het zinnetje klopt wel!

Zou het kunnen dat hij de grammatica en de sociale context van onze taal al begint te hanteren zonder de betekenis van de woorden al goed te kennen?

Antwoord

In de vroege taalontwikkeling kun je twee stijlen onderscheiden: de
holistische stijl en de
analytische stijl. Sommige kinderen zijn duidelijk holistisch, andere analytisch en weer andere gebruiken een mengvorm. Jouw kind komt uit je beschrijving naar voren als een typisch holistisch kind.

Een kind dat holistisch te werk gaat, richt zich eerst op globale kenmerken (bijvoorbeeld zinsmelodie) en vult in de loop van de tijd steeds meer details in. Dit in tegenstelling tot kinderen met een analytische stijl, die verschillende elementen (bijvoorbeeld woorden of klanken) een voor een leren en vervolgens combineren tot steeds grotere gehelen.

Omdat holistische kinderen weinig aandacht hebben voor details, zijn ze vaak lange tijd onverstaanbaar. Maar veel eerder dan analytische kinderen maken ze onderscheid tussen de tonen waarop je vragende, bevestigende en bevelende zinnen uit moet spreken.

Vaste formules

Ik denk dat jouw voorbeeld
ja, is op typisch is voor het formule-achtige karakter van de holistische spraak. Dat wil zeggen: het kind lijkt brokjes tekst als vaste formules te gebruiken (of te herhalen), zonder de samenstellende onderdelen te onderscheiden. Alle kinderen doen dat in enige mate. Ze zeggen bijvoorbeeld
wasdat? voordat ze herkennen dat die vraag bestaat uit de delen
wat,
is, en
dat. Holistische kinderen doen dat vaker dan gemiddeld.

Andere kenmerken van holistische kinderen zijn de volgende:

  • jongetjes zijn vaker holistisch dan meisjes;
  • van de eerste vijftig woorden die ze leren kennen, is minder dan de helft een zelfstandig naamwoord (zoals
    auto,
    poes, of
    huis)
  • daarentegen zij er in die beginnende woordenschat relatief veel sociale uitdrukkingen, zoals
    dag,
    welterusten,
    bah,
    au, en
    dankje.