Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
11 november 2001 door Paula Fikkert
Mijn dochter zei haar eerste woordjes met 18 maanden, maar na een jaar zei ze nog niet echt veel meer. Ze is naar logopedie geweest en dat hielp ook niet veel. Uiteindelijk bleek dat ze vocht achter haar oren had.
Nu heeft ze dus buisjes gekregen en is het praten beter geworden. Ze zegt nu soms twee-woord zinnetjes. Ze is nu inmiddels 3 jaar en 3 maanden.
Nu lees je steeds dat kinderen tussen de 2 en de 3 een woordenschat- explosie hebben. Wanneer kunnen wij dit nu verwachten en loopt ze nu niet heel ver achter met haar taal- en spraak-ontwikkeling? Ik bedoel: haalt ze dat ooit nog wel in?
Uw dochter sprak met 18 maanden haar eerste woordjes. Dat valt binnen de norm: het is niet heel vroeg, maar ook niet heel laat. U schrijft dat de woordenschat zich het eerste jaar na deze woordjes niet heeft uitgebreid. Kennelijk heeft u zich zorgen gemaakt, omdat uw dochter al op vroege leeftijd naar logopedie is geweest. U geeft niet de aanleiding voor de logopedie, maar ik vermoed dat u voelde dat er iets niet klopte. Behalve dat uw kind weinig praatte, verstond ze vermoedelijk ook minder dan haar leeftijdgenootjes.
Vocht achter de oren vermindert het gehoor aanzienlijk. En als een jong kind verminderd hoort, heeft dit direct gevolgen voor de taalverwerving die immers in die eerste jaren in volle gang is.
Het analyseren en opslaan van de omgevingstaal was voor uw dochter veel lastiger dan voor goed horende kinderen. Door de tijdelijk verminderde waarneming heeft uw dochter een achterstand opgelopen. Nu het gehoor door de buisjes verbeterd is, zal ze die achterstand vermoedelijk snel inlopen.
De woordenschat-explosie is het gevolg van een aantal factoren, die meestal tegelijk een rol spelen.
Na de eerste 50 à 100 woorden is de woordenschat zo groot, dat het opslaan van hele, ongeanalyseerde woorden niet meer efficiënt is. Daarom worden woorden opgedeeld in kleinere eenheden, waardoor ze sneller en efficiënter uit het geheugen kunnen worden opgehaald. Met deze bouwstenen kan een kind ook eenvoudiger nieuwe woorden maken.
Het ontdekken van deze bouwstenen heeft uw dochter waarschijnlijk veel moeite gekost. Vooral op dit niveau is een inhaalslag nodig.
Een andere factor die in verband wordt gebracht met de woordenschat-explosie, is de zinsstructuur. Ongeveer een half jaar na de eerste woordjes gaan kinderen losse woorden combineren in zinnetjes.
Opvallend is dat die zinnetjes veel lijken op telegrammen: alleen de inhoudswoorden worden gebruikt; de lidwoorden worden weggelaten. Maar ook het onderwerp en de persoonsvorm worden vaak weggelaten.
Kinderen zeggen dus:
"Boekje lezen" | voor: | Mama moet met mij een boekje lezen |
"Koekje eten" | voor: | Ik wil een koekje eten |
"Papa thuis" | voor: | Papa komt thuis |
Opvallend is ook dat kinderen nauwelijks fouten maken in de volgorde waarin de woorden (moeten) staan. Er worden alleen woorden
weggelaten.
Kinderen lijken dus al snel een vaste zinsstructuur te hebben. Met dat vaste bouwplan voor zinnen wordt het invullen van de posities in de zin eenvoudiger, omdat ze zich niet al te druk hoeven te maken over de zinsstructuur.
Om de posities in de zinstructuur efficiënt te vullen, is er behoefte aan een grotere woordenschat, waarmee relaties tussen woorden tot uitdrukking gebracht kunnen worden.
De woordenschat-explosie heeft ook te maken met ontwikkeling op betekenisniveau. In het begin van de taalontwikkeling verwijzen woorden naar concrete objecten uit de omgeving van het kind.
Poes verwijst bijvoorbeeld alleen naar de eigen poes, maar niet naar het plaatje van een poes in een boek.
Kinderen krijgen na een tijdje door dat een woord als 'poes' voor alle poezen op de wereld gebruikt kan worden. Ze leren woorden te classificeren en hun woordenschat efficiënter te ordenen. Woorden staan als het ware niet langer in een lijst, maar in een netwerk van betekenissen. Dit maakt het leren van nieuwe woorden ook een stuk eenvoudiger.
Nu uw dochter haar woordenschat uitbreidt en tweewoordzinnetjes produceert, zal de woordenschatexplosie niet meer lang op zich laten wachten.
Tot slot wil ik nog opmerken dat de cognitieve ontwikkeling (denk-ontwikkeling) en de taalkundige ontwikkeling even uit balans zijn geraakt.
Dit kan uw dochter als frustrerend (hebben) ervaren. Aan de ene kant omdat ze niet kan of kon uitdrukken wat ze al wel begreep. Aan de andere kant omdat ze meer begreep op cognitief niveau dan men op grond van haar taal en spraak kon aannemen
Veel succes,
is werkzaam aan de Radboud Universiteit als hoogleraar eerste taalverwerving en fonologie.