6 december 2002 door Saskia Nihom-Nijstad

Boos, opstandig, brutaal en agressief - geef ons een richtlijn! (4½ jr)

Onze zoon (van 4½ jaar) is de laatste tijd vaak boos, opstandig, brutaal, agressief, kijkt boos voor zich uit, etc. Op school doet hij goed zijn best volgens de juf. Thuis kan hij heel lief en gezeglijk zijn, maar vaak ook niet.

Hij is vaak jaloers op zijn zusje. Alles wat zij heeft, moet hij ook hebben, enzovoorts. Hij is ook ontzettend emotioneel: heel vrolijk, heel verdrietig, heel boos, etc.

Ikzelf ben boos geweest (ontzettend boos), ik heb hem dingen ontzegd, ik heb goed gedrag beloond... Niets helpt. Ik word er moedeloos van. Doen wij iets verkeerd? Is er iets aan de hand? Geef ons alstublieft een richtlijn!

Antwoord

Omdat het op school goed met hem gaat en omdat hij ook thuis heel lief en gehoorzaam kan zijn, ga ik ervan uit dat het negatieve gedrag dat u beschrijft in ieder geval van tijdelijke aard zal zijn. Maar daar heeft u op dit moment natuurlijk niet zo veel aan. U zit nu met een probleem en u wilt nu weten hoe u daar het beste mee om kunt gaan.

Laten we eerst eens nagaan waaróm hij zich eigenlijk zo negatief gedraagt. Met zijn gedrag probeert uw zoon u iets te vertellen. Hij vraagt dringend om uw aandacht. Het is alleen niet duidelijk wát hij u precies wil vertellen.

Om daarachter te komen, zou ik nog meer dingen moeten weten, zoals:

  • hoe lang vertoont hij dit gedrag al?
  • is zijn gedrag in de afgelopen maanden heftiger geworden?
  • is er iets speciaals gebeurd wat de aanleiding zou kunnen zijn voor zijn negatieve gedrag?
  • hoe oud is zijn kleine zusje? Hoe groot is het leeftijdsverschil?
  • is hij plotseling jaloers op zijn zusje, of heeft hij altijd al tekenen van jaloezie vertoond?

Aangezien ik de antwoorden op die vragen niet weet, moet ik mij beperken tot datgene wat ik wél weet. En dat is dat hij wordt overspoeld door allerlei negatieve emoties, waar hij geen raad mee weet. Hij is te jong om te weten waar deze onlust-gevoelens vandaan komen en hoe hij ermee om kan gaan. Met zijn gedrag vraagt hij u om hulp.

Om de boodschap van uw zoon te kunnen begrijpen – en er ook iets nuttigs mee te doen – zijn drie dingen van belang:

  • het observeren van gedrag;
  • begrijpen hoe jaloezie bij jonge kinderen werkt;
  • het omgaan met negatieve emoties.

Hieronder zal ik uitleggen hoe u daarmee aan de slag kunt.

Observeren van het gedrag

De kern van 'observeren van het gedrag' is dat je daadwerkelijk alleen naar het gedrag kijkt en niet naar de emoties. De volgende vragen kunnen daarbij als richtsnoer dienen:

  • wat gebeurt er nu precies als de vlam in de pan slaat?
  • hoe uit hij zijn boosheid? Gaat hij gillen, schoppen of slaan? Of trekt hij zich terug en gaat hij boos voor zich uit kijken?
  • wanneer krijgt uw zoon een boze bui? Bijvoorbeeld: uit frustratie omdat er iets niet lukt? Of als hij zijn zin niet krijgt? Of als hij iets moet doen waar hij geen zin in heeft? Of als hij gestoord wordt in zijn spel?
  • zijn er vaste momenten van de dag waarop hij zich zo gedraagt? Bijvoorbeeld als hij moe is, of vlak voor het avond-eten?
  • wat gaat er aan zo'n situatie vooraf?
  • door welke reacties van u wordt zijn boosheid erger of juist minder?
  • hoe drijft zo'n boze bui weer over? Wat vindt uw zoon prettig, waardoor hij zijn boosheid vergeet?

Tip: kijk naar het gedrag van uw kind alsof u door een camera kijkt. Dit trucje helpt om een beetje afstand te nemen van uw eigen emoties. En dát helpt weer om beter te begrijpen wat uw kind dwars zit.

Daarnaast kan het verhelderend zijn om ook naar uw eigen gedrag en dat van uw partner kijken:

  • hoe reageert u zelf? Rustig en duidelijk, of wordt u óók boos (waardoor hij dáár weer boos en opstandig op reageert)?
  • hoe kan een ander – zoals uw partner – het beste reageren als u zelf een boze bui heeft? Wat vindt ú dan prettig, waardoor u uw boosheid vergeet? (U kunt dit ook omdraaien, en nagaan wat uw partner prettig vindt in zo'n geval).

Jaloezie bij jonge kinderen

Jaloezie hoort er nu eenmaal bij en komt tussen broertjes en zusjes veel voor. Jaloezie ontstaat als het kind denkt dat de liefde en aandacht van de ouders uitgaat naar een ander gezinslid. In dit geval het kleine zusje. Door negatief gedrag laat het jaloerse kind dan merken dat het zich zorgen maakt om zijn eigen positie. Hij voelt zich bedreigd.

Het heeft dus niets te maken met ondeugendheid of 'extra stout doen' of 'expres doen'. Het is niet lelijk om jaloers te zijn.

Door extra aandacht te schenken geef je je kind weer meer gevoel van veiligheid. Het kind wordt daardoor minder angstig zijn positie te verliezen en de gevoelens van jaloezie waaien na verloop van tijd weer over.

Tips voor de omgang met jaloezie:

  • ontken en onderdruk het gevoel van jaloezie niet. Het is er, het is normaal, en de kinderen die eronder lijden hebben er recht op;
  • toon begrip voor deze emotie en reageer er niet heftig op;
  • help het kind de gevoelens van jaloezie te benoemen. Bijvoorbeeld: "Ik begrijp best dat je jaloers bent vanwege ...";
  • verdeel uw aandacht zoveel mogelijk over beide kinderen. Geef de kinderen samen aandacht, maar ook ieder apart;
  • geef beide kinderen het gevoel dat ze uniek zijn. Hierdoor leren ze dat er onderlinge verschillen zijn;
  • geef ieder kind de aanpak die bij zijn leeftijd en temperament past. Het principe van 'gelijke monniken gelijke kappen' gaat niet op, want ze zijn niet gelijk. Het oudere kind mag bijvoorbeeld best iets langer opblijven dan het jongere kind als dat aan de orde is;
  • geef elk kind complimentjes voor datgene waar het goed in is, en geef daarbij aan dat de één goed is in dit en de ander in dat.

Omgaan met negatieve emoties

Voor negatieve gevoelens geldt eigenlijk hetzelfde als voor jaloezie: binnen het gezin moet er ruimte voor zijn. Boos zijn mag best. Dit vormt de basis voor de emotionele gezondheid van de kinderen.

Als ouders geef je daarin het voorbeeld. Wanneer je zelf duidelijk en open bent over je stemmingen en eventuele negatieve gevoelens, dan stel je je kinderen in staat om spelenderwijs van je af te kijken hoe je daarmee om kunt gaan. Verberg je zulke gevoelens, dan zien ze niet dat je boos of verdrietig bent, en zien ze ook niet hoe je zoiets voor jezelf kunt oplossen.

En, ook heel belangrijk: geef nooit straf voor een stemming! Kleine kinderen kunnen zelf het gevoel nog niet herkennen, en ze kunnen er nog geen woorden aan geven. Dáárom reageren zij dikwijls zo heftig en impulsief. (En omgekeerd: als u ze leert om hun gevoelens onder woorden te brengen, zullen ze op den duur minder heftig en impulsief reageren.)

Toon dus begrip voor de boosheid of de jaloezie van uw zoon. U doet dat onder andere door het gevoel voor hem te benoemen. Bovendien laat u op die manier zien dat u bereid bent om naar hem te luisteren. Hij voelt zich dan door u gesteund, en zal in de toekomst zijn reacties – die nu nog ongecontroleerd zijn – in goede banen kunnen leiden. Dat zal hem in de toekomst altijd goed van pas komen.

Veel succes!