5 januari 2001 door Paula Fikkert

Bijna al mijn kinderen hebben taal- of spraakproblemen. Wat doe ik fout?

Ik heb zes kinderen, waarvan er twee een ernstige achterstand in de spraak-taalontwikkeling hebben. Dochter van 6 zit op het speciale onderwijs voor kinderen met spraak-taalproblemen, zoon van 5 staat op de wachtlijst voor dezelfde school. Onze tweede dochter heeft overigens ook een jaar logopedie gehad van haar derde tot haar vierde (ze is nu 9). Onze dochter van 3 praat ook niet zo fantastisch en wordt in januari onderzocht door de logopediste.

Ik heb het idee dat ik iets fout doe, ondanks dat iedereen zegt dat het niet zo is. Als de kinderen iets fout uitspreken, probeer ik het op een goede manier goed voor te zeggen, zonder dat de kinderen het idee hebben dat ik hen constant verbeter. Als mijn zoon bijvoorbeeld zegt: "Tie see is in e wate salle", dan antwoord ik: "Ja, die eend is in het water gevallen". Ik let erop dat de tv en de radio overdag niet aanstaan, omdat dat enorme stoorzenders zijn. En vooral bij het meisje van 3 heb ik vanaf dat ze een paar dagen oud was heel veel tegen haar gepraat. Bij alles wat ik deed, vertelde ik wat ik deed, hoe het heette en wat je ermee kon doen. En toch: ondanks dit alles komen er nu signalen dat ook zij niet goed kan praten. Ze wordt in januari door de logopediste getest.

Mijn vraag is hoe het kan dat al onze kinderen problemen hebben (of gehad hebben) met de spraak-taalontwikkeling. Tevens zou ik graag willen weten wat ik kan doen om ervoor te zorgen dat de jongste van 3 maanden wel goed leert praten.

Antwoord

Taalverwerving is een proces dat normaal gesproken volledig automatisch gaat. Kinderen hebben geen 'les' nodig om hun moedertaal te leren. Uitspraak verbeteren, zinnen goed voorzeggen, etc. hebben zeker bij jonge kinderen niet of nauwelijks effect. Het leren van taal gaat vanzelf, en ouders hoeven dan ook niet méér te doen dan gewoon met hun kinderen te praten. Ik denk dus niet dat u iets fout doet.

Helaas verloopt het taalverwervingsproces ook wel eens niet zo vanzelfsprekend, zoals u zelf ervaart. Waardoor uw kinderen problemen hebben met de spraak- en/of taalontwikkeling, kan ik niet zeggen op grond van uw korte beschrijving. Wel kan ik in een notendop het taalverwervingsproces schetsen en aangeven waar het allemaal mis kan gaan.

Taalwaarneming

Om taal te kunnen leren, moet een kind taal kunnen horen. Er moet dus voldoende
input zijn (er moet tegen het kind gepraat worden) en het kind moet de taal kunnen
waarnemen. Gehoorstoornissen, zowel blijvende als tijdelijke, kunnen het taalleerproces danig verstoren.

Aangeboren taalvermogen

Als er voldoende input is en het kind geen gehoorproblemen heeft, dan kan het kind de input
analyseren en regelmatigheden in de taal ontdekken.

Dat ontdekken van de regelmatigheden gebeurt natuurlijk niet bewust. We nemen aan dat een kind met een aangeboren taalvermogen ter wereld komt, en dat het analyseren van taal net zo automatisch gaat als het analyseren en leren herkennen van beelden.

Net zoals sommige kinderen moeite hebben met het inschatten van diepte, zo hebben sommige kinderen moeite met het zien van structuur in taal. Dit kan een aangeboren afwijking zijn, al dan niet erfelijk. Dit is niet eenvoudig vast te stellen, omdat er nog geen taal-gen is ontdekt, maar misschien kunt u nagaan of er in de familie meer problemen zijn (of zijn geweest).

Taal en geheugen

Tegen de tijd dat het kind gaat praten, heeft het, als alles goed is, al heel wat geleerd over zijn moedertaal: de structuur van woorden en zinnen, een passieve woordenschat (de vaardigheid om woorden te herkennen), regels voor communicatie, etc. Het kind begint met éénwoordzinnen, en langzamerhand worden de zinnen steeds langer en complexer.

Om een zin uit te spreken, moet een kind de juiste woorden uit zijn mentale woordenboek halen, de juiste vorm daarbij kiezen, de woorden in de juiste volgorde zetten, etc. Dit is de
planning die aan het uitspreken van echte zinnen voorafgaat. Het doet een beroep op het geheugen. Soms ligt de oorzaak van de taalproblemen hier.

Uitspraak

Tenslotte moet de zin die klaar ligt in het korte termijn geheugen, ook nog uitgesproken worden. Als er problemen zijn met de spraakorganen en/of de mondspieren, levert dit spraakstoornissen op. Dit heeft dan niet met de structuur van taal te maken, maar wel met de verstaanbaarheid. De logopedie voor de 'r' van uw oudste kind heeft op dit onderdeel betrekking.

Advies

Ik kan u niet zeggen of de taal- en/of spraakstoornissen van uw kinderen met elkaar verband houden, omdat u niet schrijft of ze allemaal dezelfde problemen met taal hebben. Het enige advies dat ik u kan geven, is dat u niet uit het oog moet verliezen dat taal een communicatiemiddel is, en dat u, als ouder, niet te veel nadruk moet leggen op de vorm van taal, maar vooral op de inhoud. Veel succes!