Brr.. Koud! Check onze hacks om je kind lekker warm én gezond te houden

Van prepuberteit naar puberteit: wat gebeurt er precies?

Vanaf ongeveer 9 a 10 jaar verandert er van alles bij je kind. Je merkt veranderingen in het gedrag en humeur en misschien zelfs wel lichamelijk. Het zou goed kunnen dat de prepuberteit begint. Nog maar heel even en je tiener is een puber. Wat gaat er voor je kind veranderen, wat wordt er voor jou als ouder anders en hoe kun jij je kind deze periode het best ondersteunen? Het antwoord op deze en andere vragen vind je hier.

Maar eerst even dit…

We hebben het in dit artikel over de gemiddelde tiener, maar eigenlijk bestaat die niet. Want waar het ene kind van 10 al naar de middelbare school zou kunnen, loopt de andere 10-jarige nog in zeven sloten tegelijk. Elk kind begint aan de (pre)puberteit als hij/zij daar klaar voor is. Dus daar hoef je in ieder geval geen zorgen over te maken.

Hoe herken je de prepuberteit?

Bij het beginnen van de puberteit denken de meeste mensen aan de lichamelijke veranderingen: het schaamhaar dat groeit, de geslachtsorganen die beginnen te veranderen en de lichaamsbouw die richting volwassenheid gaat. Maar daarmee doen we de interne wereld van onze (pre)pubers tekort. Want het begint namelijk altijd bij de hormonale veranderingen die aan de binnenkant plaatsvinden. Daarna zien we pas de lichamelijke kenmerken en het gedrag van onze tieners veranderen.

Als meiden 9 á 10 jaar oud zijn krijgen ze, onder invloed van hormonen, meer sociale interesse. Ze hebben meer vriendjes en/of vriendinnetjes en zijn erg bezig met de rest van de wereld. Bij jongens komt dit vaak wat later. Als bij hen de puberteit eenmaal begint, worden ze ondernemender, motorisch vaardiger en nieuwsgierig naar de rest van de wereld. Zowel jongens als meiden willen van het gebaande pad af en de rest van de wereld ontdekken. Ook begint rond het tiende levensjaar de ontwikkeling van het (leren) logisch denken, het redeneren en het abstract denken.

In de hersenen ontwikkelen allerlei gebieden zich, onder andere het emotionele en het rationele deel van het brein. Maar omdat het emotionele deel zich sneller ontwikkelt dan het rationele deel, handelen (pre)pubers vanuit hun emotie. Ze kunnen dit nog niet met het rationele deel onder controle houden.

Valkuilen tijdens de prepuberteit

Vertellen en begrijpen is niet hetzelfde: net als de gemiddelde baby, bestaat ook de gemiddelde pre-puber niet. Wat ze wel vaak gemeen hebben is hun enorme taalvaardigheid. Ze kletsen de oren van je kop over de planeten, haaien of de nieuwste boy/girlband. Maar dat je goed kunt praten, betekent niet dat je ook alles begrijpt. En dat is voor veel ouders vermoeiend. Als we ze vertellen: Je moet eerst je schoenen pakken, dan gaan we naar school, daarna gaan we naar de tandarts en dan eten we bij oma. Ze kunnen daarna herhalen wat je hebt gezegd, maar alle opdrachten goed begrijpen en omzetten in de juiste to-do’s? Dat is een heel ander verhaal. Hun hersenen zijn daar nog niet klaar voor. En dat vergeten we als ouders vaak, omdat tieners zich al wel héél goed kunnen verwoorden. We overschatten ze daardoor makkelijker.

Ik snap je wel, maar begrijp je niet: (pre)pubers snappen wel wat je tegen ze zegt, maar begrijpen niet welke emotie we eraan koppelen. Dat jij ongerust bent als ze niet thuis komen? Daar begrijpt je (pre)puber niets van. Ze kunnen de emoties van anderen nog niet goed inschatten. Nu kunnen we ze die wel inpeperen, maar daar worden kinderen angstig van en vaak ontwikkelen ze ook nog een schuldgevoel. Op zoek gaan dus, naar de juiste balans tussen het stimuleren van hun nieuwsgierigheid en wanneer ze te veel risico lopen.

Typisch pubergedrag

Hoe weet je nou of je kind écht aan het puberen is? Zo kun je het herkennen.

Zij zijn het middelpunt van de wereld: pubers zijn heel vaak en veel met zichzelf bezig. Dat begint al in de fase ervoor. Ze gaan op zoek naar hun eigen identiteit: wie zijn ze en hoe willen ze dat de wereld hen ziet? Tieners kijken naar hun eigen gedrag en zijn zich ervan bewust dat anderen ook dingen van hen vinden. Pubers denken dat zij altijd en overal het middelpunt van zijn, ze voelen zich uniek. Door dingen uit te proberen merken ze welke identiteit bij ze past, welke wordt geaccepteerd en welke niet.

Leeftijdsgenoten zijn alles: de focus op zichzelf breidt zich op een gegeven moment uit naar leeftijdsgenoten. Vrienden worden belangrijker en ouders verdwijnen meer naar de achtergrond. Doordat hun hersenen volop aan het ontwikkelen zijn, worden bij sociale afwijzing dezelfde gebieden actief als bij fysieke pijn. Tieners zijn hierdoor heel gevoelig voor het slagen of falen van sociale gebeurtenissen.

Flexibele hersenen: door de razendsnelle ontwikkeling van de hersenen, zijn deze bij pubers heel flexibel. Ze leren snel, zien nieuwe ideeën, bedenken creatieve oplossingen en krijgen veel nieuwe inzichten. Ook al werken de hersenen van pubers minder efficiënt, ze kunnen wel beter nieuwe dingen leren.

Hoe ondersteun je je kind in deze fase?

De prepuberteit kan dus al eerder beginnen dan je zou verwachten en daarin vraagt je kind eigenlijk om een andere opvoedtechniek. 

Wees begripvol: probeer je kind te begrijpen. Het zijn nogal wat veranderingen waar je kind doorheen gaat. Dat jij dit ziet en er begrip voor hebt, helpt om de puberteit samen goed door te komen.

Zorg voor structuur: in de puberteit ontdekt je kind zichzelf, maar tegelijkertijd heeft het een veilige plek en duidelijke grenzen nodig. Geef je kind dit. Zorg voor een dagstructuur, houd vast aan jullie tradities en zorg voor een veilige, stabiele basis.

Stel duidelijke grenzen: pubers hebben houvast nodig, zodat ze in een stabiele omgeving kunnen experimenteren. Geef hen verantwoordelijkheid, zodat ze zelf verantwoord gedrag kunnen ontwikkelen. Het is belangrijk dat jij die grenzen bewaakt. Ben jij namelijk niet duidelijk genoeg, dan zullen ze je regels negeren. Geef duidelijk aan waarom je grenzen stelt, dan zijn ze eerder geneigd zich eraan te houden. Bonustip: puberhersens zijn extra gevoelig voor beloning. Breng daarom de grenzen positief, als dat kan. Dus wat wel de bedoeling is, in plaats van wat niet mag.

Onzekerheid mag er zijn: in een tijd waarin je kind zichzelf aan het uitvinden is, kan hij of zij ook onzeker zijn. Dat is niet erg. Praat er met je kind over. Probeer het niet op te lossen, luisteren kan al heel fijn zijn. Alleen het uitspreken van onzekerheid helpt soms al om het te rationaliseren.

Rust, reinheid, regelmaat: onder andere door schermtijd, laat sporten of afspreken met vrienden gaan pubers vaak later naar bed/slapen dan goed voor ze is. Terwijl een goede en genoeg nachtrust juist zo belangrijk is voor die keihard ontwikkelende hersenen. Als ouder helpt het om voor zoveel mogelijk regelmaat te zorgen: regelmatige bedtijden (ook in het weekend), vanaf een uur voor bedtijd geen pc, tablet of smartphone en ook geen cafeïne of sporten voor het slapen.

Als je A doet, gebeurt B. Help kinderen de consequenties van hun acties in te zien. Dit doe je door uit te leggen welk effect hun handelen heeft, in plaats van er straffen aan te verbinden of dingen te verbieden. Geef aan waarom je iets wel of niet wilt. Zo blijf je met elkaar in gesprek. Dit zorgt ervoor dat je kind, binnen veilige grenzen, zijn eigen weg kan gaan.

Goede voorlichting is het halve werk

In deze fase van jullie leven verandert er voor iedereen veel. Veranderingen zijn een stuk minder spannend als je een beetje weet wat je kunt verwachten. Daarom is het geen onnodige luxe om de jaren voor en tijdens de puberteit aandacht te geven aan de lichamelijke verandering, seksuele ontwikkeling, de start van menstruatie en risicogedrag. Omdat pubers weinig remmingen hebben, wordt die voorlichting nu extra belangrijk. Door er al eerder over te beginnen, voorkom je dat het later ongemakkelijk wordt.