Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
13 mei 2005 door Nadia Eversteijn
Onze zoon Quinten is 3½ jaar oud. Mijn man spreekt Nederlands met hem, ikzelf Engels. Hij verstaat alle twee talen heel goed, maar weigert vragen in het Nederlands te beantwoorden. Hij zegt dan vaak "I won't talk like that".
Mijn man maakt zich zorgen hierover en hoe meer hij Quinten vraagt om Nederlands te spreken, des te meer hij weigert. Op de peuterspeelzaal zeggen ze dat hij ook tegen de andere kinderen Engels spreekt, waardoor hij in een isolement raakt. De kinderen lopen gewoon weg omdat ze hem niet verstaan.
Als ikzelf Nederlands tegen hem spreek, zegt hij meteen: "Mamma don't talk like that". Bijvoorbeeld, als we naar de Teletubbies kijken in het Nederlands, en het is "tijd om dag te zeggen", dan begin ik met "Dag Tinkywinkie", waarna hij me corrigeert met "No, mamma, we speak English. Bye Tinkywinkie....."
Als andere Nederlands sprekende volwassenen hem aanspreken, antwoordt hij alleen met hoofd schudden, of hij kijkt verlegen naar de grond.
Juist omdat hij alles heel goed verstaat, vraag ik mij af of hij het Nederlands gewoon niet wil spreken, of dat hij het echt nog niet kan, of dat hij bang is. Hoe kan ik hem hierbij helpen zonder de tweetaligheid te verliezen?
Omdat wij hier in Nederland wonen, zou zijn hoofdtaal eigenlijk Nederlands moeten zijn. Ik wil ook niet dat hij straks achterloopt in zijn ontwikkeling (waaronder ook zijn sociale ontwikkeling) omdat ik per se Engels met hem wil blijven spreken.
Taalkundig gezien kan ik geen enkele reden verzinnen waarom uw zoon geen Nederlands zou kunnen spreken. Ik heb dan ook het sterke vermoeden dat het probleem eerder sociaal van aard is, en dat uw zoon inderdaad verlegen en/of bang is om Nederlands te praten. Hieronder zal ik dat nader toelichten. Ik besluit met een enkele suggesties hoe u het Nederlands voor uw zoon aantrekkelijk zou kunnen maken.
U geeft aan dat uw zoon zowel het Engels als het Nederlands passief beheerst: u zegt dat hij beide talen uitstekend kan verstaan. Uit uw beschrijving maak ik op dat hij daarnaast het Engels ook prima actief beheerst: hij spreekt volzinnen.
Bovendien kan hij het Engels en Nederlands kennelijk al goed van elkaar onderscheiden: hij weet dat
bye een Engels woord is, en
dag niet. Dat hoort bij een normale tweetalige ontwikkeling, want kinderen kunnen gewoonlijk rond hun derde verjaardag de talen van hun omgeving uit elkaar houden.
Met een opmerking als: "No, mamma, we speak English", geeft uw zoon er blijk van dat hij ook al beschikt over zogenaamde
meta-linguïstische kennis. Dat betekent dat hij niet alleen spreken
in taal, maar dat hij ook al kan spreken
over taal.
Uw zoon is dus al een aardig eind op weg in zijn tweetalige ontwikkeling: hij beheerst beide talen passief, één daarvan beheerst hij bovendien actief, hij kan beide talen van elkaar onderscheiden, en hij heeft meta-linguïstische kennis. Alleen een actieve beheersing van het Nederlands laat nog op zich wachten.
Aangezien u in Nederland woont, is de situatie die u beschrijft het omgekeerde van datgene wat je eigenlijk zou verwachten. Omdat er in zijn omgeving veel meer mensen zijn die Nederlands tegen hem spreken dan mensen die Engels spreken, zou het Nederlands inderdaad zijn dominante taal (wat u 'zijn hoofdtaal' noemde) moeten zijn.
Bij veel tweetalige kinderen zie je dan ook een omgekeerd patroon: een passieve én actieve beheersing van de meerderheidstaal, en alleen een passieve beheersing van de taal die uitsluitend (of bijna uitsluitend) thuis gesproken wordt. Maar aan de andere kant: degene die Engels tegen uw zoontje spreekt, is wel een heel belangrijke figuur in zijn leven, namelijk zijn moeder. Misschien is dat van invloed bij hem.
U vertelde niet hoeveel tijd uw zoontje met u alleen doorbrengt, in verhouding tot de tijd die hij bijvoorbeeld doorbrengt op de peuterspeelzaal, met zijn vader, en met zijn beide ouders.
Misschien is het zo dat uw zoontje verhoudingsgewijs de meeste tijd met u doorbrengt? Dat zou betekenen dat hij vooralsnog toch meer Engels dan Nederlands taalaanbod krijgt. Als dat inderdaad het geval is, zal de verhouding Engels-Nederlands taalaanbod behoorlijk veranderen zodra hij naar de basisschool gaat. En daardoor zou zijn taal-dominantie ook kunnen verschuiven in de richting van het Nederlands.
Jammergenoeg schreef u ook niet over het karakter van uw zoontje. Ik vraag me af of hij misschien nogal verlegen van aard is? Want voor verlegen kinderen is het natuurlijk sowieso een flinke drempel om te spreken tegen andere volwassenen dan hun eigen ouders.
Als een verlegen kind dan ook nog eens moet gaan praten in een andere taal dan het gewend is, dan wordt de barrière natuurlijk wel erg hoog.
Wat ik ook niet weet, is hoe gemakkelijk uw zoontje op andere kinderen afstapt. Op de peuterspeelzaal spreekt hij Engels tegen de andere kinderen, maar praat hij dan zelfverzekerd of aarzelend?
Hoe dan ook lijkt het me niet bepaald goed voor uw zoontjes zelfvertrouwen als ander kinderen zomaar weglopen terwijl hij tegen ze praat.
Wat is nu raadzaam om te doen in uw geval? U schreef: "Ik wil niet dat hij straks achterloopt in zijn ontwikkeling [...] omdat ik per se Engels met hem wil blijven spreken." Daarmee suggereert u dat u misschien beter Nederlands met hem zou kunnen gaan spreken. Dat zou ik u sterk afraden. Uw zoontje voelt zich immers veilig als hij Engels kan spreken; in die situatie heeft hij zelfvertrouwen.
Het lijkt me heel naar en verwarrend voor uw zoontje als hij ineens met u geen Engels meer zou kunnen spreken, en bovendien nogal onnatuurlijk voor uzelf.
Bedenk ook dat kinderen die één taal goed beheersen (in het geval van uw zoontje: het Engels), leren daarna vlotter een tweede taal. 'Positieve transfer van vaardigheden' heet dat.
Kortom: als ik u was, zou ik uw zoontje gewoon de kans blijven geven om zijn Engelse taalvaardigheid te vergroten.
Uiteraard moet uw zoontje ook Nederlands leren spreken. U bent echter niet de aangewezen persoon om hem daartoe te bewegen. Andere mensen, zoals zijn vader, en de juffen van de peuterspeelzaal, zijn dat wel. Het lijkt me voor uw zoontje heel belangrijk dat hij zich veilig en op zijn gemak voelt in situaties waarin hij geacht wordt Nederlands te spreken. Een bang of zenuwachtig gevoel vormt geen goede basis om te leren communiceren.
Het lijkt me het beste om uw zoontje voorlopig niet expliciet te vragen om Nederlands te spreken. Ook kan uw partner beter niet doen alsof hij het Engels van zijn zoon niet verstaat. (Die strategie past beter bij kinderen die al bewezen hebben dat ze een bepaalde taal goed kúnnen spreken, maar daar weinig zin in hebben. Zie verder: het artikel
Moet ik doen of ik hem niet versta? uit 2004.)
Beter is het om uw zoontjes aandacht te richten op de
inhoud van de taal. Het meer algemene opvoedprincipe van 'gewenst gedrag belonen en ongewenst gedrag negeren', is hier van toepassing. Dus: als uw zoon een Nederlandse vraag ook in het Nederlands beantwoordt, dan is een lovende, enthousiaste reactie op zijn plaats. Als uw zoontje daarentegen in het Engels reageert, dan kan uw partner neutraal (en uiteraard weer in het Nederlands) reageren.
Het is de bedoeling dat uw zoontje lol krijgt in Nederlands spreken. Dat kunt u misschien een beetje stimuleren met activiteiten die hij leuk vindt, en waarbij taal als vanzelf gebruikt moet worden. Een paar voorbeelden die meteen bij mij opkomen:
U als ouders kent uw zoontje het beste, en u kunt vast wel activiteiten verzinnen die uw kind aanspreken.
Al met al zal het waarschijnlijk wel veel geduld vergen, maar ik ga er vanuit dat uw zoon op een gegeven moment vanzelf wel 'om' zal gaan, en Nederlands zal gaan spreken. Veel succes gewenst!
is socio-linguïst en gespecialiseerd in meertaligheid in het algemeen en de combinatie Turks-Nederlands in het bijzonder, werkzaam als onderzoeker bij de Universiteit van Tilburg.