15 maart 2002 door Jeroen Aarssen

De taaltoets zegt: 'geringe woordenschat'. Wat moeten we daarmee? (6 jr)

Mijn dochter is nu 6 jaar. Op haar derde jaar kwam zij uit India; wij hebben haar geadopteerd. Zij spraak haar taal Marati. Naar ons toe heeft zij nooit iets in haar eigen taal gesproken. Wij hebben vanaf het begin Nederlands tegen haar gesproken. Iedereen is vanaf het begin al verbaasd over het feit dat onze dochter zo goed Nederlands spreekt.

Nu zit onze dochter in groep 3 en worden er regelmatig testen gedaan betreffende woordenschat; hierin scoort zij laag. De school heeft bij haar ook een andere toets afgenomen (de TAK-toets) voor allochtone kinderen, en daarin scoort ze zeer goed.

Op school zit men nu met een probleem. Mijn dochter hoort niet thuis in een groepje kinderen met een taalachterstand, maar ze heeft wel een achterstand in haar woordenschat.

Vanaf het begin dat zij bij ons woont lees ik haar veel voor. Zelf leest ze nu ook heel veel. Mijn man is Franstalig, woont al 17 jaar in Nederland, spreekt zeer goed.

Heeft u voor mij nog tips hoe ik dit probleem op kan lossen?

Antwoord

Als de leerkrachten constateren dat uw dochter achterloopt in woordenschat, dan kunnen zij daar iets aan doen. Bijvoorbeeld door
remedial teaching, net zoals bij andere kinderen die achterlopen op taalgebied, allochtoon of niet. Wat dat betreft is er dus geen wezenlijk probleem, lijkt me.

Wat u zelf nog zou kunnen doen, kan ik op het eerste gezicht niet beoordelen. U leest al regelmatig voor en u bent dus al bewust bezig met de taalontwikkeling van uw dochter. Wel kunt u misschien ánders gaan voorlezen dan u op dit moment doet; hieronder zal ik uitleggen hoe u dat aan kunt pakken. Maar eerst ga ik wat dieper in op al die testen.

Ligt het aan haar of aan de toets?

Als uw dochter regelmatig laag scoort op een woordenschat-test, dan is dat een signaal dat er iets aan de hand is. Maar...

Het merkwaardige is dat het iedereen schijnt te verbazen, omdat uw dochter zo goed Nederlands spreekt en op een andere toets (de TAK) zeer goed scoort. De vraag is dus of het aan haar ligt of aan de woordenschat-toets.

U schrijft jammer genoeg niet op wélke woordenschat-toets uw dochter laag scoort. Dat maakt het lastig om er een oordeel over te geven. Het is echter niet helemaal uit te sluiten dat de toets niet voldoet, of dat er met afnemen van de toets iets is misgegaan.

Het komt voor dat de instructie bij een toets slecht is, of dat de leerkracht die hem afneemt niet goed uitlegt wat de bedoeling ervan is. De ene toets meet de omvang (het aantal woorden) van de woordenschat, de andere meet of een kind ook werkelijk de betekenis van een woord kan omschrijven.

De tak-toets

De TAK-toets, waar uw dochter zeer goed op scoort, noemt u wel bij naam. De afkorting TAK stond tot voor kort voor 'Taaltoets allochtone kinderen', maar die titel is bij het verschijnen van de nieuwste versie, eind 2001, veranderd in 'Taaltoets alle kinderen'. De toets is namelijk ook geschikt voor Nederlandse kinderen.

Het bijzondere aan de TAK-toets is dat er normeringen bestaan voor verschillende groepen: kinderen die van huis uit Nederlands spreken en kinderen die van huis uit (naast Nederlands) een andere taal spreken.

De TAK bestaat uit verschillende onderdelen; twee daarvan geven een indicatie van:

  • het aantal woorden dat een kind kent (de passieve woordenschat);
  • het aantal woorden dat het kind kan zeggen (de actieve woordenschat);
  • de woorden waarvan het kind de betekenis kan omschrijven (woordomschrijving).

U zou in elk geval bij de school kunnen navragen hoe uw dochter op deze afzonderlijke onderdelen scoort, in vergelijking met haar klasgenootjes.

Meer informatie over de TAK is overigens te vinden op de site van de

Cito-winkel.

Kies
Vakken, gevolgd door
Taal, gevolgd door
Taaltoets Alle Kinderen.

Technisch lezen en begrijpend lezen

Lezen en voorlezen kunnen bijdragen aan het vergroten van de woordenschat. Het feit dat uw dochter zelf leest, betekent echter nog niet dat zij daarmee haar woordenschat ook daadwerkelijk vergroot.

Kinderen van 6 die zelf lezen, zijn meestal nog druk bezig met
technisch lezen. Oftewel: het omzetten (decoderen) van letters in klanken. Dat is wat anders dan
begrijpend lezen. Ik kan zelf bijvoorbeeld heel goed hardop een kranten-artikel in het Litouws voorlezen (= technisch lezen), maar ik begrijp er niets van.

De vaardigheid om te kunnen decoderen is een voorwaarde om te begrijpen wat je leest, maar het is nog niet voldoende om ook daadwerkelijk de woordenschat te vergroten. Na het voorlezen uit die Litouwse krant, wat ik heel goed kan, is mijn woordenschat van het Litouws niet toegenomen! Het zelf lezen van uw dochter zal haar nu dus nog niet veel helpen bij het vergroten van haar woordenschat.

Voorlezen

Wanneer u voorleest, hebt u misschien de neiging om af en toe te checken of uw dochter de betekenis van een bepaald woord kent, door te vragen "Wat is dat?"

Daar is niets op tegen, maar bedenk wel dat woorden pas echt betekenis krijgen als een kind ze hoort in een langer stuk tekst (de context) en als het kind in situaties komt waarin het moet nadenken over woorden en hun betekenis. Dat laatste bereik je door juist
niet op een directe manier te vragen naar woordbetekenissen ("Wat is een toets?"), maar juist indirect ("Heb je zelf al eens een toets gemaakt?")

Als het nu alleen een kwestie is van een achterstand in woordenschat – en daar ziet het naaruit, aangezien uw dochter op de TAK goed scoort – en als ook de school het idee heeft dat zij niet achterloopt, dan heeft ze in principe het gereedschap in huis om aan het vergroten van haar woordenschat te werken.