2 november 2016 door Boris van der Ham

Het nut van onnuttige zaken

Moeten kinderen alleen leren wat ze zelf willen? Nee! Boris van der Ham breekt een lans voor het leren van onnuttig geachte dingen.

Bijna vijf jaar geleden werd ik vader van een zoon. Eerst kon hij vrijwel niets, maar al binnen een jaar werd er gekropen, gegrepen en kon hij het melkflesje zelf vasthouden. Dat ging niet vanzelf. Al die eenvoudige handelingen werden eindeloos uitgeprobeerd, herhaald, soms tot grote frustratie van hemzelf. Maar stukje voor stukje werd de oefening een automatisme, en werden de vaardigheden in zijn 'harde schijf' gekerfd, om ze nooit meer te vergeten. Ook verhaaltjes moeten eindeloos worden herhaald.

Ik herinner me dat uit mijn eigen kindertijd. Mijn vader heeft mij, op mijn uitdrukkelijk verzoek, wel acht keer het boek Pluk van de Petteflet voorgelezen. Bleef het dan steeds zo spannend? Nee, maar dat was juist het punt. Doordat ik het verhaal steeds beter kende, kon ik me verkneukelen om een bepaalde grap die aanstaande was, of een eng personage van wie ik wist dat het komen zou. Na de zoveelste voorleessessie begon ik zelf 'Pluk'-verhaaltjes te verzinnen. De ingesleten kennis van het boek gaf me de ruimte om er zelf een draai aan te geven.

Levensverzekering

Met dit in mijn achterhoofd kijk ik met enige argwaan naar de huidige discussies over de toekomst van het onderwijs. Zo leeft er bij sommige mensen de gedachte dat kinderen geen rijtjes meer uit het hoofd hoeven te leren, of geen geschiedenisfeiten hoeven te kennen. Het eindeloos herhalen van de lesstof zou tot routine en verveling leiden, en creativiteit in de weg staan. Leerlingen moeten vooral de vaardigheid bezitten om 'feitjes' en kennis op internet te vinden, heet dat dan. Al die informatie zelf opslaan zou nutteloos zijn.

Bij dergelijke meningen denk ik altijd terug aan een goede raad die ik tijdens mijn studietijd kreeg. Een docent adviseerde ons om elke week minstens één gedicht uit het hoofd te leren. Verveeld vroegen we naar het nut van zulk saai werk. Hij keek ons verontwaardigd aan: "Wat dat voor nut heeft?!"

Er volgde een fel pleidooi voor het leren van 'onnuttig geachte' zaken zoals literatuur, muziek en geschiedenis. Hij noemde dat 'je levensverzekering'. Welk liedje valt je in bij het kampvuur of prevel je later in het bejaardenhuis? Op welke kennis of gezamenlijke taal kan je samen terugvallen?

Cruciale versierpoging

We keken de docent destijds met wat glazige ogen aan, maar nu, twintig jaar later, kan ik hem alleen maar gelijk geven. Dat ene sonnet van Shakespeare dat ik ooit uit mijn hoofd leerde, kwam jaren later inderdaad goed van pas tijdens een cruciale versierpoging.

Maar op grotere schaal klopt het ook: enig besef van de geschiedenis, bijvoorbeeld, blijkt belangrijker dan ooit. Juist in deze snel veranderende wereld, waar je makkelijk in de veelheid van gebeurtenissen kunt verdwalen, geeft geoefende, vrij op te roepen kennis houvast. Bijna automatisch, op gut feeling, helpt het je om zinnig en onzinnig van elkaar te onderscheiden.

Melkflesjes, Pluk van de Petteflet, gedichten en geschiedenis stampen – het behoort allemaal tot je levensverzekering.