Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
2 november 2007 door Nathalie Leeuwenburgh, Marianne Brackel en Elise Buiting
De vereniging van Artsen in de Jeugdgezondheidszorg (AJN) mengt zich nu ook in de discussie. "Het EKD is een medisch dossier."
De afgelopen weken is in de Nederlandse politiek een discussie ontbrand over de toegankelijkheid van het toekomstige Elektronisch Kind Dossier (EKD). Het elektronisch kinddossier is de elektronische versie van het papieren dossier zoals dit op dit moment door de Jeugdgezondheidszorg gebruikt wordt. Volgens velen zou het EKD echter niet alleen toegankelijk moeten zijn voor de Jeugdgezondheidszorg, maar ook andere instanties zouden de gegevens moeten kunnen inzien. Minister Rouvoet heeft de Tweede Kamer begin oktober een onderzoek toegezegd of inzage door andere instanties mogelijk is.
Berichten op radio, tv en in de kranten doen vermoeden dat opiniemakers en besluitvormers onvoldoende op de hoogte zijn van de huidige werkwijze van de jeugdgezondheidszorg. Daarnaast wordt het doel van het elektronisch kinddossier en het doel van de Verwijsindex Risicojongeren met elkaar verward.
De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) bewaakt en bevordert de gezondheid, groei en ontwikkeling van jeugdigen in Nederland. Aan ouders, kinderen en jongeren wordt advies gegeven over gezond opvoeden, gezond opgroeien en gezond gedrag. Bij (dreigende) problemen biedt de JGZ hulp en begeleiding en verwijst zonodig naar andere instanties.
De JGZ is de enige instantie in Nederland die kinderen in hun ontwikkeling volgt vanaf hun geboorte tot hun volwassenheid. Artsen en verpleegkundigen werkzaam bij thuiszorgorganisaties en GGD-en zien een kind gemiddeld 18 keer (15 keer op het consultatiebureau, 3 keer via contacten met de GGD) en noteren hun bevindingen in het dossier JGZ. In de meeste gevallen betreft dit nog het traditionele papieren dossier, op sommige plaatsen werkt men al met een vorm van een elektronisch kinddossier.
In april 2006 is door de staatssecretaris van VWS besloten om te komen tot één landelijk elektronisch kinddossier voor de JGZ, het EKD. Doel van dit elektronisch kinddossier is de zorgverlening van de JGZ te verbeteren door sociaal medische gegevens uniform in kaart te brengen en op populatieniveau te kunnen monitoren hoe het staat met de gezondheid van de jeugd. Door een landelijk EKD blijven kinderen, ook bij verhuizingen, beter in zicht en kunnen gegevens van meerdere kinderen uit een gezin aan elkaar gekoppeld worden.
Het is nooit de opzet geweest om het EKD toegankelijk te maken voor andere hulpverleners. Dit is – terecht – ook niet het geval bij de dossiers van huisarts, kinderarts, maatschappelijk werk, school, politie of kinderrechter.
Gegevens in het dossier JGZ worden verkregen door middel van sociaalgeneeskundig onderzoek en vertrouwelijke gesprekken met ouders, kinderen, (para-)medici, leerkrachten en andere betrokkenen. Omwille van de privacy mogen deze gegevens nooit zomaar uit dossiers worden vrijgegeven: JGZ-dossiers – op papier of elektronisch – zijn medische dossiers en vallen onder de WGBO (Wet Geneeskundige Behandelings Overeenkomst) en het medisch beroepsgeheim.
Het is wettelijk vastgelegd wie inzage mag hebben in het dossier JGZ:
Dus níet de politie, het maatschappelijk werk of de school! In het geval van een kind in nood echter heeft elke JGZ-medewerker echter het recht en de plicht de professionele afweging te maken om informatie met andere betrokken hulpverleners te delen.
Er zijn kinderen die opgroeien in risicovolle opvoed- of opgroeisituaties. Het is erg belangrijk dat verschillende hulpverleners rondom dergelijke kinderen en gezinnen elkaar goed weten te vinden. Dit kan via de Verwijsindex Risicojongeren, een elektronisch signaleringssysteem dat speciaal hiervoor in het leven is geroepen. De Verwijsindex blijkt in de praktijk een prima instrument om ketenzorg op gang te brengen.
In de Verwijsindex kan een hulpverlener het signaal afgeven dát er zorg is, maar hoeft – in het kader van de privacy – niet aan het systeem te melden wát de zorg inhoudt.
Signalen van verschillende hulpverleners worden in dit systeem aan elkaar gekoppeld en contactgegevens van de hulpverleners worden uitgewisseld. Resultaat is direct persoonlijk contact tussen de hulpverleners, uitwisseling van relevante informatie en het afstemmen van zorg. Zonodig wordt een zorgcoördinator of case-manager aangewezen.
De AJN stelt zich nadrukkelijk achter minister Rouvoet in diens mening dat het EKD een Jeugdgezondheidszorgdossier en daarmee een medisch dossier is. Inzage in het EKD door allerlei externe hulpverleners acht de AJN niet wenselijk.
Het is wel goed denkbaar dat op termijn het EKD gelinkt kan worden aan andere medische dossiers, zoals het Elektronisch Patiënten Dossier van de huisarts of kinderarts. Mogelijk kunnen er via het dossier ook verwijsbrieven of overdrachten voor andere hulpverleners gegenereerd worden. Op dit moment is dit echter nog niet aan de orde. Het bouwen en invoeren van een goed en werkzaam EKD gaat voorlopig nog met veel problemen gepaard, die eerst opgelost zullen moeten worden.
Er is een onderzoek toegezegd aan de Tweede Kamer naar de mogelijkheden van inzage door andere hulpverleners in het EKD. De AJN wil haar expertise graag hierbij beschikbaar stellen. De AJN gaat er vanuit dat ook de beroepsverenigingen van jeugdverpleegkundigen (V&VN) en doktersassistenten (NVDA) bij dit onderzoek betrokken zullen worden.
zijn AJN-artsen. De AJN is een wetenschappelijke vereniging van artsen, werkzaam in of voor de Jeugdgezondheidszorg. De vereniging werd opgericht in 1908. Zie: ajn.artsennet.nl.