nog meer kinderen zo slecht in werkwoordspelling vo ?
Zoon zit in 3 havo en heeft grote moeite met werkwoordspelling.Maar hij is niet de enigste,van de 30 kinderen in zijn klas haalden er 28 een 1 voor een toets laatst.
We oefenen veel op diverse site's,maar toch blijft het een ramp.De leerkracht vindt dat leerlingen in 3 havo het nu wel moeten kunnen en wil er geen extra tijd instoppen.
Ik vind dit toch wel zorgelijk en wil er graag iets aan doen,maar ik spel toch meer op gevoel.
Zijn er meer kinderen op het vo die zo slecht in spelling zijn? Iemand tips om het goed aan te leren?
ja hier ook
Ook 3 VO en d's en t's of dt's zijn een ramp. En zo moeilijk moet dat toch niet zijn met die 'kofschip' regel. Persoonlijk ervaar ik het bij dochter meer als luiigheid, geen zin om zich er in te verdiepen enzo.
Gr. Bibi
Zoon gebruikt dit lijstje met vragen:
Spelling T of D WERKWOORDEN
Loop deze vragen door:
1. Is het een werkwoord?
Ja, ga naar stap 2
Nee, is het een bijvoeglijke naamwoord?
Ja, ga naar uitleg daarover
Nee, gebruik gewone spellingregels (negeer de regels voor werkwoorden)
2. In welke tijd is het werkwoord geschreven?
a. Tegenwoordige tijd
Gebruik de ikvorm. Bijvoorbeeld: Ik bespied
Zet er een t achter als het een hij/zij is. Bijvoorbeeld: Hij bespiedt
b. Verleden tijd
Wat is de stam? Bijvoorbeeld: bespied
Zit de laatste letter van de stam in ’t kofschip? (alleen medeklinkers)
Ja: schrijf ‘te’ achter de ikvorm. Bijvoorbeeld: hij fietste
Nee: schrijf ‘de’ achter de ikvorm. Bijvoorbeeld: hij bespiedde
c. Voltooide tijd
Wat is de stam? Bijvoorbeeld: bespied
Zit de laatste letter van de stam in ’t kofschip?
Ja: schrijf ‘te’ achter de ikvorm. Bijvoorbeeld: hij heeft gefietst
Nee: schrijf ‘de’ achter de ikvorm. Bijvoorbeeld: hij heeft hem bespied
3. Instinkers (werkwoorden met een z of v aan het eind van de stam)
De stam is bij deze werkwoorden niet hetzelfde als de ikvorm.
Bijvoorbeeld: geloven. Stam is gelov. De ikvorm is geloof
Tegenwoordige tijd: Ik geloof
Verleden tijd: Ik geloofde
Voltooide tijd: Ik heb hem geloofd
Zie ook grenzen, stam is grenz, ikvorm is grens.
Valkuilen spelling werkwoorden
1. Meervoud.
Tip: kijk naar persoonsvorm of als die vetgedrukt is, kijk naar het onderwerp dat bij het werkwoord hoort (wij, zij in meervoud, jullie, mensen, etc)
2. Werkwoorden met een v of f
Tip: welke letter zit in het hele werkwoord (stam)
3. Werkwoorden met een s of z
Tip: welke letter zit in het hele werkwoord (stam)
4. deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Tip: draai de zin om zodat je weet of het woord op een t, d of en eindigt
5. Gewoon bijvoeglijk naamwoord
Tip: gewone spellingsregels
Tip: denk aan grootte, breedte. Dat zijn geen bijvoeglijk naamwoorden
6. Gebiedende wijs
Tips: gebruik de IK-vorm
7. Moeilijk werkwoord dat je niet kent
Tip: gebruikt het werkwoord fietsen om te kijken of het tegenwoordige tijd, verleden tijd, voltooid deelwoord of hele werkwoord is.
Tip: Gebruik dit NOOIT voor het bepalen van enkelvoud/meervoud
8. Als 'je' veranderd kan worden naar 'jij' dan spel je het werkwoord alsof er 'jij' staat,
Bijvoorbeeld: je kunt = jij kunt
Als je/jij achter het werkwoord staat, dan gebruik je geen t
Bijvoorbeeld: kun je kun jij
Als 'je' niet veranderd kan worden naar 'jij' dan spel je het werkwoord alsof er 'jouw' staat (bezittelijk).
Bijvoorbeeld: je broer kan = jouw broer kan
kent je broer - kent jouw broer
Vergelijk met : Ken je hem? = Ken jij hem
Spelling T of D BIJVOEGLIJK NAAMWOORDEN
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
Als het een bijvoeglijk naamwoord is, volg je de gewone spellingregels.
Ook als er een t of d op het eind staat. En ook als het van een werkwoord afkomt.
Bijvoorbeeld: Het gespelde woord of Geachte meneer of De bespiede mensen
Je kiest voor de letter d als je die hoort. En voor een t als je die hoort.
Als er geen reden is voor een dubbel t of d (voor de uitspraak) dan gebruik je die ook niet!
Dus een bijvoornaamwoord zoals bespiede schrijf je anders dan hetzelfde woord als werkwoord in de verleden tijd (hij bespiedde de mensen)
Als een bijvoeglijk naamwoord van een werkwoord afkomt, dan kun je het ook eerst als voltooid deelwoord gebruiken.
Bijvoorbeeld: Het schip is gestrand wordt: Het gestrande schip
Om er een bijvoeglijk naamwoord van te maken, hoef je er alleen een 'e' achter te zetten. Een bijvoeglijk naamwoord geeft nooit de tijd aan, zoals verleden tijd.
Er hoeft ook geen 'n' achter als het meervoud is, dus niet: de gestranden schepen
Als het voltooid deelwoord ook een n heeft aan het eind, dan krijgt het bijvoeglijk naamwoord die ook, bijvoorbeeld: De winkel is gesloten. De gesloten winkel.
Instinkers
Breed De tafel is breed (gewone spellingregel bij bijvoeglijk naamwoord)
De brede tafel is weg (gewone spellingregel bij bijvoeglijk naamwoord)
De breedte van de tafel is 60 cm (breedte is hier een zelfstandig naamwoord )
Vergelijk het maar met: lang, lange, lengte. Of heet, hete, hitte.
Groot Het pakket is groot
Het grote pakket
De grootte van het pakket verraste mij.
Bijvoeglijk naamwoorden die een stof aangeven, zijn een uitzondering. Die krijgen juist wel een n.
Bijvoorbeeld: De gouden stoel, de zilveren ketting
Probleem
Mijn kinderen (vwo 6 en vwo 3) vinden stap 1 al 'zucht' in het lijstje van Annet. (en daar kun je dus mákkelijk mee in vwo6 komen.)
Bij het hele lijstje haken ze gewoon af. Ik trouwens ook. Dan dwaalt mijn aandacht alweer helemaal af. Het is een saaie brij van regels en uitzonderingen. En dan heb je het nog niet eens over onregelmatige werkwoorden. En hoe je in vredesnaam zou moeten weten of zo'n werkwoord regelmatig of onregelmatig is. Mijn kinderen leren liever alle werkwoorden uit hun hoofd dan al die saaie stappen te moeten doorlopen.
Ze zien gewoon het nut er niet van in. Doen maar wat. En meestal komen ze daar mee weg. Puur op taalgevoel. En op woordherkenning. Behalve bij dingen als 'Ik wordt en ik vindt'. Die zie ik weleens.
Van die fouten hebben ze overigens nauwelijks last, dus ze zien ook de noodzaak niet in, om er iets aan te doen. 'Wat maakt het nu uit? Ze begrijpen toch wat ik bedoel? Ik vind het echt gezeur, dat ga ik echt niet leren hoor! Overdreven gedoe!'
Het hielp bij mijn kinderen pas, toen ik zei: Vergeet die regels maar en doorloop het volgende stappenplan.
1 Wat zegt je gevoel? Ziet dit er 'normaal' uit voor je? Heb je dit al eerder zo gelezen?
2 Als je het niet weet, schrijf je de verschillende mogelijkheden onder elkaar op en neem je de ene die er het 'normaalst' uitziet.
3 Kom je daar niet uit, denk dan na of je in dit hoofdstuk een regel hebt gehad, die op dit woord kan slaan. Misschien heb je het woord wel uit je hoofd geleerd tijdens een oefening.
4 Weet je het nog niet, doe dan maar wat.
Ik denk trouwens dat 98% van de mensen zo met taal en spelling omgaan. Puur op het gevoel. Want de regels zijn zo onlogisch, dat ze toch niet te begrijpen zijn.
Alleen dat 'kofschip' al. Waar slaat het op? Waarom die paar letters wel en de rest niet? Het is niet uit te leggen. Het is door de jaren heen zo gegroeid en over vijftig jaar zullen we weer met heel andere zinnen met elkaar communiceren. In de helft van het land wordt trouwens heel anders gesproken en geschreven, zo ook in Vlaanderen. Dus het is zo betrekkelijk allemaal.
Mijn kinderen worden er opstandig van spelling- en grammatica'regels'. De taal volgt de regels niet, de regels volgen de taal. Er zit helemaal geen enkele logica achter. Spellingsregels zijn in feite vage, onduidelijke beschrijvingen. Het is niet als wiskunde. En daarom zijn het geen zuivere regels. Een zuivere regel geldt in alle gevallen.
Ik vind de manier waarop spellingregels spelling 'verklaren', vergelijkbaar met het beschrijven van een fiets, door alle moertjes en boutjes apart te benoemen. Het zal vast wel kloppen, sommige mensen zullen het mooi vinden, maar het is niet handig, je hebt er niets aan. https://twitter.com/organizedthings/status/413420451067871232/photo/1
Aanleg
Ik heb het net even aan mijn dochter (3 vwo) gevraagd en bij haar zitten ook kinderen in de klas die onvoldoendes halen voor werkwoordspelling. Schijnbaar hebben wij daar aanleg voor want dochter had een 10 en zelf spel ik ook best aardig. Zelfs mijn 8-jarige kan al heel aardig uit de voeten met d's en dt's, dus het zal wel genetisch bepaald zijn 
Hebben jullie trouwens vroeger op school niet oneindig veel rijtjes met werkwoordvervoegingen moeten uitschrijven? Volgens mij is het er toen voor eeuwig ingestampt.
Wat voor toets?
Wat was het voor toets? Een gewone toets over iets anders waarbij elke spellingsfout ook als fout werd gerekend of was het een toets echt alleen over spelling waar ze geen uitleg vooraf over gaven?
hmm
't Kofschip zijn allemaal stemloze medeklinkers....
Ja stemloos vs stemhebbend
Dat is nog eens een inzicht.
Ik heb geen idee meer hoe ik dit vroeger geleerd heb. Volgens mij ook met stam is volledige ww. - en. Daarom vind ik het rijtje van Dalarna met de geïsoleerde stam erg handig, al heb ik de beginposts wel drie keer moeten doorlezen voordat ik het snapte. Ik ga ervan uit dat ik het daarom ook met stampen geleerd heb, en niet met inzicht.
In theorie kan ik best aardig spellen, in de praktijk wil ik nog wel eens de mist in gaan met werkwoorden die op voltooid deelwoorden lijken. Maar dat is vaak slordigheid. Als ik mijn best doe weet ik wel hoe het zit, maar ja daar neem ik niet altijd de tijd voor.
Precies ginny
Als je op gevoel af gaat, dan schrijf je wel eens 'betekend' bij 3e persoon enkelvoud, omdat je het in die vorm het vaakst leest. Dat gebeurt (gebeurd 
) in de snelheid, maar als je een off. brief schrijft en er op let, dan gebeurt het mij niet. Slordigheid dus in mijn geval. Die 'kofschip' regel is mss onlogisch, maar dat is de regel en niet zo heel moeilijk te begrijpen m.i., bet als stam maken en de d's/t's toevoegen. En even rekening houden met een v die een f wordt aan het eind van de stam. En wbt onregelmatige werkwoorden waar iemand iets over zei: dat vind im een beetje onzin dat dat moeilijk is voor een native speaker. Dat weet je gewoon. Dat is alleen in een andere taal lastig, dan zal je dat niet automatisch goed doe , maar moeten stampen.
Bibi
Bij kleine kinderen
Kan je die taalontwikkeling mooi volgen.
Alles wat hier genoemd wordt, doen kleine kinderen ook, zij leren de taal op gehoor en dan weet je het. De spellingregels leren kinderen door herhaling, niet door regels leren maar door heel vaak schrijven en steeds verbeteren en door veel lezen.
Ik kan aan iemand met een andere achtergrond niet uitleggen hoe het zit met de aanwijzend voornaam woorden terwijl ik hoor dat het fout is.
Spellingregels weet ik wel maar dat komt omdat ik op latere leeftijd ze zelf moest uitleggen aan kinderen. Toen pas viel het kwartje! Als puber kon ik het ook niet.
Dus zorg dat ze het uit moeten leggen aan een ander, dan leer je ook. En daarnaast is een talenknobbel ook handig. Mijn schoonzus komt uit het buitenland en spreekt en schrijft drie talen vloeiend, waarbij haar moedertaal een taal is die niet op Engels of Nederlands lijkt! Haar moedertaal beheerst ze trouwens niet zo goed meer: spreekt ze te weinig!
Loop-regel
Voor luiaards zoals ikzelf en mijn kinderen vonden dat ook handig is er de loop-regel. Vervang het werkwoord door het werkwoord lopen en je hoort hoe het moet.
Ik word / ik loop dus zonder t. Hij wordt / hij loopt dus met t. Hij heeft dat berekend / hij heeft dat gelopen, dus voltooid deelwoord dus kofschip bekijken of het woord verlengen (het berekenDe antwoord). Alleen de verleden tijd moet je zelf onthouden met stam plus -te of -de maar of het verleden tijd is hoor je weer als het lopen liep wordt.
Nathalie
Zo doe ik het ook. Het woord vervangen of verlengen.
Op gevoel dus....
Oefenen op internet
Er zijn veel websites waarmee je kunt oefenen.
www.jufmelis.nl is goed voor spelling, eenvoudige website. www.cambiumned.nl is een hele mooie website, met veel oefeningen, waarbij taalniveaus staan aangegeven. Ook leuke oefeningen, zoals Amsterdamse uitdrukkingen. Even zoeken, maar je vindt er veel.
Tsjor
inderdaad die loop-regel
Die pas ik ook toe. Is het jij loopt of jij loopt en is het loop jij of loopt jij. Dat inderdaad een handige truc.
Gr. Bibi
veel reactie's
Fijn al die reactie's en er zijn dus meer kinderen die er last van hebben.Annet,je lijstje klinkt goed,maar hoe doet je kind dat dan op een toets?Er zijn toch veel stappen en als je die allemaal moet doorlopen kost het veel tijd lijkt me.
Dalarna, het was een echte werkwoordspelling toets, hij moest in zinnen de goede vorm invullen en dan alle tijden en vormen door elkaar.Het waren 50 opgaven en hij had er 28 fout,dus een 1.De hele klas was dramatisch en dus mocht het over,heel erg veel geoefend,ook op bovengenoemde site's die we kennen en nu had hij 20 fout van de 50 en een anderhalf,zucht.
Dus iemand nog tips voor een site voor dummies ofzo?
Hij vindt trouwens niet zo zeer de d t of dt's het moeilijkste,maar meer of het gebeurt of gebeurd is bv en vergrootte of vergrote of vergroote...
De laatste in ieder geval niet
Bij gebeurt of gebeurd kan ik alleen maar de tip geven dat als er twee werkwoorden in een zin staan je heel goed moet opletten met die be-, ver- en ge- werkwoorden. Dat zijn dan meestal voltooid deelwoorden. Niet altijd, maar op een paar uitzonderingen na heb je dat dan altijd goed.
Vergrote of vergrootte? Tja,dat is inderdaad een instinker op zich. De grootte, breedte, vergrootte vorm komt meestal in een vaste structuur voor. Is het geen idee om deze van buiten te leren? Of grootte vervangen voor hoogte? Of hoge. Dan hoor je het vanzelf.
toch goed te doen
".Annet,je lijstje klinkt goed,maar hoe doet je kind dat dan op een toets?Er zijn toch veel stappen en als je die allemaal moet doorlopen kost het veel tijd lijkt me."
Bij het oefenen moet kind zichzelf dwingen om de stappen te doorlopen (de riedel noemen wij dag). Dat gaat steeds sneller.
Mijn zoon heeft het ook zo geoefend (thuis) en sindsdien gaat de werkwoordspelling goed (eerst eindcito, nu brugklas met toetsen op werkwoordspelling)
De riedel misschien wat eenvoudiger?
Alle genoemde regels zijn samen te vatten in een schema: http://www.cbsderank.com/html/grpn/78/spelling.htm
Daarbij horen nog de regels als het geen persoonsvorm is.
1. Na 'te' komt het hele werkwoord.
2. Bijvoeglijk? Schrijf zo kort mogelijk.
3. Gebiedende wijs (een bevel) = ik-vorm.
4. Voltooid deelwoord? Langer maken.
Ik zit er niet (meer) mee
D of T ik zit er niet meer mee, is een heel handig boekje met veel oefeningen, gekocht voor zoon in groep 8 maar ook zoon en dochter op het VO gebruiken het boekje.
Het is online te bestellen.
Lisetje
Psss, carola
Het is reacties, zonder apostrof.
skik
vuistregel met ezelsbruggetje
Ik gebruik ook de "loop" truc, en het verlengen van een voltooid deelwoord om te horen of het een t of d moet zijn (de berekende som): veel simpeler dan het kofschip.
Verder gebruik ik de instamp-regels van mijn vader, onderwijzer van de oude stempel, die de naam had zijn hele klas in groep 8 alsnog foutloos d en t gebruik in te kunnen stampen. Ze zijn als volgt:
"Ik krijgt nooooit thee, hij krijgt altijd thee" (op ietwat verongelijkte, jaloerse en luide toon uitgesproken). "Jij krijgt ook altijd thee, behalve als je te laat bent". (ofwel: bij ik en jij geen t achter de stam, bij hij/zij wel. Als jij achter het werkwoord komt dan ook geen t). Simpel te onthouden en veel eenvoudiger dan die lange beslisboom van Annet.
Dochter wist de regels ook niet meer..
..totdat ik het heb uitgelegd (met dank aan mijn strenge leraar Nederlands van de lagere èn middelbare school).
Zij vroeg mij waarom het werkwoord "wachten" in de verleden tijd twee t's moet hebben.
Ik heb haar uitgelegd dat zij eerst moet nagaan wat de stam van het werkwoord "wachten" is. De stam vind je door "EN" eraf te halen. Dan wordt "wachten" "wacht".
Bij de derde persoon enkelvoud (hij of zij) eindigt het wachtwoord altijd op een t. Het blijft dan onveranderd.
Maar als je de verleden tijd toepast ga je weer terug naar de stam van het werkwoord. Dat is "wacht". De stam eindigt op een t. De t komt wel voor in "t Kofschip. Dan plaats je achter de stam van het werkwoord "wacht" de letters "te" achter. Dat is de reden waarom de verleden tijd van wachten twee t's heeft.
Maar als het woord "wachten" wordt gebruikt als bijvoeglijk naamwoord (bijvoorbeeld de langverwachte vakantie) dan heeft maar één t.
Men zegt ook dat je het voltooid deelwoord langer moet maken om na te gaan met welke letter het eindigt. Maar dat kan je niet altijd herkennen zoals bij het woord "schrobben". Hoe weet je nou of bij "de trap is geschrobX" geschrobt of geschrobd moet zijn? Dat hoor je tocht niet? Dat hoor je ook niet als je hiervan een bijvoeglijk naamwoord maakt, zoals "de geschrobde of geschrobte trap". Wat je in dit geval moet doen is weer op zoek gaan van de stam van het werkwoord "schrobben". Je haalt de EN van het werkwoord af en er blijft dan "schrob" over. Het eindigt op een b en je vraagt jezelf af of dit in 't Kofschip voorkomt. Het komt niet voor in 't Kofschip en daarom eindigt dit woord op een d. Je zegt dus "de trap is geschrobD" en "de geschrobde trap".
Mijn dochter begrijpt het nu.
Zo had ik ook aan mijn leraar Nederlands van de middelbare school te danken dat ik "te allen tijde" foutloos schrijf en nooit meer de zin gebruik: "hun hebben dat gedaan", de combinatie "nooit geen" toepas en "ik ben de enigste in de klas" zal zeggen. "DAT IS GEEN NEDERLANDS" riep hij en deed mij na. Later vertelde hij mij hoe ik het wel moest zeggen
... Tja, zachte heelmeester maken eenmaal stinkende wonden..
Monique toch!
Uiteraard moet er een S achter "heelmeester" komen!
schrobde Monique
Soms is het niet zo moeilijk. Het is schrobde, dus ook geschrobd.
Zit er een b in het kofschip?
Monique
Je loopt achter, we hebben nu 't sexy fokschaap.
eens met Monique
Wat betreft haar uitleg over d's en t's. Dat is een regel en bijna altijd toepasbaar.
Verder inderdaad: dingen die er in 'geramd' worden, vergeet je niet zo snel meer. Ik zelf weet ook dat het 'te allen tijde' is. Erin geramd dus. Net als 'onmiddellijk' dubbel d en dubbel l. In de 5e klas kregen we een ijsje als iedereen dat goed schreef in het dictee. Ja dus en dat vergeet je nooit meer.
Zo brulde mijn Engels leraar op het VO altijd: "don't speak Spanish my boy" als iemand iets op z'n Amerikaans uitsprak i.p.v. Engels (garage (gérritch versus garáásch, kilometer (kielomieter versus kielómmieter). Zal ik ook nooit meer vergeten. Dus ja, ik geloof daar wel in. Net als de tafels erin stampen. Daar heb je je hele leven wat aan.
Gr. Bibi
zeer slechte lesgeving
mijn zoontje heeft een hele erge werkwoordspelling achterstand dankzij (Namen zijn niet toegestaan/Forumbeheer). maar goed hij heeft nu bijles en het komt misschien toch nog goed hij maakt langzame stapjes naar zijn succes, bedankt voor de rest van jullie reacties jullie hebben mij en pieter erg gesteund in deze moeilijke tijd voor ons beiden.
groetjes
Carola en p (13 jaar)
Carola,
Ik zou die laatste reactie maar laten weg halen. De kennis omtrent werkwoordspelling is iets dat op de basisschool geleerd wordt. Misschien is de kennis in de afgelopen jaren wat verwaterd omdat op een VO vooral aandacht wordt besteed aan het schrijven van meningen en het lezen van betogen. Maar het lijkt mij niet verstandig om iemand zo herkenbaar neer te zetten. Er kan best wezen een collega van deze docent dit leest en niet gescharmeerd is van jouw openlijke kritiek. Dus haal het weg, al is het in het belang van je kind.
huh?
Je zoon zat in 2013 (toen je het eerste bericht plaatste) in HAVO 3. inmiddels leven we in 2015 en heb je het over je 13 jarige zoontje?
Ik snap er niks van…
uhhhh
Dat was ik die dit geschreven heeft en ik ben niet de grapjas reageerder hierboven.
Zoon is inmiddels allang via mavo 4 aan een mbo opleiding begonnen.
Dus carola dimitri,verander je naam aub en schrijf niet uit mijn naam in dit draadje!!
spelling
Ik houd er niet van om hierover te beginnen maar ik vind het lijken of een leerling zijn/haar leraar een hak wil zetten. Gelukkig zijn naam en school al verwijderd.
Carola Dimitri, het zou fijn zijn als je iedere zin met een hoofdletter begint.
