19 december 2008 door Justine Pardoen

Winterstop 2008 - tijd voor bezinning

Vandaag start onze winterstop; eind januari gaan we weer verder. Een korte periode van zakelijke en persoonlijke bezinning. Om ons weer even af te vragen waar het nu eigenlijk om gaat. Hieronder alvast een eerste aanzet.

Toen we vorige week bezig waren met het samenstellen van de rubriek Tips en Agenda , kregen we een schok bij het zien van het filmpje waarin Desmond Morris zijn nieuwe boek 'Baby' aanprijst. Daarin vertelt Morris dat hij nu eens géén boek wilde maken waarin verteld wordt wat je wel en niet moet doen, maar gewoon hoe baby's zijn. Hij doet dat op zó'n aantrekkelijke manier, dat je als ouder onmiddellijk uitgenodigd wordt om te bedenken wat die kennis betekent voor je eigen manier van opvoeden.

Waarom was dat nou zo'n schok voor ons, toen we dat zagen? Omdat we vanwege alle dagelijkse drukte even vergeten waren waar we zelf voor staan. Namelijk dat wij, net als Desmond Morris, van mening zijn dat gewone ouders zelf kunnen bepalen wat wel en niet goed is voor hun kinderen. Dat hebben ze al eeuwenlang gedaan en dat kunnen ze nog steeds.

Wat Morris zegt, spreekt volkomen vanzelf. En toch is het heel bijzonder, omdat het totaal tegen de tijdgeest ingaat. De maatschappij lijkt massaal het vertrouwen in de eigen kracht van ouders kwijtgeraakt te zijn. We geven daarvan twee voorbeelden.

Opvoedingscanon

Deze maand verscheen het eerste rapport van de psycholoog René Diekstra, die in opdracht van de gemeente Den Haag bezig is met het opstellen van een 'opvoedingscanon', oftewel een samenvatting van datgene wat elke ouder moet weten over opvoeden. Dit rapport vertelt hoe het gesteld is met de kennis van Haagse ouders: wat weten ze wel en wat niet? En wat hadden ze dan moeten weten?

Interessant! Diekstra gaat ervan uit dat ouders beter toegerust zijn naarmate ze meer weten. Dat zal wel. Wetenschappelijk gezien staat niet vast dat je dan ook een betere opvoeder bent, maar kwaad kan het ook niet.

Er is echter een opmerkelijk verschil tussen Desmond Morris en René Diekstra. Morris staat positief ten opzichte van de oerkracht van ouders en Diekstra niet. Morris verleidt ouders om hun eigen kracht te versterken door aan te sluiten bij de intuïtieve behoefte die ouders hebben om hun baby te willen begrijpen en te helpen.

Diekstra daarentegen heeft een bijna tegenovergestelde perspectief. Hij wil vooral voorkomen dat ouders de plank misslaan, dat ze fouten maken, hun ouderlijke plicht verzaken, of hun kind mishandelen. Hij verleidt niet, hij dwingt. Het liefst zou hij zien dat alle ouders verplicht een cursus volgen, af te sluiten met een Opvoedingscanon-examen zoals hij eerder dit jaar betoogde op een bijeenkomst in Lux (Nijmegen). We verzinnen dit niet; we waren erbij.

Daar waar Morris op subtiele wijze erin slaagt ouders versteld te doen staan van alles wat er bekend is over de ontwikkeling van baby's, weet Diekstra ouders vooral het gevoel te geven dat ze falen en niks weten. Vaders weten minder dan moeders, lager opgeleide moeders weten minder dan hoger opgeleide moeders, en oma's weten vooral dingen die achterhaald zijn.

Er valt altijd nog iets te leren, dat is duidelijk. En ouders willen ook graag leren! Er is echt geen ouder die niet wil weten waarom zijn kind zich gedraagt zoals hij zich gedraagt en hoe je daar het beste mee kunt omgaan.

Maar gaat Diekstra's Opvoedingscanon ons straks wel antwoord geven op vragen die ouders zelf hebben, vanuit hun dagelijkse praktijk van het opvoeden? We vrezen het ergste.

Neem bijvoorbeeld de top-5 van vragen aan Ouders Online van het afgelopen jaar:

  • vragen over slaapproblemen bij kleine kinderen (het rapport van Diekstra zegt alleen iets over de slaapbehoefte van pubers);
  • vragen over zindelijkheid (komt in het hele rapport niet voor);
  • vragen over hoofdbonken, bijten en zichzelf slaan bij dreumesen (als je zoekt op 'bijten' vind je alleen iets over het ontbijten van pubers);
  • vragen over excessief masturberende meisjes van 3 tot 8 jaar (een taboe-onderwerp dat praktisch nergens behandeld wordt, dus ook niet in het rapport van Diekstra);
  • vragen over excessief gamen en MSN'en (misschien wat te modern voor Diekstra, die al bijna tegen zijn pensioen aanzit).

Eenduidige informatie

Ons tweede voorbeeld van 'de tijdgeest' waarin weinig vertrouwen blijkt in de eigen kracht van ouders, is dat onze overheid enorm investeert in het eenduidig informeren van ouders (ook weer vanuit dat negatieve perspectief om mishandeling en andere narigheid te voorkomen overigens). Anders gezegd: hulpverlener A moet precies hetzelfde zeggen als hulpverlener B en website C. Want stel je voor dat ouders in de war zouden kunnen raken door tegenstrijdige informatie.

Dat er niet één manier is om kinderen op te voeden of problemen te tackelen, doet er niet toe: de suggestie moet op z'n minst gewekt worden dat dat wel zo is. We moeten ouders vooral zekerheid bieden, is de gedachte.

Zo wordt er op dit moment hard gewerkt aan het opzetten van websites voor de nieuwe Centra voor Jeugd en Gezin. Het uitgangspunt daarbij is dat al die lokale websites eenduidig moeten zijn: alle neuzen dezelfde kant op. Klinkt logisch. Maar wenselijk is het niet, omdat we nu al zien gebeuren dat het streven naar eenduidigheid ertoe gaat leiden dat eenvormigheid ontstaat. Niets nuances, ja-maar, enerzijds-anderzijds; daar wordt een ouder maar onzeker van!

Bij de meeste onderwerpen kun je – zelfs als je je baseert op wetenschappelijke kennis – verschillend denken over de manier waarop je die kennis omzet in praktisch handelen. Denk maar aan de omgang met hoofdluis, het plaatsen van buisjes, je kind helpen met zindelijk worden, of de omgang met media in het gezin. En dan hebben we het nog niet eens over abortus of homofilie. Daar zal in Spakenburg toch echt heel anders over gesproken worden dan in Rotterdam. Wat een armoe, om naar eenduidigheid te streven!

Kortom

Kortom: opvoeden en opvoedingsondersteuning zijn niet samen te vatten in canons of eenduidige teksten. Mooi zo! Dat laat voldoende ruimte voor ouders om hun eigen weg te kiezen. En voor ons om u daarbij te blijven steunen. Ook in het nieuwe jaar! Vandaag start onze winterstop, maar eind januari zijn we er weer.

We wensen u een fijne kerst en een heel goed nieuwjaar.