15 november 2018 door Ruth Willems

Boefjes

In deze column neemt Ruth je mee in de wereld van een kind met autisme. Door een treffend en alledaags voorbeeld, geeft ze weer hoe een kind met autisme moeite kan hebben om de wereld te begrijpen. 

Toen ik nog bij de Raad voor de Kinderbescherming werkte, heb ik veel boefjes ontmoet. Een kleine dievegge die contactlenzen stal uit de Etos omdat ze haar bril zo lelijk vond. Minderjarige drugskoeriers die op geheel eigen wijze de stad in wijken hadden verdeeld. Grote boeven die de boel onveilig maakten door willekeurige omstanders in een park neer te steken.

En dan heb je natuurlijk boeven die eigenlijk geen boeven zijn: kinderen die moeite hebben om het leven te begrijpen. Of anders gezegd: kinderen die dingen bekijken op een manier die de meeste andere mensen niet goed begrijpen. De jongen in kwestie had van alles en nog wat uit de HEMA meegenomen. Van theedoeken tot babyrompers. Hoe zat dat, vroeg je je af. De jongen bleek autistisch. Autisme is een contactstoornis. Mensen met autisme hebben moeite andere mensen aan te voelen. Ze kunnen moeilijk tussen de regels door lezen, maar nemen alles letterlijk. Daarom begrijpen zij spreekwoorden bijvoorbeeld vaak niet.

Deze jongen vatte de reclame in winkels zoals de HEMA op als een bevel: NEEM MEE! ALLES MOET WEG! Dus dat deed hij dan maar. Hij wilde het zelf ook niet, maar ja, het moest. Er stond zelfs een uitroepteken bij, het was menens. Natuurlijk kreeg deze jongen geen straf, wel een cursus.

Nu ik aan het shoppen ben voor mijn nieuwe huis, kom ik regelmatig in de GAMMA en Praxis. En daar staat het weer hoor, met koeienletters: PAK AAN! INPAKKEN EN MEENEMEN! Oh jee, denk ik dan.